Als archeoloog met een specialisatie in de archeologie van het middellandse zeegebied – de oude culturen van Griekenland, Italië, Turkije en Cyprus – deelt hij zijn kennis binnen ACASA en geeft les bij zowel Archeologie als bij Oudheidwetenschappen. 'Maar ik doe ook steeds meer erfgoedbenaderingen binnen de archeologie,' vertelt Gert Jan. 'Daarin kijk ik niet zozeer naar wat gebeurde er in de Oudheid, als wel naar welk belang dat nu heeft. Dat hangt ook samen met de vraag hoe we eigenlijk weten wat we weten over de Oudheid.'
'Toen ik mijn proefschrift schreef was ik heel erg bezig met wat we weten over het verleden. Het werd me echter steeds duidelijker dat de manier waarop wij de Oudheid bestuderen wordt gestuurd door vraagstellingen die wij in het heden belangrijk vinden. Wij vinden aardewerk bijvoorbeeld belangrijk omdat het in onze musea staat, maar we weten helemaal niet of aardewerk destijds van belang was,' legt Gert Jan uit. 'Zodoende ben ik mij gaan verdiepen in de relatie tussen onze hedendaagse preoccupaties en hoe we daarmee naar de Oudheid kijken. Dat is een vakgebied dat veel breder is dan alleen archeologie.'
'Deze benadering zegt je ook iets over de moderne mens en over problemen die we nu hebben. Er is de laatste jaren bijvoorbeeld heel veel aandacht in de archeologie voor migratie.' Dat is op dit moment natuurlijk erg actueel, maar Gert Jan geeft aan dat het dus juist een steeds terugkerend onderwerp is: 'De Oudheid is heel relevant omdat het een chronologische diepte geeft aan dat soort maatschappelijke problemen. Het zijn geen dingen van de laatste tien jaar; het hele Middellandse zeegebied heeft altijd migratiepatronen gekend en daarmee ook de problemen die daarbij komen kijken.'
Die chronologische diepte komt ook terug in zijn (op dit moment) favoriete vak om te geven, Heritage in Context. In dit vak kiezen de zo’n dertig studenten die het volgen allemaal een ander erfgoedonderwerp en moeten deze plaatsen op de ACASA Heritage List. Er mogen echter maar vijftien items op de lijst, dus de studenten moeten elkaar overtuigen van het belang van hun onderwerp en doen samen het selectieproces. “Erg interessant,” aldus Gert Jan.
Het blijft bij de opleiding Archeologie natuurlijk niet bij het opstellen van een dergelijke lijst. Al meteen in het eerste jaar doen studenten een veldcursus in Veldhoven (Brabant), waar ze meedoen aan de opgraving van een zowel Romeinse als Middeleeuwse nederzetting. In het tweede jaar kunnen ze vervolgens hun handen uit de mouwen steken bij een van de projecten in Griekenland of Tsjechië. Gert Jans eigen veldonderzoek in het antieke Troje vormt één van de veldwerkopties in de masterfase, vertelt hij.
De opleiding heeft aan de UvA volop de mogelijkheid om bijvoorbeeld op het gebied van digitale archeologie gebruik te maken van de expertise van mediawetenschappers. “Het sterke punt van de archeologieopleiding in Amsterdam is naar mijn mening dat het ingebed is in een brede Faculteit der Geesteswetenschappen en dat we dus kunnen samenwerken met allerlei specialisten in verwante disciplines, zowel aan de UvA als aan de VU. Meer dan Leiden en Groningen zijn wij ingebed in allerlei verbanden met opleidingen en aanverwante disciplines.” Zo heb je als student dus ook toegang tot veel verschillende expertises en kunt heel duidelijk je eigen kleur geven aan je vakgebied, van meer historisch gericht tot meer digitaal, materieel of theoretisch, legt Gert Jan uit. “Dat er altijd weer input komt vanuit andere vakgebieden is voor mij de meest inspirerende kant van de opleiding.”
Op de vraag wat Gert Jan het leukst vindt aan zijn contact met studenten volgt zonder aarzelen een duidelijk antwoord: 'Ik vind het fantastisch om jonge mensen te zien die met enthousiasme en ideeën binnenkomen en te zien dat ze zich ontwikkelen. Dat verveelt nooit. Naarmate de tijd vordert zie je ze keuzevakken en een benadering kiezen waar zij van tevoren niet aan gedacht hadden. Ergens tijdens de bachelor valt het kwartje en weten ze wat ze van het vakgebied willen en dat is hartstikke leuk.'
Wat maakt veldwerk nou zo leuk? 'Veldwerk is heel spannend. Het heeft iets exotisch. Het is een beetje alsof je een cadeautje uitpakt: je weet niet wat erin zit. Je komt ergens aan in een weiland (of dat nou in Veldhoven of Griekenland is), je gaat opgraven, en er kunnen geweldige dingen in dat weiland zitten. Er kan ook helemaal niets in zitten. Daarnaast heeft veldwerk natuurlijk het romantische imago van het fysiek materiaal behandelen en het actief bezig zijn, vaak in redelijk primitieve omstandigheden. Dat is toch wel heel erg leuk.'
'Studenten Archeologie zijn mensen die van spullen houden en door onze samenwerking met het Allard Pierson ben je vanaf je eerste jaar al met spullen bezig. We hebben hier ook het 4D-lab (de vierde dimensie waar naar wordt verwezen is tijd), dat zich bezighoudt met 3D-reconstructies en digitale benaderingen van opgravingen en objecten.'
'Er zit in archeologie dus altijd een hele praktische kant. Je hebt vast wel eens een reconstructie gezien van het Forum Romanum. Daar zitten allemaal vooronderstellingen aan vast omdat we maar beperkte informatie hebben. Hoe besluit je welke vorm een dak had als je het dak niet hebt? Digitale archeologie geeft ons mogelijkheden om verschillende reconstructies weer te geven, te testen en de waarschijnlijkheid in te schatten.' Zo leer je om te gaan met het redeneren en logisch conclusies trekken op basis van onvoldoende gegevens – een zeer belangrijke vaardigheid in je vervolgcarrière, aldus Gert Jan.
Gert Jan van Wijngaarden woonde jarenlang in Griekenland en geeft sinds 2007 les in o.a. Mediterrane archeologie bij de UvA. Hij vindt het fantastisch om in zijn betrokkenheid met de opleiding te zien hoe jonge mensen zich ontwikkelen naarmate de bachelor vordert. Nu gaat hij elke zomer naar Turkije om onderzoek te doen in het antieke Troje.