'De Oudheid is veel relevanter is en interessanter dan studenten zich vaak realiseren. In de opleiding Oudheidwetenschappen zijn de vakken en werkvormen allesbehalve stoffig en traditioneel en wordt juist ook ingegaan op de doorwerking van de Oudheid in de tijden erna.'
In het vak Classics Beyond Antiquity leren studenten dat de Oudheid door de eeuwen heen telkens nieuwe betekenissen krijgt. 'We kijken bijvoorbeeld naar de Nederlandse Republiek in de Gouden Eeuw en zijn Bataafse verleden. Die veelzijdigheid vind ik erg aantrekkelijk. Ik denk ook dat dat voor studenten heel stimulerend is. Deze insteek is typerend voor de bachelor Oudheidwetenschappen aan de UvA: je blijft niet hangen bij de Oudheid als historische periode maar kijkt verder dan dat. Hoe werkt de Oudheid door in onze cultuur? Waarom zien de oude gebouwen in Washington D.C. eruit alsof ze uit het oude Griekenland en Rome komen? Waarom blijven wij telkens weer terugkomen bij Griekse mythen en op wat voor manier spelen ze een rol in allerlei Netflix-series? In de vakken Canon 1 en 2 kijken we bijvoorbeeld naar waarom bepaalde mensen, kunstwerken en teksten op een voetstuk worden gezet. Waarom worden zij een soort ijkpunten in onze cultuur waar we ons steeds weer opnieuw op oriënteren en opnieuw betekenis aan geven?'
Is een dergelijke grote aanpak van één periode uit de geschiedenis iets wat deze opleiding onderscheidt van andere Oudheid-gerelateerde opleidingen in dit land? 'Ja,' vertelt Martijn. 'Het is inderdaad de bedoeling dat dat echt iets is wat bij ons uniek is en in deze vorm nergens anders wordt gedaan.'
In Martijns eigen onderzoek is de doorwerking van de Oudheid ook een belangrijk element. 'Van oudsher was ik daar al mee bezig. Ik heb mijn proefschrift geschreven over de niet erg bekende Romeinse keizer Elagabalus die regeerde in de derde eeuw. Hij kwam op zijn veertiende aan de macht en werd op zijn achttiende vermoord en in de Tiber gegooid. Er deden allerlei wilde verhalen de ronde over zijn regering, ook al in de Oudheid, en mijn proefschrift ging enerzijds over de historische figuur – waarom is het in die vier jaar zo gigantisch misgelopen – maar aan de andere kant ging het ook over de doorwerking van deze keizer in de kunst en de literatuur, waarin Elagabalus op een voornamelijk negatieve manier werd weergegeven. Pas redelijk recent is er ook een meer positieve draai aan zijn nalatenschap gegeven. Dat is wel interessant: de keizer wordt in antieke bronnen vaak verweten verwijfd te zijn en seksuele normen om te keren, enzovoort. Dat was in de Oudheid allemaal taboe, maar tegenwoordig wordt hij gezien als een soort idool door de LBGTQ+ gemeenschap.'
De vraag op wat voor manier mensen worden afgeschilderd en waarom komt ook terug in Martijns huidige onderzoek. 'Een belangrijke onderzoeksinteresse die ik heb is wat wij karaktermoord noemen – het moedwillig zwartmaken van mensen – en hoe je dat als historisch fenomeen kunt begrijpen. In mijn geval spits ik dat toe op de Oudheid. Keizer Elagabalus is een mooi voorbeeld van iemand die ongetwijfeld geen briljante keizer zal zijn geweest, maar die postuum ontzettend is zwartgemaakt in de antieke bronnen. Dat werkt tot op de dag van vandaag door. Hoe werkt zoiets nou eigenlijk? Er wordt vrij veel onderzoek gedaan naar hoe mensen een positief imago krijgen – image building, propaganda e.d. – maar weinig systematisch onderzoek naar het omgekeerde. Dat is niet een heel vriendelijk onderwerp, maar het is wel iets wat we voortdurend om ons heen zien gebeuren. Dat is in de politiek van nu erg relevant. Daar zit een hele duidelijke link tussen heden en verleden. De Oudheid wordt daardoor heel actueel.'
Binnen de opleiding Oudheidwetenschappen kun je je niet alleen richten op de doorwerking van de Oudheid in latere periodes, maar heb je ook een uitzonderlijk scala aan specialisaties waar je uit kunt kiezen. 'Omdat de UvA en de VU samenwerken op het gebied van drie verschillende opleidingen (Oude Geschiedenis, Archeologie en Klassieke Talen) heb je een groep van een stuk of vijftig wetenschappers en docenten bij elkaar. Dit vormt een soort expertise-hub. Dat heb je nergens anders in Nederland op zo’n schaal'.
Op de vraag wat hij het leukst vindt aan het contact met zijn studenten komt zonder aarzelen een enthousiast antwoord: 'De discussies en de gesprekken. Ik vind heel veel dingen leuk aan het onderwijs. Ik vind het ook heel leuk om colleges te geven, en natuurlijk stel ik als ik college geef ook vragen aan de zaal. Er is altijd wel iets van een wisselwerking. Maar het leuke aan bijvoorbeeld een werkcollege is om te zien met wat voor ideeën studenten komen wanneer we van gedachten wisselen over een bepaalde tekst of bron die iedereen heeft gelezen of bekeken. Soms komen mensen met dingen waar je zelf nog helemaal niet aan gedacht had. Dat is misschien wel het meest inspirerende aan mijn werk.'
Martijn Icks is coördinator van de bachelor Oudheidwetenschappen en universitair docent Oude Geschiedenis. Zijn vakgebied is vooral de Romeinse keizertijd maar hij kijkt ook graag naar iets wat centraal staat in de opleiding: de rol die de Oudheid ná de Oudheid speelt.