‘Ik wilde graag iets studeren dat in de bètahoek zat. Scheikunde leek me erg leuk, maar ook biologie, natuurkunde en wiskunde vond ik interessant. Uiteindelijk heb ik scheikunde gekozen omdat dat er voor mijn gevoel een beetje tussenin zit. Het leuke aan scheikunde vind ik dat het overal om je heen te vinden is. Alle materialen zijn gemaakt van moleculen. Verschillende moleculen vormen alle delen van het lichaam. Maar scheikunde vormt ook de basis voor het maken van vrijwel alle materialen die we gebruiken, zoals plastic, verf, medicijnen en brandstoffen. Chemie is dus echt overal.’
‘Als wetenschappelijk onderzoeker aan de UvA onderzoek ik de omzetting van zonne-energie in brandstof. Dit gebeurt in zonnepanelen, waarin water wordt gesplitst in zuurstof en waterstof met behulp van zonne-energie. Het waterstof wordt opgeslagen als brandstof die kan worden verbrand of omgezet in elektriciteit. Voor de splitsing van water in zuurstof en waterstof is een katalysator nodig die de reactie versnelt. Ik probeer als onderzoeker deze katalysator nog efficiënter en robuuster te maken en dit het liefst vanuit goedkope en veelvoorkomende materialen.’
‘Na mijn promotie in de katalyse aan de UvA twijfelde ik of ik in de academische wereld wilde blijven of de overstap naar de industrie wilde maken. Ik kon terecht bij InCatT, een spin-off die katalysatoren ontwikkelt voor de chemische industrie. Dit werk zat tussen beide werelden in, dus dat was voor mij perfect. Toen deed zich de mogelijkheid voor om als post-doc te werken aan mijn huidige onderzoek in de onderzoeksgroep van Joost Reek, hoogleraar in de Supramoleculaire Katalyse. Ook dit is zowel wetenschappelijk als toegepast en past daarom goed bij mij.’
‘Allereerst moet je goed in een laboratorium kunnen werken. Ik doe daar experimenten om verschillende katalysatoren te maken en te testen. Tijdens je bachelor leg je hiervoor al een basis. Vooral de stageperioden bij verschillende onderzoeksgroepen zijn erg leerzaam. Daarnaast moet je goed kunnen plannen. Je moet alle projecten waar je mee bezig bent duidelijk voor ogen hebben en weten wat je wanneer wilt doen. Hier heb ik vooral tijdens mijn promotie veel ervaring mee opgedaan.’
‘Ik vind het mooi dat ik in de duurzame energie werk en zo een bijdrage kan leveren aan de hele energietransitie. Daarbij is het een uitdaging om te coördineren, samen te werken en kennis over te dragen. Ik begeleid nu best wat mensen, waaronder aio’s en master- en bachelorstudenten. Ik zou in dit werk zeker wel verder willen gaan. Maar omdat ik een tijdelijk contract heb, is de toekomst nog onzeker.’
‘Het was een mooie periode. De sfeer aan de UvA is erg gezellig en het onderwijs is goed. En ik heb tijdens mijn studie veel vrijheid gekregen. Je kunt allerlei studierichtingen kiezen. De keuze voor scheikunde was in mijn geval dus een goede omdat ik in een later stadium nog kon kiezen of ik meer de bio- of de natuurkunde-kant op wilde. Uiteindelijk werd het pure scheikunde. Het maken van moleculen is gewoon prachtig werk.’
‘Ik denk dat het tijdens de bachelor vooral belangrijk is dat je de juiste vervolgkeuze maakt. Ik kwam er zelf achter dat ik niet alles even leuk vind. De fysische kant van scheikunde, zoals analytische chemie en kwantummechanica, lag mij niet zo. De moleculaire aspecten interesseerden mij juist erg, daarom ben ik hierin verder gegaan. Als ik een advies zou mogen geven, zou dat zijn: doe wat je leuk vindt, er zijn zo veel mogelijkheden!’