6 april 2020
Tijdens zijn campagne – en in de periode daarna – beschuldigde Donald Trump de media en zijn politieke opponenten continu van het verspreiden van fake news. Het was geen nieuwe term die hij bezigde, maar sindsdien staat “nepnieuws” volop in de schijnwerpers en wordt het verwijt te pas en te onpas gebruikt om de geloofwaardigheid van politieke tegenstanders of de pers in twijfel te trekken. Deze strategie wordt gebruikt door politieke leiders over de hele wereld, en kan er zelfs toe leiden dat informatie over het coronavirus in twijfel wordt getrokken.
‘We hebben de relatie onderzocht aan de hand van twee zaken: 1. De schuld geven aan de oneerlijke media als onderdeel van de corrupte elites die het volk misleiden en 2. Het stellen van populistische grenzen op een volksgerichte, antideskundige en bewijsvrije manier. Uit onze analyse in de VS en Nederland blijkt dat de politieke leiders Donald Trump en Geert Wilders de legitieme media op populistische wijze de schuld geven door ze te beschouwen als onderdeel van het corrupte en leugenachtige establishment.’
‘Vergeleken met linkse-populistische en mainstream politici maken de rechtspopulisten die wij onderzochten, Trump en Wilders, zich het meest schuldig aan het verspreiden van populistische desinformatie. Zowel Trump als Wilders omzeilen empirisch bewijs en expertkennis, en stellen “de waarheid en het gezond verstand van het volk” centraal. Linkse populisten leggen trouwens ook wel de nadruk op het centraal stellen van het volk en ze hebben de neiging om hun politieke rivalen en het bedrijfsleven van oneerlijkheid te betichten. Maar zij refereren niet expliciet naar bewuste misleiding en leugens van de media. Alhoewel het een “gewone” politieke strategie is om opponenten te wijzen op fouten en incorrecte informatie, onderscheidt een rechts-populistische communicatiestrategie zich door het aanvallen van de legitimiteit, neutraliteit en eerlijkheid van de pers of de politieke elite.’
‘Het probleem van desinformatie of nepnieuws is wellicht niet zozeer de verspreiding van onjuiste informatie, maar de aanval op de betrouwbaarheid van bewezen feiten en empirische kennis. Het gevolg kan zijn dat feitelijke kennis en waarheden steeds relatiever worden, aangezien burgers zelf een versie van “de” waarheid kunnen kiezen die aansluit bij hun bestaande overtuigingen. De belangrijkste implicatie is dus wellicht dat het vertrouwen van mensen in de politiek en media kan worden geschaad.'
‘Als mensen geen vertrouwen hebben in de eerlijkheid van de informatie over de crisis, zijn zij minder bereid om mee te werken aan de interventies die worden voorgesteld door de gevestigde orde. In de huidige coronacrisis is ook te zien dat rechts-populisten vaak ingaan tegen de informatie en adviezen van de autoriteiten. Ook al beschouwen ze deze informatie niet direct als fake news, het ingaan tegen experts en de feiten die door de elite worden gecommuniceerd, volgt een populistische communicatiestrategie die voor verwarring kan zorgen. Verwarring en een cynische houding ten opzichte van deze informatie kan, vervolgens, resulteren in minder bereidheid om richtlijnen voor gedrag op te volgen.’
Lees het artikel 'Populist Disinformation: Exploring Intersections between Online Populism and Disinformation in the US and the Netherlands'