Ik heb pas vrij laat (een paar dagen voor de inschrijf-deadline) gekozen om Scheikunde te gaan studeren.Ik heb heel lang getwijfeld tussen Biomedische Wetenschappen en Scheikunde, maar uiteindelijk toch voor Scheikunde gekozen omdat ik daar meer richtingen mee uit kan. Ik was eerst wel een beetje bang dat Scheikunde te moeilijk voor me zou zijn; er is best veel wiskunde in de opleiding en op de middelbare school was ik daar niet heel goed in. Gelukkig bleek dit heel erg mee te vallen, de wiskundevakken begonnen gewoon heel rustig bij het begin en je werd niet meteen in het diepe gegooid.
Het is enorm leuk om te zien dat scheikunde zo veel toepassingen heeft. Dit komt ook heel vaak terug in de colleges. Zo hebben we bij het vak Thermodynamica geleerd over een methode om energie te winnen uit het mengen van zout en zoet water, wat plaatsvindt bij een riviermonding in zee. Een ander voorbeeld is een medicijn, waarover we bij Anorganische Chemie hebben geleerd: alleen in de cis-conformatie kan dit molecuul als medicijn worden gebruikt, in de trans-conformatie is het giftig.
Scheikunde is een vak met enorm veel uitdagingen voor de toekomst: er is steeds meer behoefte aan duurzame oplossingen, bijvoorbeeld de ontwikkeling van elektrische auto’s, maar ook aan het ontwikkelen van nieuwe materialen, bijvoorbeeld rubberen banden die nog langer meegaan. Daarnaast kan je als scheikundige ook zelf oplossingen gaan bedenken, zo wordt er bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar het uitvoeren van kunstmatige fotosynthese als nieuwe, duurzame energiebron.
Goed oriënteren is heel belangrijk, en dit bestaat uit meer dan alleen de open dag bezoeken. Proefstuderen en meelopen kunnen heel erg helpen in het studiekeuzeproces. Ook raad ik aan om bij meerdere studies te kijken, ook studies waar je van tevoren misschien niet heel enthousiast over bent. Ik zag Scheikunde eigenlijk eerst ook niet als een echte optie, totdat ik de presentatie op de open dag had bezocht. Toen kwam ik erachter dat deze studie me eigenlijk ook wel erg leuk leek.