30 oktober 2020
Sociaal psycholoog Bastiaan Rutjens doet onderzoek naar wantrouwen in wetenschap. We vroegen hem naar het ontstaan van complotdenken, wie er gevoelig voor is en welke rol de wetenschap hierin speelt.
‘Die opmerking zie je ook vaak op sociale media. Verontwaardiging dat je niet eens meer kritisch mag denken en gelijk als complotdenker wordt weggezet. Maar vaak zijn dit dezelfde mensen die wel degelijk zelf complottheorieën de wereld in brengen of delen. Tegelijkertijd willen ze dus blijkbaar graag als kritisch denker worden gezien, terwijl ze schijnbaar kritiekloos dergelijke theorieën omarmen.’
Bij complotdenken wordt de kritiek op bepaald beleid of maatregelen ook vaak direct vertaald in een twijfel aan de wetenschap en data waar beleidsmakers in hun keuzes naar verwijzen. ‘Maar dat zijn twee verschillende dingen. Het maken van beleid en invoeren van maatregelen is een heel ander proces dan het genereren van kennis en data’, benadrukt Rutjens.
‘Vanuit psychologisch onderzoek weten we dat mensen een zogenaamde “conspirational mindset” kunnen hebben. Deze mensen zien heel snel causale verbanden tussen dingen die alleen toevallig met elkaar te maken hebben. Ze zijn daardoor gevoeliger voor de elementen waaruit een complotverhaal is opgebouwd: een versimpeld oorzakelijk verband tussen een groot complex probleem en een veroorzaker. De meeste mensen geloven ook maar zelden in slechts één complot.’
Een experiment met complotten rond de dood van prinses Diana toont ook dat mensen gekke alternatieve verklaringen vaak aantrekkelijker vinden dan gewone. Een paar 100 mensen kreeg zowel een verhaal voorgeschoteld dat Diane onder mysterieuze omstandigheden was overleden als dat zij nog zou leven. Een positieve correlatie werd gevonden, wat betekent dat gemiddeld genomen geloof in het ene verhaal positief samenhangt met geloof in het andere verhaal. ‘En ze kan natuurlijk niet en leven en tegelijkertijd dood zijn.’
‘Ten eerste is er de grote complexe gebeurtenis waarin meer factoren een rol spelen en er niet één duidelijke oorzaak is aan te wijzen of oplossing om herhaling te voorkomen’, legt Rutjens uit. Hierdoor kunnen mensen angstig en onzeker worden en het gevoel krijgen de controle te verliezen. Dat gebeurde bij 9/11 en nu bij Covid19. ‘Je wilt zo’n gebeurtenis in de toekomst graag kunnen voorspellen en voorkomen, terwijl de werkelijkheid weerbarstig is en zich moeilijk laat vangen in een simpel causaal schema’, vervolgt Rutjens. ‘Een complottheorie doet dit wel, die maakt het voorspelbaar. Die presenteert bijvoorbeeld een sinistere samenzwering die aan de touwtjes trekt. Dan weet je wat je moet doen, namelijk die samenzwering vernietigen.’
Een tweede kant van het ontstaan van complottheorieën noemt Rutjens de persoonlijke morele of ideologische overtuiging of idee over hoe de wereld in elkaar zit. ‘Vanuit die overtuiging ga je op zoek naar een verklaring die hierbij past. Als jij bijvoorbeeld gelooft en vertrouwt in objectieve wetenschap, kun je ook sneller een verklaring zoeken bij die wetenschap. Dat voelt dan prettig en past in je straatje. Maar als je niets weet over wetenschap, deze vooral als de elite en establishment ziet waar jij niet toe behoort, dan kijk je niet vol vertrouwen naar de website van bijvoorbeeld de RIVM. Dan ga je op zoek naar alternatieve bronnen en andere verklaringen.’
‘Dat hangt heel erg van het complot af’, stelt Rutjens. ‘Bij vaccinaties en Covid19 zien we dit zeker, maar bij 9/11 en de moord op JFK speelde dit wellicht geen rol van betekenis. Wel zien we dat complotdenkers over het algemeen anti-establishment zijn, en tot dat establishment wordt ook vaak de wetenschap gerekend.’ De wetenschapper die aan een grote universiteit is verbonden, zou in die lijn van denken de vijand van complotdenkers zijn. ‘Onafhankelijke’ wetenschappers of ‘vrijbuiters’ die zich hebben losgemaakt van het vermeende keurslijf van de universiteit en zich daarom ‘durven uitspreken’, worden echter warm binnengehaald. ‘Er is dus blijkbaar een goede en slechte wetenschap in de ogen van complotdenkers.’
‘De belangrijke vraag voor wetenschap is: hoe krijg je je publiek wetenschappelijk geletterd genoeg, dat ze onderscheid kunnen maken tussen pseudowetenschap en echte wetenschap? Hoe leer je mensen herkennen of iets solide is? Niet iedereen weet het verschil tussen Nature of Science en een of ander obscuur blaadje.’
Wetenschap is inherent onzeker. Dit is de kracht van wetenschap: niet iets willen bewijzen voor het eigen gelijk.
‘Als wetenschappers moeten we ook duidelijk maken dat er een verschil is tussen onze kennis en data en het beleid dat hierop gebaseerd wordt. Dat kritiek op beleid niet een wantrouwen in data hoeft te betekenen. Hierbij hoort idealiter transparantie over het feit dat wetenschap inherent onzeker is, maar dat dit niets afdoet aan wetenschap waarop je kunt vertrouwen en bouwen. Sterker nog, dit is juist de kracht van wetenschap. Wetenschappers willen niet iets bewijzen omdat ze gelijk willen hebben of vanuit een bepaalde ideologie. Ze zijn als het goed is juist op zoek naar wat waar is, naar een verklaring voor waarom iets op een bepaalde manier werkt of is zoals het is.’
‘En we moeten beseffen dat het – zeker in tijden van grote onzekerheid - psychologisch gezien veel aantrekkelijker kan zijn om naar een complotdenker te luisteren met een single-cause verklaring, dan naar een wetenschapper die zegt dat allerlei factoren van invloed kunnen zijn. Simplificatie is dan aantrekkelijk, en wetenschap is dat juist niet.’
‘We weten best wel veel over wat mensen gevoelig maakt voor complotdenken, maar we weten veel minder hoe dit te verminderen. Zeg in ieder geval niet dat mensen dom zijn of het fout hebben, of dat je ze wel eens even zal vertellen hoe het echt zit. Je moet in plaats daarvan de legitieme angsten van mensen wegnemen door te begrijpen hoe deze ontstaan.’
‘Laten we vooral uitleggen hoe wetenschap werkt, bijvoorbeeld in een vak als wetenschapsfilosofie op middelbare scholen. Daarmee kun je ook enthousiasme voor wetenschap aanwakkeren. Wetenschap is namelijk oneindig gaaf en spannend!’
In 2019 ontving Bastiaan Rutjens een ERC Starting Grant om te onderzoeken of het principe van psychologische afstand wantrouwen in de wetenschap rond thema’s als klimaat en vaccinaties kan verklaren. Lees hier meer over.