9 juni 2020
Autocratische politiek leiders in liberale democratieën - zoals Trump in de Verenigde Staten, Poetin in Rusland, Erdogan in Turkije en Bolsonaro in Brazilië - zijn allemaal op democratische wijze aan de macht gekomen. Maar ze belichamen een verschuiving naar autocratische macht en democratische deconsolidatie. Ze sturen aan op centralisatie van de uitvoerende macht en hiërarchisch bestuur, intimideren tegenstanders en de media en moedigen traditionele en nationalistische waarden aan. Vertegenwoordigen deze strongmen een speciaal politiek soort?
Alessandro Nai van de Universiteit van Amsterdam en Emre Toros van de Universiteit van Hacettepe in Ankara brachten de profielen in kaart van 157 leiders over de hele wereld die tussen juni 2016 en juli 2019 deelnamen aan 81 verkiezingen, waaronder 14 leiders met autocratische trekken.
‘De persoonlijkheid van politiek leiders is van belang voor verkiezingsuitslagen en effectief bestuur. Het is dus belangrijk om meer te weten over wanneer en bij wie bepaalde persoonlijkheidskenmerken vaker voorkomen of juist afwezig zijn’, stellen Nai en Toros. ‘Persoonlijkheidsprofielen zouden een middel kunnen zijn om de opkomst en het succes van strongmen over de hele wereld te verklaren.’
Nai en Toros brachten de persoonlijkheidsprofielen van politiek leiders in kaart aan de hand van twee bekende persoonlijkheidsmodellen. Aan de ene kant gebruikten ze het Big Five persoonlijkheidsmodel, dat vijf positieve, ‘sociaal wenselijke’ persoonlijkheidseigenschappen onderscheidt:
Aan de andere kant gebruikten ze het Dark Triad-model om negatieve en potentieel schadelijke eigenschappen in kaart te brengen:
Het is vrijwel onmogelijk om de persoonlijkheid van politieke kopstukken en nationale leiders direct te meten, met psychologische tests of zelfrapportage. In plaats daarvan stellen Nai en Toros de waargenomen persoonlijkheid van politiek leiders vast aan de hand van beoordelingen door experts, die een vragenlijst invulden over de persoonlijkheidskenmerken van 157 politieke leiders. De dataset is onderdeel van een breder onderzoeksinitiatief waarmee informatie over wereldwijde verkiezingen wordt verzameld en is gebaseerd op de scores die zijn gegeven door meer dan 1800 experts op het gebied van politiek en verkiezingen.
Nai en Toros constateren dat kandidaten die als ‘autocraat’ worden aangemerkt, op meerdere persoonlijkheidskenmerken significant verschillen van niet-autocraten. Kort gezegd, scoren autoritaire politiek leiders lager op de positieve en sociaal wenselijke eigenschappen. Ze zijn minder vriendelijk, meer gesloten, ‘gemener’, impulsiever en scoren laag op emotionele stabiliteit. Aan de andere kant scoren ze zeer hoog op de drie eigenschappen van de Dark Triad, zelfs in vergelijking met rechtse niet-autocraten.
Maar dit betekent nog niet dat alle autocratische profielen een homogeen beeld geven; ze kunnen op meerdere punten afwijken van het gemiddelde autocratische profiel. Een voorbeeld daarvan is Donald Trump, die zelfs consequent lijkt af te wijken van de basislijn van het profiel van de gemiddelde autocraat: lagere score op vriendelijkheid, ordelijkheid en emotionele stabiliteit en hogere score op extraversie, narcisme, psychopathie en machiavellisme. Nai en Toros vonden ook een iets afwijkend profiel bij Vladimir Poetin, die relatief hoog scoorde op strategische planning.
‘Dat neemt echter niet weg dat, zelfs met deze contrasten, het gemiddelde profiel van autocraten consequent - en vaak aanzienlijk - afwijkt van het profiel van niet-autocraten’, concluderen Nai en Toros.
Het lijkt erop dat de term ‘strongmen’ uitsluitend van toepassing is op mannen en niet op vrouwen, en dat alleen mannen hoog scoren op de Dark Triad in combinatie met een lage score op sociaal wenselijke eigenschappen. Angela Merkel van Duitsland en Jacinda Ardern van Nieuw-Zeeland bleken bijvoorbeeld zeer hoog te scoren op de Big Five en wat lager op de Dark Triad.
‘We weten niet precies wat de verklaring hiervoor is’, zegt Nai. ‘Heeft het te maken met een verschil in persoonlijkheidskenmerken tussen mannen en vrouwen, of met het feit dat er simpelweg minder vrouwen te vinden zijn in deze machtsposities, als gevolg van genderstereotypen en het feit dat hooggeplaatste politieke posities nog altijd gemakkelijker bereikbaar zijn voor mannen? Het zou een trend kunnen zijn dat vrouwelijke politieke leiders hoger scoren op sociaal-positieve eigenschappen, maar op basis van onze dataset kunnen we die conclusie nog niet trekken.’
Begrijpen wie de politiek leiders zijn en wat hun persoonlijkheidskenmerken zijn, is een eerste stap naar het verklaren van hun gedrag. In een vervolgonderzoek analyseren Nai en zijn collega's hoe de persoonlijkheidskenmerken die ze hebben gevonden van invloed zijn geweest op de manier waarop politiek leiders in de wereld de coronacrisis hebben aangepakt. En in toekomstig onderzoek zullen ze ook de effectiviteit van autocratisch leiderschap onderzoeken aan de hand van objectieve maatstaven als de invoering van nieuwe wetten en economische resultaten.