5 april 2023
Met de ongekende populariteit van online platformen en digitale media is ook een enorme stroom aan data ontstaan: van zoekopdrachten tot tweets, video’s en artikelen op Wikipedia. Dat soort gegevens is interessant voor onderzoek op bijvoorbeeld het gebied van journalistiek, cultuurwetenschappen en politieke communicatie, stelt mediawetenschapper Erik Borra. ‘Online platformen bestaan pas vrij kort, maar ze faciliteren en beïnvloeden een groot deel van onze communicatie. Door ze te onderzoeken kunnen we online kwesties en controverses heel goed in kaart brengen en plaatsen, en digitale cultuur bestuderen.’
Toch zitten er wel wat haken en ogen aan het gebruik van dit type data: vaak ontbreken goede gereedschappen om er onderzoek naar te doen, doordat veel onderzoeksmethoden stammen uit een tijd waarin online platformen en sociale media nog niet bestonden.
Veel onderzoeksmethodes zijn gericht op het kijken naar alleen inhoud óf alleen activiteiten, legt de promovendus uit. Zo wordt vaak bijvoorbeeld alleen de inhoud van tweets geanalyseerd, maar niet in hoeverre ze geliket, gedeeld of becommentarieerd worden. ‘Terwijl het juist belangrijk is om beide kanten van de data – zowel de inhoud als de activiteit die er onlosmakelijk aan verbonden is – te bekijken, om deze data en de invloed van de platformen daarop goed te kunnen plaatsen.’
Online platformen bestaan pas vrij kort, maar ze faciliteren en beïnvloeden een groot deel van onze communicatie.
Borra, die voordat hij zich op de mediawetenschappen ging richten Kunstmatige Intelligentie studeerde, ontwikkelde zelf nieuwe methoden en technieken die dat soort onderzoek mogelijk maken. Hij schreef onder meer software waarmee ‘issue-netwerken’ op bijvoorbeeld Twitter en Wikipedia kunnen worden onderzocht. Zo kunnen onderzoekers in kaart brengen welke onderwerpen er spelen op een platform, welke standpunten daarbij worden ingenomen, en hoe de betrokkenen – bijvoorbeeld twitteraars – zich tot elkaar en elkaars standpunten verhouden.
Zelf paste de promovendus zijn methodes toe in een aantal casestudy’s. Zo analyseerde hij hoe activisten Twitter probeerden te gebruiken als journalistiek platform om verslag te doen van een G20-top, en onderzocht hij hoe informatie en controverses rondom klimaatverandering vorm kregen op Wikipedia.
Zo kunnen we tot nieuwe inzichten komen over het functioneren van zoekmachines zelf, en waar dat maatschappelijk gezien toe leidt.
Voor een andere casestudy was Borra een tijdlang gastonderzoeker bij Yahoo! research in Barcelona, waar hij de politieke kleur van zoekopdrachten rondom de Amerikaanse verkiezingen onderzocht. Hij ontwikkelde een methode waarmee hij politieke voorkeuren, interesse en framing in zoekopdrachten in kaart wist te brengen. Uit zijn onderzoek bleek onder meer dat zoekmachines onderdeel zijn van een gepolariseerd medialandschap en dat ze daar zelf ook aan bijdragen. ‘Zoekopdrachten staan niet op zichzelf; er is altijd een actie, een klik op een bepaalde webpagina aan verbonden – en welke dat is, daar heeft de zoekmachine invloed op’, aldus Borra. ‘Door dat mee te nemen in onderzoek, kunnen we ook tot nieuwe inzichten komen over het functioneren van zoekmachines zelf, en waar dat maatschappelijk gezien toe leidt.’
Borra raakte geïnteresseerd in nieuwe media toen die nog in opkomst waren. ‘Tijdens mijn studie werd veel onderzoek gedaan naar hoe bijvoorbeeld automatische gezichtsherkenning en fraudedetectie mogelijk gemaakt konden worden, maar over de plaats van algoritmes en nieuwe media in de maatschappij werd toen nog niet veel nagedacht.’ Door zijn achtergrond als programmeur kon hij in zijn eigen onderzoek ideeën en concepten uit de programmeerpraktijk samenbrengen met de sociale en geesteswetenschappen, om zo een brug te slaan tussen verschillende vakgebieden.
Als technisch directeur van het Digital Methods Initiative was de promovendus betrokken bij de ontwikkeling van bijna honderd verschillende instrumenten voor het onderzoeken en visualiseren van webgegevens. De software die hij schreef voor het analyseren van tweets is inmiddels een wijdverspreide tool onder onderzoekers. ‘Maar sinds Elon Musk de scepter zwaait over het platform, is helaas onduidelijk in hoeverre Twitter-data voor onderzoekers toegankelijk blijft.’