6 december 2021
Deze week verdedigt Sanne Frequin haar proefschrift over propaganda in de grafmonumenten van het grafelijk Henegouwse Huis van 1280-1356, maar haar academische carrière begon op een heel ander domein. ‘Ik wilde eigenlijk geneeskunde studeren, maar daar was ik uitgeloot’, vertelt de promovendus. ‘Dus ben ik aan psychologie begonnen.’
Deze opleiding was voor Frequin ‘geen hit’; ze dacht zelfs dat studeren te moeilijk was voor haar. Door een bijvak bij de opleiding Kunstgeschiedenis veranderde haar carrièrerichting: ‘Ik dacht: wow, dus dit is ook een optie. Kun je hier je werk van maken?’ Ze bleef nog lang plakken aan de universiteit: na een research master aan de UvA volgde haar promotietraject.
Het onderwerp van haar proefschrift kwam door een gelukkig toeval op haar pad. ‘Ik had me te laat ingeschreven voor mijn vakken, en kwam terecht in een vak over doodscultuur. Dat was echt mazzel’, zegt Frequin. Vanaf dat moment zat de fascinatie voor grafmonumenten diep bij de onderzoeker. ‘Door naar die grafmonumenten te kijken zie je heel veel over de wereld er omheen. Naast dat het ook hele mooie objecten zijn om te zien, als ze nog heel zijn. En’, lacht ze, ‘het is niet zo voor de hand liggend. Daar houd ik ook wel van.’
In haar proefschrift onderzoekt Frequin het antwoord op de vraag: hoe laat je zien dat je ergens al heel lang de baas bent? Hiervoor ging ze op zoek in de geschiedenis naar machthebbers wiens macht betwist werd. ‘De familie die ik heb onderzocht, het Henegouwse huis, is interessant omdat het een familie is die afstamt van een bastaard.’ In de middeleeuwen, toen bloedlijn bepalend was voor je waarde, was dit een compromitterend feit voor een adellijke familie.
De manier waarop mensen in de middeleeuwen hun graftombe vormgaven, is volgens Frequin te vergelijken met hoe mensen tegenwoordig hun profiel op sociale media gebruiken. ‘De plek waar je begraven wordt, hoe een grafmonument eruitziet, wie er nog meer op die plek begraven is. Dat zorgt er allemaal voor dat er een bepaalde boodschap wordt uitgedragen’, legt ze uit.
Een centraal element van die boodschap draait om bloedlijn. De leden van de grafelijke familie van Henegouwen zetten levensgrote afbeeldingen van familieleden op hun graftomben. Het aantal generaties ging zo ver mogelijk terug, om aan te tonen hoe lang de familie al aan de macht was. Alleen de meest invloedrijke familieleden en hun bondgenoten werden in steen vereeuwigd. Op deze manier werd de afstamming van de bastaard zoveel mogelijk verbloemd. In de vergelijking met sociale media pronken ze dus alleen met ‘hun coolste Facebookvrienden’.
In haar proefschrift noemt Frequin deze manier van communiceren via graftomben propaganda (in plaats van representatie), omdat door deze term de actoren die een rol spelen bij de totstandkoming en de verkondiging van een politieke boodschap (de zender, de ontvanger en het medium) nadrukkelijker besloten zitten. De onderzoeker voorziet wel discussie over het gebruik van deze term. ‘Maar daar verheug ik me al reuze op, ik denk dat ik de keuze goed onderbouwd heb.’
Een pittig aspect van het onderzoek is dat slechts twee van de graftomben van de graafschap van Henegouwen (beschadigd) overgeleverd zijn. Hierdoor was reconstructie een belangrijk onderdeel van het promotietraject en dat vergde de inzet van verschillende disciplines.
Veel van de benodigde vaardigheden had Frequin nog niet bij de start van het onderzoek, maar dat maakte de ervaring volgens haar juist heel bijzonder. Zo werkte ze samen met het 4D Research Lab van de UvA, leerde ze middeleeuws schrift lezen met een groep historici en bekwaamde ze zich in heraldiek (de studie naar wapens van personen, families en instellingen) met hulp van een onderzoeker uit Denemarken.
In de Domkerk in Utrecht is één van de twee overgeleverde graftomben van het graafschap van Henegouwen nog te zien, in zwaar beschadigde staat. Frequin heeft een virtuele reconstructie gemaakt waardoor de originele staat van de tombe te zien is. Met behulp van crowdfunding heeft ze hiervan een 3D-print gemaakt. De beschilderde versie wordt tijdens de promotie gepresenteerd. Een gereconstrueerd fragment van de graftombe wordt gedoneerd aan de Domkerk, zodat dit naast de overgeleverde tombe tentoongesteld kan worden.
Frequin gebruikt haar onderzoek ook in de colleges die ze geeft. ‘Studenten denken weleens: waarom grafmonumenten, dat is toch supersaai? Maar als je het hebt over methoden, zoals die 3D-reconstructies, dan wordt het in één keer veel interessanter. Als ik zeg: “Jongens, ik heb een probleem. Ik wil onderzoek doen naar grafmonumenten, maar ze zijn weg. Hoe gaan we dit aanpakken?” Dan is het een heel ander verhaal.’
'Je hoeft geen stereotype grijze man te zijn om iets zinnigs te zeggen over wetenschap'
‘Er wordt weleens gezegd: geesteswetenschappen, dat kan iedereen, want geesteswetenschappers hebben geen methode’, zegt Frequin. ‘Dat is natuurlijk niet waar, maar wij zijn soms niet zo goed in het communiceren van onze methode. We laten het resultaat zien in een mooie tentoonstelling, en hoe we dat hebben gevonden, daar praten we niet over.’
Frequin traint ook onderzoekers, voornamelijk promovendi, om hun onderzoek beter te communiceren naar een groot publiek. ‘Het is belangrijk om te laten zien dat onderzoekers mensen zijn. Je hoeft geen stereotype grijze man te zijn om iets zinnigs te zeggen over wetenschap, je kunt ook een jonge vrouw zijn zoals ik.’
De promotie van Sanne Frequin vindt plaats op 8 december om 14:00 in de aula van de Oude Lutherse kerk. De ceremonie is fysiek bij te wonen of te volgen via een livestream.