15 september 2020
Misschien hebben we allemaal wel een JIM in ons leven. Een broer of zus, tante, buur of kennis die ons hielp toen we opgroeiden. Voor kinderen die kwetsbaar zijn of problemen ervaren, is zo’n persoonlijke mentor uit de directe omgeving nog belangrijker.
Sinds 7 jaar is de aanpak van JIM, Jouw Ingebrachte Mentor, actief in de jeugdzorg, op scholen, in de buurt en de GGZ. JIM’s zijn familieleden, buren en kennissen op wie je terugvalt in tijden van tegenslagen. Het blijkt dat de aanwezigheid van een JIM, een natuurlijke mentor, ervoor zorgt dat jongeren beter presteren op school of in hun werk, beter in hun vel zitten en minder psychische problemen ervaren. Begonnen als alternatief voor uithuisplaatsing hebben inmiddels minderjarige vluchtelingen een JIM, zwerfjongeren, pleegkinderen en jongeren met een (verstandelijke) beperking.
UvA orthopedagoog Levi van Dam en systeemtherapeut Suzanne de Ruig zijn de stuwende kracht achter JIM. Om met de praktijk te delen hoe JIM werkt en hoe je er zelf mee aan de slag kan, wat het wel en wat het niet is, hebben ze de bundel ‘Circulaire Zorg’ uitgegeven.
‘Een van de belangrijkste inzichten is dat JIM zo tot de verbeelding spreekt en zo’n eenvoudig concept is, dat het gedachtegoed dat de basis ervoor vormt, ondergesneeuwd raakt. Ja, het gaat om de persoon JIM, maar er zit ook een heel gedegen systemische visie onder die gestoeld is op onderzoek over hoe men verandert, wat werkt bij gezinnen met veel stress en wat natuurlijk mentorschap met zich meebrengt’, vertellen van Dam en de Ruig.
‘Met dit boek introduceren we een nieuwe beweging in de jeugdhulp waarin we streven naar een jeugdhulp die niet alsmaar groeit en meer en meer geld verslindt’, vervolgen ze. ‘We beogen een jeugdhulp die gebruik maakt van alle hulpbronnen die er al zijn: mensen uit de directe omgeving en kennis van mensen zelf. In onze praktijk zien en horen we verhalen van mensen die zelf depressies hebben ervaren, in de bijstand zitten of voor hun zieke partner zorgen, en toch diegene zijn waarbij een 14 of 16 jarige die in nood zit terecht kan. We zien dat dit meer kan, wetenschappelijk onderzoek ondersteunt dit, en daarom starten we deze nieuwe beweging.’
Van Dam doet aan de Universiteit van Amsterdam al jaren onderzoek naar de JIM aanpak en gebruikt de opgedane inzichten om deze aanpak verder te verbeteren. Uit dit onderzoek is inmiddels gebleken dat de JIM aanpak goed werkt. ‘Dat is best bijzonder, want veel gaat ook niet goed in de transformatie van de jeugdzorg en lang niet altijd vinden nieuwe methoden hun weg naar de praktijk’, stelt van Dam.
Over het algemeen bestaat de ondersteuning van een JIM uit vijf basisonderdelen: sociaal-emotionele steun (bijvoorbeeld een luisterend oor bieden), praktische steun (bijvoorbeeld hulp bij het schrijven van een sollicitatiebrief), begeleiding en advies (voor bijvoorbeeld werk of opleiding), het zijn van een rolmodel inclusief het bieden van normatieve kaders, en het bieden van sociaal kapitaal door het bieden van toegang tot het eigen sociale netwerk.
In het boek worden praktische handvatten gegeven voor alle mensen die met JIM (gaan) werken, van begeleider of therapeut tot wethouder of manager, aangevuld met verhalen uit de praktijk van 19 auteurs.
‘Circulaire zorg. Van JIM-aanpak naar een nieuwe kijk op jeugdhulpverlening’, Redactie: Suzanne de Ruig, Levi van Dam | Boom uitgevers Amsterdam