In Nederland is Engels als tweede taal (T2) telkens meer aanwezig in het dagelijks leven. De belangrijke rol van het Engels kan gevolgen hebben voor de status van deze taal als achtergrondtaal bij het leren van andere vreemde talen. In dit onderzoek bekijken we in hoeverre het Engels als T2 naast het Nederlands als T1 een rol speelt in de verwerving van een T3, in dit geval het Frans. We testen een belangrijke T3-hypothese, de L2 Status Factor, volgens welke de T2 belangrijker is dan de T1 in T3-verwerving, we kijken naar T2 variabelen zoals het niveau van de T2, Nederlands-Engels tweetalig onderwijs, de manier waarop de T2 is aangeleerd en de mate waarin de leerder aan de T2 wordt blootgesteld en we bestuderen ontwikkelingspatronen in het gebruik van de T1 Nederlands en T2 Engels bij de verwerving van het Frans als T3.
Met dit project willen we enerzijds een bijdrage aan het vreemde taalverwervingsdebat leveren door het effect van achtergrondtalen in het leren van een derde vreemde taal te onderzoeken en anderzijds bekijken of en op welke manier MVT-leerlingen kunnen profiteren van de kennis van hun achtergrondtalen. De resultaten kunnen leiden tot aanbevelingen voor het onderwijs, zowel betreft het Engels – op gebied van invloed van tweetalig onderwijs en invloed van expliciete instructie – als van het Frans – op gebied van de rol van de T1 en T2 in T3-verwerving.