Maatschappelijke impact corona
19 maart 2020
Angstige mensen gaan op zoek naar informatie over het gevaar en onthouden dit ook beter
Deskundigen en cijfers leren ons dat het virus zeer besmettelijk is, met een snelle toename van het aantal zieken en doden tot gevolg. De beelden uit China en Italië en de constatering van een pandemie door de WHO wakkeren onze angst verder aan.
Mensen die zwak of ziek zijn, hebben meer kans geraakt te worden, maar verder lijkt het virus geen onderscheid te maken tussen arm, rijk, Westers, niet Westers, man, vrouw, homo, hetero, geleerd of ongeletterd. Voor grote groepen mensen is de dreiging dus echt aanwezig, en is er een goede reden om onzeker, bezorgd of angstig te zijn. Maar is er ook sprake van collectieve paniek, of massahysterie? En wanneer kun je dit verwachten?
Het cruciale kenmerk van angst is de onzekerheid. Er is dreiging, maar geen duidelijkheid. We weten niet wanneer en waar het virus toeslaat en hoeveel slachtoffers het uiteindelijk gaat maken. Dat maakt angst anders dan bijvoorbeeld verdriet. Op het moment dat iemand is overleden, maakt de angst plaats voor verdriet. We hebben zekerheid. Geen fijne zekerheid, maar wel zekerheid.
Mensen die onzeker zijn, gaan op zoek naar informatie. Ze willen weten hoe reëel de dreiging voor hen is, of hun snotneus betekent dat ze Corona hebben, en wat ze kunnen doen om de kans op besmetting te verkleinen. En zo lang hoeven ze niet te zoeken: trending hashtags, coronasites, Facebookgroups, speciale nieuwsuitzendingen, maar ook de meningen van vrienden en familie. Iedereen heeft informatie over het virus, waar het vandaan komt en hoe de regering het zou moeten bestrijden.
Onze onzekerheid heeft consequenties voor de manier waarop we informatie zoeken en verwerken, waar we aandacht aan besteden en wat we onthouden. Veel meer dan minder angstige mensen, zoeken angstige mensen naar informatie over het gevaar, onthouden dit ook beter én overschatten bevestigende informatie over de dreiging.
Daarnaast is er een verband tussen angst en de neiging om in complottheorieën te geloven: ‘het virus is door Chinese spionnen gestolen uit een lab om de eigen bevolking te besmetten, de farmaceutische industrie heeft het zelf ontworpen om straks vaccins te kunnen verkopen, en Rutte doet te weinig te laat om zichzelf in het zadel te houden.’
Complottheorieën nemen voor sommige mensen onzekerheid weg: ze willen weten waar het virus vandaan komt en gaan op zoek naar een verhaal dat het beste past bij hun denken over de wereld. Dit complot denken wordt verder gevoed door een kritische blik op eerdere uitspraken van experts. RIVM directeur Van Dissel en premier Rutte die in januari nog zeiden dat het mee zou vallen, wordt nu verweten dat ze te laat en inadequaat hebben gehandeld. De ‘hind sight bias’ wordt dit in de psychologie genoemd: achteraf hebben de criticasters altijd gelijk.
Doordat we massaal opzoek gaan naar informatie, wordt de mening van anderen over de dreiging op een gegeven moment belangrijker dan de feitelijke informatie. Het gevaar zelf raakt uit beeld, en we zien alleen nog maar hoe anderen hierop reageren.
Stel je voor dat je in een vliegtuig zit dat op een gegeven moment nogal hard heen en weer schudt. Je denkt dat er sprake is van normale turbulentie. Maar wanneer de stewardessen paniek verschijnselen vertonen, dan is de kans groot dat jij en iedereen in het vliegtuig echt bang worden. De reactie van anderen (in dit geval de stewardessen) is nu de bron van je angst geworden, niet meer het schudden van het vliegtuig.
Je zou dit besmettelijke angst kunnen noemen, iets wat we ook terugzien bij het coronavirus. Als we geen handen meer schudden, of ons sociaal onthouden is dit verstandig gedrag gebaseerd op informatie over het virus. Maar als we de supermarkten gaan leeg hamsteren terwijl er voldoende voedsel is, is dit geen verstandig gedrag meer maar massahysterie gevoed door de angst voor het virus en een nieuw aangeboorde angst: niet genoeg te eten te hebben.
Angst is moeilijk te bestrijden, zeker als er reëel besmettingsgevaar is. Maar we kunnen er wel voor zorgen dat onze angst niet de overhand neemt en ons gedrag gaat bepalen. Hoe? Door te blijven nadenken en niet alleen op onze gut feelings of de meningen van anderen te varen. Door te accepteren dat we geen definitieve zekerheid hebben, en dat ook de overheid probeert de beste adviezen te geven op basis van de feitelijke informatie waarover zij beschikt.
Een goede manier om met je angst om te gaan is door je angst in perspectief te plaatsen (er zijn vaak nog steeds ergere dingen in de wereld), afleiding te zoeken, maar vooral ook de onzekerheid te accepteren.
En tot slot, andere mensen warmte en steun bieden, dat is wat iedereen nodig heeft.