25 juni 2020
De meeste jongeren in het onderzoek geven aan dat de coronamaatregelen invloed hebben gehad op hun sociale leven. Zij hebben hun vrienden lang niet gezien, waren bang om af te spreken en door het ontbreken van school, sport en feesten lag het sociale leven buitenshuis stil. Toch lukte het nagenoeg alle jongeren om op andere manieren contact te onderhouden, bijvoorbeeld door middel van (video)bellen, appen, online games spelen, online spelletjesavonden en social media (snapchat en Instagram).
De meeste jongeren geven aan dat ze naast hun ouder(s) iemand hebben voor raad en advies, zoals schoonouders, opa’s en oma’s, collega’s, vrienden van ouders of begeleiders van school. Met hen bespraken zij over het algemeen de coronacrisis en de getroffen maatregelen met een positieve invloed op het naleven van die maatregelen.
De helft van de jongeren in het onderzoek geeft aan dat de coronacrisis en maatregelen hun stemming negatief heeft beïnvloed. Ze slapen minder, denken negatiever, voelen zich eenzaam of geïrriteerd en maken zich meer zorgen over hun eigen gezondheid en/of schoolprestaties. Maar er zijn ook jongeren die benoemen dat dit alles hen iets positiefs heeft gebracht. Zo was er meer ruimte om te doen wat ze zelf wilden en konden sommigen meer creatief bezig zijn met bijvoorbeeld schrijven en pianospelen.
Sinds de versoepelingen zijn de jongeren uit het onderzoek anderen meer gaan zien. Ze geven aan zich ook na de versoepelingen over het algemeen aan de maatregelen te houden. Ze noemen de maatregelen een noodzakelijk kwaad om de verspreiding van het virus onder controle te krijgen.
Tegelijkertijd stellen de meeste jongeren dat de 1,5 meter-afstand-regel soms lastig kan zijn, vooral als ze met hun vrienden afspreken, en worden drukke plekken nog vermeden. Het overgrote deel geeft aan nog niet van alle versoepelingen gebruik te maken. Zo vinden veel van de ontmoetingen nog steeds online plaats.
Een beperkt aantal jongeren zou graag een differentiatie van de aanpak zien, waarbij voor jongeren meer versoepelingen gelden, zolang ze maar niet in contact komen met ouderen of andere kwetsbare groepen.
De toegenomen mogelijkheden om je bij de GGD te laten testen op de aanwezigheid van het coronavirus, wordt door vrijwel alle geïnterviewde jongeren als een positieve ontwikkeling gezien waar zij ook graag gebruik van willen maken mochten ze coronaklachten krijgen. Als de test aan zou geven dat het coronavirus aanwezig is, zal bijna elke geïnterviewde ervoor kiezen om in thuis-quarantaine te gaan. Zij zien daarnaast een negatieve test niet als vrijbrief te stoppen met het naleven van de maatregelen.
Op basis van de interviews met jongeren adviseren de onderzoekers de overheid jongeren te complimenteren voor het zich houden aan de maatregelen en jongeren en volwassenen te helpen elkaar te vinden en over de coronamaatregelen in gesprek te gaan. Dit kan een positieve invloed op het naleven hebben. Ook is het goed te erkennen dat jongeren de coronacrisis en maatregelen psychisch zwaar kunnen vinden. Benoem dat dit ‘een gezonde reactie is op een onnatuurlijke situatie’ en roep jongeren op om de mentale belasting te bespreken met ouders, vrienden en steunfiguren in hun omgeving.
De resultaten van het onderzoek worden ook genoemd in de brief van minister de Jonge van 24 juni aan de Tweede Kamer over de stand van zaken rond Covid-19 en versoepeling van maatregelen.
Deze analyse is gebaseerd op (telefonische) interviews door onderzoekers van de UvA, vakgroep Forensische Orthopedagogiek, in samenwerking met het RIVM, met 35 jongeren die tussen de 16 en 24 jaar zijn. De interviews zijn gehouden tussen woensdag 3 juni en zondag 7 juni 2020.