Ik heb eerst sociaalpedagogische hulpverlening gestudeerd, op het hbo. Tijdens mijn stage had ik al gauw door dat er achter gedrag vaak zoveel meer zit en dat de groep jeugdige delinquenten een hele kwetsbare groep is. Ik geloof dat je ze met hulpverlening een beter toekomstperspectief kan bieden en daar wilde ik me graag voor inzetten. Na mijn hbo-opleiding had ik deze master al op het oog, maar ik kreeg na mijn stage een baan aangeboden en toen heb ik eerst twee jaar gewerkt. Daarna begon het toch weer te kriebelen, ik miste de verdieping in mijn werk. De verdieping die ik hoopte te vinden heb ik zeker gevonden.
Voor ik begon vroeg ik me af of de wetenschap wel iets voor mij was. Vooral over de statistiek twijfelde ik. Maar naast statistiek zijn er nog zoveel verdiepende vakken die het interessant maken. Doordat je veel verschillende theorieën, invalshoeken en meningen meekrijgt in de opleiding, leer je zelf kritisch denken en dingen van verschillende kanten te bekijken. Je neemt niet alles meer zomaar aan en dat voegt veel toe aan je professionaliteit. Je bent nooit uitgeleerd, het werkveld verandert steeds. De praktijk en de veranderingen daarin worden ook meegegeven in de colleges. Bijna elke week waren er wel gastdocentenuit heel verschillende hoeken. Iemand van het advies- en meldpunt kindermishandeling of een kinderrechter bijvoorbeeld.
In het eerste semester volg je zes vakken en word je eerst met theorie klaargestoomd voor je met je stage begint. Dan ben je in ieder geval goed onderlegd met theorie en kennis. Stage-instellingen vinden het ook fijn als je al wat kennis hebt, je doet er natuurlijk best wel iets specifieks. Alle vakken zijn gericht op de forensische kant en vooral verdiepend. Diagnostiek is bijvoorbeeld een belangrijk onderdeel van het vak. Bij forensische orthopedagogiek krijg je vooral veel te maken met het inschatten van risico’s, bijvoorbeeld op recidive, maar ook of er binnen een gezin risico is op kindermishandeling.
Ik loop nu stage bij een polikliniek die behandeling aanbiedt aan delinquenten, zowel volwassenen als jongeren. Ik loop vooral mee met jeugdige delinquenten, bij behandelingen die bijvoorbeeld gericht zijn op het verminderen van agressie bij jongeren. Zij gaan dan individueel in gesprek, maar volgen ook groepssessies. Ik loop ook mee met behandelingen waar het hele gezin bij betrokken wordt en de therapeut bij het gezin thuis op bezoek gaat. Vooral als het jeugd betreft worden vaak de ouders bij de behandeling betrokken, en soms ook de broertjes en zusjes.
Verder bestaat mijn stage ook uit het doen van psychologisch onderzoek. Dan ga ik aan de hand van vragenlijsten en testen onder begeleiding een onderzoek uitvoeren. Op het moment doe ik ook voor een deel wetenschappelijk onderzoek. Eén dag in de week ben ik respondenten aan het verzamelen, vragenlijsten aan het afnemen en data aan het invoeren. Mijn stage-instelling heeft ook gevraagd of ik mijn scriptie bij hen wil schrijven; daar ben ik nu mee bezig. Mijn scriptie gaat over de doeltreffendheid van een bepaalde behandeling en mijn onderzoek is dus ook in het belang van de instelling.
Hierna wil ik als orthopedagoog of gedragswetenschapper aan de slag. Ik ben er ook wel klaar voor, ik heb werkervaring opgebouwd en ik heb het idee dat ik voldoende bagage heb om aan de slag te gaan!