8 februari 2024
Wim werd geboren in Amsterdam op 7 maart 1948. Toen hij in de taalkunde terechtkwam had hij al een andere carrière achter de rug. Hij studeerde af in de vliegtuigbouw in Delft in 1970 en werkte daarna bij het Europees Ruimteagentschap (ESA), waar hij het onderzoek naar gewichtloosheid coördineerde. Dit onderzoek gebeurde aan boord van Russische satellieten, waardoor hij veel tijd in Rusland doorbracht.
Wim had een groot talent voor talen, en hij gebruikte zijn vrije tijd om zich in talen te verdiepen. Naast Duits, Engels, Frans en Esperanto verwierf hij ook Italiaans, Spaans, Russisch en Baskisch. Op het terrein van die laatste taal voltooide hij zelfs, in 1989 aan de Universiteit Leiden, zijn tweede academische opleiding als enige hoofdvakstudent in de geschiedenis van dat vak. Hij had een zeer verzorgd en elegant taalgebruik, waarschijnlijk in al die talen. Voor Esperanto had hij al op jonge leeftijd een belangstelling ontwikkeld, en het was ook via die taal dat hij zijn Italiaanse vrouw Marisa leerde kennen.
In 1998 kwam er een einde aan Wims carriëre in de ruimtevaart en werd hij taaldocent en publicist. Die laatste activiteit leidde toen onder andere tot de publicatie van Relax! (Veen, 2002), waarin een belangrijke belangstelling van hem aan de orde komt, namelijk die van de toekomst van het Nederlands. In 2002 werd hij aan de UvA benoemd als bijzonder docent Interlinguïstiek en Esperanto, een benoeming die werd omgezet in die van bijzonder hoogleraar in 2008. In de tussentijd was Wim gepromoveerd op het proefschrift Woordvolgorde in het Esperanto: Normen, taalgebruik en universalia (LOT, 2007). In het proefschrift onderzoekt hij de interessante vraag wat er met een kunsttaal gebeurt als deze in natuurlijke omstandigheden als communicatiemiddel wordt gebruikt: welke elementen blijven behouden, welke veranderen, en kunnen we die veranderingen in verband brengen met universele eigenschappen van taal?
In zijn jaren als bijzonder docent en bijzonder hoogleraar publiceerde hij regelmatig over het Esperanto. Net voor zijn onverwachte overlijden voltooide hij nog een monografie in het Esperanto over de morfologie van het Esperanto. Maar hij bleef ook het Baskisch trouw. Zo publiceerde hij in eigen beheer een woordenboek Baskisch-Nederlands/Nederlands-Baskisch (1996) en het cursusboek Beginner’s Basque (Hippocrene, 2002). Hij combineerde zijn belangstelling voor deze twee talen soms ook, bijvoorbeeld door een vertaling van Baskische spreekwoorden naar het Esperanto (Mil eŭskaj proverboj, met Aitor Arana, Haranaga Liburuak/Erroteta Argitaletxea, 2018) uit te brengen.
Wim was een zeer geliefde docent en een zeer gewaardeerde collega, bescheiden en beminnelijk, die we ons nog lang zullen herinneren.