7 september 2021
Het is een klassieke vraag in de geesteswetenschappen: in hoeverre beïnvloedt taal hoe we de wereld om ons heen waarnemen en interpreteren? UvA-taalwetenschapper Monique Flecken en haar collega’s van het Max Planck Instituut en de Universiteit Zürich onderzochten dit met behulp van methoden uit de cognitiewetenschap.
In een serie experimenten lieten ze hun proefpersonen een video zien van een cirkel gevuld met kleine witte stipjes tegen een zwarte achtergrond. In sommige van de filmpjes zat tussen de stipjes een bewegend poppetje verstopt, dat moeilijk te zien was doordat het zelf ook uit witte stipjes bestond. De onderzoekers waren benieuwd of de proefpersonen er beter in zouden slagen het poppetje te herkennen als het filmpje werd voorafgegaan door een woord dat beweging uitdrukte, zoals ‘wandelaar’ of ‘roeier’. Dat bleek inderdaad het geval te zijn, vertelt Flecken. ‘Na het zien van zo’n woord lukte het de proefpersonen beter en sneller het bewegende poppetje te herkennen. Taal kan dus helpen dingen beter te zien – in dit geval beweging.’
Interessant genoeg bleek uit de experimenten nog iets anders: taal kan ons ook dingen laten waarnemen die er niet zijn. Flecken: ‘In sommige filmpjes zat helemaal geen bewegend poppetje verstopt, maar toch dachten proefpersonen na het zien van een woord als ‘danser’ of ‘wandelaar’ een poppetje te zien. Woorden kunnen je dus ook voor de gek houden.’
De bevindingen van de onderzoekers wijzen erop dat taal, waarneming en interpretatie sterk aan elkaar gekoppeld zijn. Dat is ook interessant in de actuele discussie over bias en framing, fenomenen waarin taal een belangrijke rol speelt. Flecken: ‘Taal is vaak een sturend mechanisme. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van verschillende metaforen voor migranten: de een noemt ze gelukszoekers, de ander slachtoffers. Welke woorden men gebruikt, heeft invloed op de beeldvorming. Dat taal dat vermogen heeft, hebben we met ons onderzoek nu op een heel fundamenteel niveau aangetoond.’
Inmiddels zijn Flecken en collega’s bezig met vervolgonderzoek, waarbij ze met behulp van een fMRI-scanner kijken wat er tijdens het uitvoeren van hetzelfde experiment gebeurt in de hersenen van de proefpersonen. ‘We willen graag weten of het effect dat we gevonden hebben, ook in de hersenen zichtbaar is’, legt de onderzoeker uit, ‘door na te gaan of er bij het ‘zien’ van een poppetje dat er niet is, ook activatie is in de visuele cortex van proefpersonen. Zo kunnen we te weten komen of een woord ook echt letterlijk een beeld bij mensen oproept.’
Ksenija Slivac, Alexis Hervais-Adelman, Peter Hagoort en Monique Flecken ‘Linguistic labels cue biological motion perception and misperception’, in: Scientific Reports (26 augustus 2021).