3 juli 2020
Ouderen beschermen tegen het coronavirus, maar ten koste van wat? Dit was en is nog steeds een belangrijk discussiepunt. We horen veel schrijnende verhalen over ouderen in verpleeghuizen als gevolg van de coronacrisis, maar hoe is het met zelfstandig wonende ouderen gegaan? Onderzoekers van de VU, UvA en het Trimbosinstituut onderzochten het algemene beeld van hun sociale situatie en wie kwetsbaar zijn gebleken in de crisis.
Dit onderzoek maakt deel uit van een groter project over de impact van de coronacrisis op kwetsbare groepen in de Nederlandse samenleving (Coronatijden).
Met veel ouderen blijkt het twee maanden na de invoering van de beperkende coronamaatregelen goed te gaan. Zo hadden weinig ouderen zelf ervaringen met COVID-19, was hun mentale gezondheid goed, hielden zij zich aan de richtlijnen, en was bij velen het vertrouwen in de zorg, wetenschap, regering en samenleving toegenomen.
Heel veel ouderen deden bovendien iets tegen het sociaal isolement en eenzaamheid. Ze zochten vooral contact op 1,5 meter en via digitale media, en zochten afleiding rond het huis en verder weg door bijvoorbeeld te fietsen, te tuinieren, of TV te kijken. De mentale gezondheid van deze groep veranderde tussen november 2019 en mei 2020 nauwelijks.
Velen maakten zich echter wel zorgen over de coronacrisis. In vergelijking met gegevens van voor de coronacrisis, constateren de onderzoekers dat vooral emotionele eenzaamheid toenam. Een grote meerderheid noemde één of meer situaties die hen sterk geraakt heeft, zoals het verminderde contact met familie en vrienden, het stopzetten van vrijetijdsactiviteiten, het niet kunnen bezoeken van cafés, restaurants en winkels en het minder buiten kunnen bewegen.
Ook keken de onderzoekers specifiek naar ouderen die mogelijk extra kwetsbaar zijn, zoals ouderen die tijdens de crisis de nodige hulp niet kregen. Deze groep voelde zich geraakt doordat ze minder naar buiten konden om te bewegen, doordat noodzakelijke boodschappen moeilijk te krijgen waren, door financiële problemen, of doordat ze zelf ziek waren. Ook gaf meer dan de helft aan eenzaam te zijn. Zij hadden dan ook een slechtere mentale gezondheid dan ouderen die wel hulp kregen of geen hulp nodig hadden.
De onderzoekers bevelen aan in een crisis als deze gerichte hulp actief aan te bieden en deze ook te continueren.
Daarnaast zoomde het onderzoek in op ouderen die aangaven door het verminderde sociale contact te worden geraakt. Hun situatie bleek gemiddeld niet direct zorgwekkend. Zij hadden wel een slechtere mentale gezondheid dan degenen die het contact hebben behouden of niet geraakt werden door minder contact, maar dit verschil was niet groot. Hun sociale situatie was robuust genoeg om twee maanden crisis te doorstaan. Zij zochten ook zelf relatief vaak contact met anderen om hun sociale situatie te verbeteren.
Op basis van dit resultaat adviseert het onderzoek ouderen te ondersteunen met heldere communicatie over wat je zelf kunt doen om contact te onderhouden, en hoe je daarbij om kunt gaan met de 1,5 meter maatregel.
In mei 2020 zijn zelfstandig wonende deelnemers aan het LISS-panel (Longitudinale Internetstudies voor de Sociale Wetenschappen, CentERdata, Universiteit Tilburg) van 65 jaar of ouder benaderd om vragen te beantwoorden over eenzaamheid, sociale contacten, ondersteuning, coping strategieën en gezondheid. De deelnemers wonen verspreid over Nederland en zijn representatief voor de bevolking. De resultaten die hier worden genoemd zijn op basis van de eerste ronde dataverzameling over de coronacrisis. In juni is een vervolgvragenlijst uitgezet. Het onderzoek is mogelijk gemaakt door financiering van ZonMw.