Deze boom komt veel voor in landen als Brazilië en Peru, al kun je de hem ook in Azië en Zuid-Europa tegenkomen. De bladeren hebben een donkergroene kleur en zijn ruwbehaard. Een leuk weetje is dat de bladeren wel 30 centimeter groot kunnen worden. De vijgen aan de boom zijn eetbaar.
Aan deze boom groeien tussen juni en augustus lichtroze bloembundels en hij kan wel 12 meter hoog worden. In het donker vouwen de bladeren zich dicht. De boom komt van nature voor in tropische en subtropische gebieden, maar is ook te vinden in Europa.
Deze van oorsprong Australische boom heeft volgens de Aboriginals medicinale werkingen. De bladeren zouden helpen tegen ontstekingen en het verminderen van diarree. De bladeren hebben een grijsblauwe kleur en vormen de lievelingsmaaltijd van koala’s. Wereldwijd bestaan er ongeveer 600 verschillende soorten Eucalyptus.
Oorspronkelijk komt de Walnootboom uit Centraal-Azië, maar hij komt nu vooral voor in het Middellandse Zeegebied en in West-Europa. Met een hoogte van maximaal 30 meter kan de boom vrij groot worden. Net als de bladeren, is de bolster waarin de noten verpakt zitten groen. Als je deze verwijderd, vind je de walnoten zoals we ze kennen: bruin, geribbeld en eetbaar.
Zoals de naam doet vermoeden, komt de Japanse rode den oorspronkelijk uit Azië. Ondanks dat de boom ‘rode den’ heet, hebben de naalden een lichtgroene kleur. De bast van jonge bomen hebben een roodbruine kleur, vandaar de naam. Volgroeide dennen worden ongeveer 25 meter hoog.
De Rode esdoorn komt uit het oosten van de Verenigde Staten en wordt ongeveer 25 meter hoog. De bovenkant van de bladeren is donkergroen en de onderkant is blauwgroen. In de herfst krijgen de bladeren rode en oranje kleuren.