‘Als scheikundig onderzoeker in de kunst bij het Rijkserfgoed laboratorium reis ik het hele land door om objecten te bekijken en waar nodig monsters te nemen. Dit laboratorium is onderdeel van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Ik bestudeer schilderijen, monumenten en andere kunsthistorische voorwerpen met als doel ze zo goed mogelijk te restaureren. Zo heb ik gekeken hoe een plafond met muurschilderingen uit 1485 van een kerk in Enkhuizen er vroeger uit moet hebben gezien. Met onder meer een X-Ray fluorescentiemachine onderzocht ik welke zware metalen, en dus welke pigmenten, er zijn gebruikt. Maar het grootste deel van de tijd zit ik in het lab monsters te bestuderen, bijvoorbeeld achter de microscoop, en daar voel ik me ook op mijn plek. Voor deze baan heb ik heel specifiek gestudeerd. Na de bachelor heb ik de Science master Analytische Chemie en de Arts master restauratie en conservering van cultureel erfgoed gedaan. Ik ben een beetje een ‘geschiedenisnerd’ en ik vind deze directe toepassing van scheikunde op historische objecten heel erg leuk.”
‘De bachelor was ontzettend breed, waardoor ik zeer veel basiskennis over Scheikunde heb opgedaan. Soms dacht ik wel: ga ik dit nodig hebben? Bij vakken als Quantummechanica bijvoorbeeld. Maar toch merk ik nu dat ik echt al mijn kennis gebruik. Wat ik weet over quantummechanica, gebruik ik bijvoorbeeld als ik nadenk over chemische problemen. De bachelor was druk. We hadden veel contacturen en, wat ik heel leuk vond, veel practica. Ik vond het prettig dat scheikunde een kleine studie is, want daardoor ken je je studiegenoten goed. Wel was het zwaar. Zeker in het begin moesten veel van mijn jaargenoten eraan wennen dat ze nu iets moesten gaan doen, omdat ze op de middelbare school nooit zoveel hadden gedaan. En dat gold voor mijzelf ook.’
‘Scheikunde lijkt een heel exacte wetenschap, maar meestal is er niet één goed antwoord. Het gaat over hoe chemische reacties lopen, en afhankelijk van welk stapje je kiest, komt er een bepaald antwoord uit. Dat is moeilijk, maar het maakt het ook juist ontzettend leuk! Scheikunde op de middelbare school is heel anders dan scheikunde op de universiteit. Ik zou daarom aankomende studenten echt aanraden om mee te gaan met meeloopdagen, want zo krijg je pas een goed beeld van de vakken in de bachelor. Ikzelf had eigenlijk geen goed idee van wat ik ging studeren. Ik heb dus eigenlijk heel erg geluk gehad dat het zo goed bij me bleek te passen!’
‘De kunstrestauratie is geen vakgebied waar voor scheikundigen heel veel banen in te vinden zijn. De meeste Nederlandse musea hebben geen scheikundigen in dienst, dus dan zou je echt naar het buitenland moeten. Maar als ik straks niet meer in de kunst kan werken, dan kan ik zo ergens anders aan de slag. Er is veel vraag naar scheikundigen en de scheikundige technieken die ik gebruik kan ik ook in een ander lab gebruiken. Ik ken ook veel mensen die scheikunde hebben gestudeerd en nu bijvoorbeeld consultant zijn. Als je scheikunde gaat studeren, hoef je niet per sé in een lab te gaan werken. Dat is het mooie van scheikunde: je kunt er zo veel verschillende kanten mee op.’