Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Vrouwen waren het slachtoffer van genderspecifiek geweld tijdens de Spaanse burgeroorlog en de dictatuur van Franco, zegt archeoloog en forensisch antropoloog Laura Muñoz-Encinar in een recente publicatie. Door onderzoek naar massagraven vond ze nieuw bewijs over de specifieke vormen van onderdrukking die vrouwen in deze periode meemaakten.
Voorwerpen uit massagraven
Voorwerpen die gevonden zijn bij de lichamen van vrouwelijke slachtoffers in de massagraven van Fregenal de la Sierra (foto: Laura Muñoz-Encinar)

Van oorbellen tot haarspelden en schoenen met hoge hakken: Laura Muñoz-Encinar (postdoctoraal onderzoeker aan de Amsterdam School for Heritage, Memory and Material Culture) vond allerlei persoonlijke bezittingen van vrouwen in de massagraven die ze onderzocht in Zuid-Spanje.

De voorwerpen zijn de stille getuigen van het geweld tegen vrouwen dat plaatsvond tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) en de dictatuur van Franco (1939-1975). In deze tijd werden veel antifascistische vrouwen het slachtoffer van martelingen, verkrachting en andere vormen van genderspecifiek geweld. Zo werden ze fysiek en psychologisch lastiggevallen, geschoren, of aan het publiek getoond nadat ze waren gedwongen om wonderolie te drinken (waardoor ze ernstige diarree kregen, zogenaamd ‘om het communisme uit hun lichaam te verdrijven’).

Executie van zwangere vrouwen

Uit eerder onderzoek was al veel bekend over genderspecifiek geweld in Spanje, maar Muñoz-Encinar is de eerste die het onderwerp behandelt door het bestuderen van massagraven. De archeologe onderzocht de inhoud van 35 massagraven, waarin ze de stoffelijke resten van 25 vrouwen aantrof. Door deze aanpak kon ze haar archeologische en antropologische data vergelijken met de informatie in geschreven en mondelinge bronnen. Haar bevindingen leveren nieuw bewijs op van het geweld tegen vrouwen tijdens de onderdrukking van Franco.

‘Waarschijnlijk het meest schokkende bewijs dat ik heb gevonden’, zegt Muñoz-Encinar, ‘was het lichaam van een zwangere vrouw in een massagraf in het zuidwesten van Spanje. In haar bekken vonden we de skeletresten van een zeven tot negen maanden oude foetus. Veel auteurs hebben eerder al geschreven over de executie van zwangere vrouwen tijdens de Spaanse burgeroorlog en de dictatuur van Franco, maar dit was de eerste keer dat we het archeologisch konden bewijzen. Het was een opmerkelijk moment voor ons.’

Matilde Morillo Sánchez
Foto's van Matilde Morillo Sánchez, een van de slachtoffers (foto: Laura Muñoz-Encinar)

Mechanisme om de vijand te terroriseren

Volgens de onderzoeker is genderspecifiek geweld al lange tijd een veelgebruikte oorlogsstrategie in verschillende delen van de wereld. ‘In oorlogen door de geschiedenis heen, net als in het geval van de Spaanse burgeroorlog en de dictatuur van Franco, zijn vrouwen als wapen gebruikt en is de mishandeling van hun lichamen ingezet als een mechanisme om de vijand te terroriseren en te straffen.’

De erkenning van de slachtoffers van de repressie van Franco en de opgraving van massagraven zijn de belangrijkste onopgeloste problemen in het hedendaagse traumatische verleden van Spanje, zegt de onderzoeker, en vormen in Spanje nog steeds een belangrijk onderwerp van gesprek.
 

Publicatiedetails

Laura Muñoz-Encinar (2020) Unearthing gendered repression: an analysis of the violence suffered by women during the civil war and Franco’s dictatorship in Southwestern Spain, World Archaeology, 51:5, 759-777.