‘Een docent op de basisschool zag wel een natuurkundige in mij en nam me daarom een keer naar de Veluwe om sterren te kijken. Hij legde me uit hoe het dopplereffect werkt; ik vond het allemaal adembenemend en heb sindsdien altijd interesse gehad in natuur- en sterrenkunde. Echter, wiskunde vond ik ook boeiend en ik haalde er altijd hoge cijfers voor. Toen ik erachter kwam dat de UvA een dubbele bachelor Wiskunde en Natuurkunde aanbiedt, besloot ik deze studie samen met een vriend te gaan doen.’
‘Ik heb nog wel gekeken naar andere opleidingen in Delft, Groningen en Utrecht, maar ik ben vanwege de theoretische inslag van de dubbele bachelor toch voor de UvA gegaan. De andere studies waren vrij technisch of praktisch, terwijl ik juist minder van practica houd en erg theoretisch ben ingesteld. Daarom vind ik het ook niet erg dat wij als dubbelebachelorstudenten minder practica hebben dan de losse natuurkunde- en wiskundeopleidingen. Wij krijgen vaak vrijstellingen voor practica en volgen voornamelijk hoor- en werkcolleges.’
‘De groep eerstejaars waar ik onderdeel van uitmaak bestaat nu uit vijftien studenten en is erg hecht; soms heb ik het gevoel dat we samen gewoon een hele grote vriendengroep zijn. We begonnen dit studiejaar echter met meer dan vijftien, want er zijn ook wat mensen gestopt. Vaak kwam dat doordat ze de stof niet interessant genoeg vonden, terwijl dat wel heel belangrijk is voor deze dubbele bachelor. Je moet er immers erg veel tijd in steken. In extreem drukke periodes zit ik weleens tachtig uur per week aan mijn studie.’
‘In het begin vond ik de opleiding heel erg zwaar, maar uiteindelijk heb ik goed met die stress om leren gaan - mede dankzij de hulp van mijn tutor. Tijdens de echte piekmomenten heeft hij me vaak gekalmeerd. Vooral voor het wiskundedeel moest ik een drempel over, want dat is echt een compleet ander beest dan de wiskunde die je op de middelbare school krijgt. Je moet jezelf een hele andere gedachtegang aanleren en veel preciezer leren denken. Sinds ik dat onder de knie heb kan ik er zelfs problemen uit andere vakgebieden en mijn eigen leven mee oplossen.’
‘Toen ik aan mijn studie begon had ik verwacht dat ik natuurkunde het interessantst zou vinden, maar tegenwoordig boeit wiskunde - dat ik aanvankelijk als iets voor erbij zag - me gek genoeg meer. Mijn favoriet onderdeel van dit jaar was Analyse 2b. In dit wiskundige vak ga je op zoek naar de algemene definitie van begrippen die we normaal gesproken voor lief nemen, zoals afstand. Voor mijn gevoel ga je hierdoor echt richting de kern van de wiskunde. Ik vind het superleuk als een vak zo diep op onderwerpen ingaat.’
‘Voor volgend studiejaar ben ik van plan om met mijn beide bachelors door te gaan, want het gaat erg goed. Ik mag in mijn tweede jaar mijn keuzeruimte in gaan vullen, maar weet nog niet zo goed hoe ik dat ga doen. Mezelf kennende ga ik waarschijnlijk weer zo veel mogelijk vakken kiezen, net zoals ik dit jaar heb gedaan.’