‘Ik ben niet heel erg goed in keuzes maken. Daardoor vond ik mijn studiekeuze een hele opgave, vooral omdat er zo ontzettend veel is om uit te kiezen. Ik zag allemaal termen en studies waarvan ik niet eens wist wat het allemaal inhield. Toen ben ik naar mijn middelbareschoolvakken gaan kijken. Vooral in wiskunde was ik goed en ik vond het ook leuk, dus daar ben ik twee jaar geleden voor gegaan.’

Pragmatisch

‘Ik heb er ook over nagedacht om Geschiedenis te gaan studeren, maar omdat ik hoorde dat bij die studie de kans op een baan klein was, heb ik heel pragmatisch voor Wiskunde gekozen. Toen was het echter nog niet helemaal duidelijk wat ik ging doen, want er zijn meerdere studies die iets met wiskunde van doen hebben. Aan de technische universiteiten kun je technische wiskunde studeren en ook econometrie raakt aan de wiskunde. Omdat die studies allebei vrij toepassingsgericht zijn en ik dingen liever theoretisch benader heb ik uiteindelijk voor de reguliere bachelor Wiskunde aan de UvA gekozen.’

Theoretisch

‘Dat het zo theoretisch is is de charme en het minpunt van wiskunde tegelijk. Het is leuk om te kunnen puzzelen en theoretisch bezig te zijn, maar je moet ook realistisch blijven. Soms gaat de stof nu eenmaal dieper dan je kan begrijpen in een semester. Dan moet je een stop op jezelf kunnen zetten en gewoon voor de stof van het vak gaan, terwijl je de overige stof links laat liggen. Die komt bij een ander vak wel weer terug. Er zijn best veel studenten die hier tegenaan lopen. Dan willen ze de stof te goed begrijpen en daardoor halen ze het vak niet.

Als je Wiskunde studeert is het ook van belang dat je niet te bang bent dat je het niet snapt. Zelf vraag ik me ook wel eens af wanneer het kwartje nu valt als ik met een bepaald wiskundig probleem zit, maar uiteindelijk komt het wel goed. Je kunt het altijd vragen aan medestudenten en docenten en in de werkgroepen heb je de ruimte om de stof goed op je te laten inwerken als je sommen maakt.’

Basiswiskunde

‘Bij Wiskunde volg je vaak vier of vijf vakken naast elkaar. Het allereerste vak dat ik kreeg vond ik gelijk een van de leukste. Basiswiskunde gaat over de fundamentele dingen die in elk gebied in de wiskunde wel terugkomen, zoals een verzameling en elementen. Dat zijn allemaal zaken die later in je studie weer terugkomen. Ook word je bij dit vak gelijk geattendeerd op het verschil tussen wiskunde op de middelbare school en wiskunde op de universiteit. Op de middelbare school is het toegespitst op de toepassing en nu hebben we het er veel meer over wat er aan bijvoorbeeld een functie ten grondslag ligt.’

Keuzeruimte

‘Naast de verplichte vakken heb je ook keuzeruimte binnen de bachelor. In je tweede jaar heb je daarvoor slechts ruimte voor een vak, maar in het derde jaar beslaat je keuzeruimte bijna de helft van je vakken. Volgend jaar wil ik misschien een geschiedenisvak volgen en daarnaast ga ik extra wiskundevakken volgen, want daarvan zijn er genoeg. Laatst bedacht ik me weer dat ik nog iets met econometrie wilde doen. Daarom volgde ik afgelopen jaar een econometrievak als keuzevak, maar dat was helemaal niks voor mij.’

Master

‘Ik heb nog een jaar te gaan voor mijn bachelor, en daarna zou ik graag een master willen doen. Ik weet nog niet of dat aan de UvA gaat zijn, want ik wil eigenlijk ook graag ervaren hoe het is om in het buitenland te studeren. In ieder geval wordt het een master in de wiskunde die waarschijnlijk met algebra te maken heeft.’