Tot en met 31 december 2019 waren medewerkers van universiteiten ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. Op hun relatie was de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Op basis van deze wet konden werknemers bezwaar maken tegen beslissingen van de werkgever die gevolgen hadden voor hun rechtspositie.
Op 1 januari 2020 is de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in werking getreden. Universiteiten worden niet langer aangemerkt als ‘overheidswerkgever’ en de Awb is ook niet langer van toepassing op de relatie tussen UvA en haar werknemers. In plaats daarvan is het arbeidsovereenkomstenrecht van toepassing.
Bij wijze van (gedeeltelijk) alternatief voor de bezwaarprocedure volgens de Awb voorziet de cao Nederlandse Universiteiten sinds 1 januari 2020 in een (eigenstandige) geschillenregeling. Deze regeling is uitgewerkt in de Lokale Geschillenregeling UvA 2020. Op grond van deze regeling kunnen werknemers een geschil met de werkgever aanhangig maken bij de geschillencommissie. Daarvoor moet zijn voldaan aan twee belangrijke voorwaarden:
Als aan beide voorwaarden is voldaan, dan kan in beginsel een beroep worden gedaan op de geschillencommissie. Voor overige voorschriften, bijvoorbeeld ten aanzien van termijnen, raadplegen werknemers de geschillenregeling.
De werknemer kan via een verzoek een geschil aanhangig maken bij de geschillencommissie. Het verzoek wordt ingediend bij het College van Bestuur. Dat kan schriftelijk en elektronisch. Het verzoek moet binnen zes weken na de bekendmaking van de beslissing worden ingediend. Het College van Bestuur stuurt het verzoek binnen drie weken door naar de geschillencommissie en informeert werknemer en zijn leidinggevende daarover.
Doorgaans zal het geschil worden behandeld tijdens een hoorzitting. De hoorzitting is niet openbaar. Tijdens deze hoorzitting wordt zowel werknemer als werkgever in de gelegenheid gesteld zijn standpunt toe te lichten. Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt.
Binnen acht weken na ontvangst van het verzoek brengt de geschillencommissie advies uit aan het College van Bestuur. Binnen vier weken na ontvangst van het advies van de geschillencommissie neemt het College van Bestuur een beslissing op het verzoek van de werknemer. De beslissing gaat schriftelijk of elektronisch naar werknemer en werkgever.
Met de beslissing van het College van Bestuur komt er een einde aan de procedure. Anders dan volgens de Awb (tot 1 januari 2020) is er geen beroepsmogelijkheid.
De geschillencommissie bestaat uit deskundigen en is paritair samengesteld: de gezamenlijke werknemersorganisaties en de werkgever dragen ieder één persoon voor. Gezamenlijk wijzen zij een onafhankelijke voorzitter aan. De voorzitter, de leden en hun plaatsvervangers worden voor een periode van vier jaar door het College van Bestuur benoemd. JZ voert het secretariaat van de geschillencommissie.
Lid op voordracht van de werknemersorganisaties:
Lid op voordracht van de werkgever:
Voorzitter op gezamenlijke voordracht:
De leden zijn allen benoemd voor de periode van 1 maart 2021 tot en met 28 februari 2025.
Verdere informatie over de CAO Nederlandse Universiteiten en de overige voor het UvA-personeel geldende rechtspositieregelingen vinden UvA-medewerkers op de medewerkerssite.
Voor het aanhangig maken van een geschil bij de geschillencommissie stuur je een verzoek naar:
Voor vragen kunt je contact opnemen via: