Een vooroordeel over de studie Wiskunde is dat je heel slim moet zijn. Of dat je hoge cijfers haalde op de middelbare school. Dat klopt niet. Het gaat er vooral om dat je gemotiveerd bent en uitdagingen aan wilt gaan. Ook moet je er tijd in willen steken om antwoorden te vinden op je wiskundige vragen. Je bent ook niet continue bezig met je studie. Er is tijd om naast je studie andere dingen te doen, zowel op werk- als privégebied.
Ik heb veel geleerd over wiskunde, maar ook over mezelf. Ik ben een stuk socialer dan ik dacht. Het is heel fijn om met elkaar over opgaves na te denken, hoewel je niet verplicht wordt om samen te werken. Ik vond het verrassend dat het fijn is om samen over opgaves na te denken. En als je er niet uit komt met elkaar, dan heb je ook nog ouderejaars en kundige docenten die je om hulp kunt vragen. Het vooroordeel dat je deze studie veelal in je eentje doet is dus niet waar.
Een van de moeilijke vakken vond ik Algebra 1. Het is een vakgebied binnen de wiskunde dat een hele andere en abstracte manier van denken vergt dan ik gewend was. Dat vond ik in het begin best moeilijk. De vakken Itereren en Visualiseren en Analyse op de lijn vond ik heel leuk. In deze vakken leer je de wiskunderegels van de middelbare school daadwerkelijk bewijzen.
Volgend jaar ga ik de master Mathematics doen aan de UvA. Deze master sluit goed aan op mijn bachelor en de vakken van die master lijken mij interessant. Bijvoorbeeld de vakken rondom de graventheorie en cryptografie. In die master volg ik het eerste jaar nog meer wiskundige vakken. En in het tweede jaar ga ik dan via de educatieve minor mijn lesbevoegdheid halen. Ik wil daarna namelijk les gaan geven op een middelbare school.