Vanzelfsprekend omdat het een wettelijke verplichting is. Maar belangrijker nog: een instellingsplan geeft duidelijkheid over de koers van de UvA: wat willen we de komende jaren bereiken en hoe willen we dat gaan doen. Daarbij is de visie van de UvA de stip aan de horizon en vormen de missie en kernwaarden het vertrekpunt. Ook geeft het inzicht in externe factoren en strategische keuzes die we moeten maken. Een goed instellingsplan geeft daarmee duidelijkheid over de richting van de organisatie en fungeert als een leidraad bij keuzes die gemaakt moeten worden over wat we wel en niet gaan doen en hoe we dat doen.
De looptijd van een IP is 6 jaar. Het huidige IP is vastgesteld in 2021 en loopt daarmee tot einde 2026. Hieronder lees je hoe het huidige IP tot stand is gekomen
Bij het opstellen van het nieuwe strategische plan is het belangrijk om vanuit een gedeelde visie te werken. Die visie geeft richting aan het beleid en beschrijft waar we als UvA voor gaan en wat anderen daarmee van ons mogen verwachten. Bij het vaststellen van de visie is gebruik gemaakt van ‘bouwstenen’: de vele beleidsdocumenten die zijn opgesteld of binnenkort opgesteld worden (zoals de Nota Diversiteit, de HR Agenda, Onderwijsvisie, Duurzaamheidsbeleid).
Het voordeel hiervan is dat er een goede samenhang zal zijn tussen deze beleidsdocumenten en het Instellingsplan dat de strategische koers voor de komende jaren beschrijft. Een ander groot voordeel is dat veel mensen in de UvA al hebben meegedacht bij het opstellen van de beleidsdocumenten, waardoor we goed gebruik maken van de denkkracht van de universiteit.
In de eerste fase, die liep van september tot en met december 2019, heeft het College van Bestuur gesprekken gevoerd over diverse onderwerpen met verschillende groepen. Zo vormde het Instellingsplan een vast agendapunt in de vergaderingen met decanen en medezeggenschap. Verder zijn er in september en oktober rondetafelgesprekken gehouden over onderwerpen die niet in bovengenoemde beleidsnota’s terugkomen. En in november is er een conferentie van 1 dag geweest, waarin een grotere groep UvA-vertegenwoordigers zich heeft gebogen over dilemma’s voor de komende jaren. Het resultaat van fase 1 is een document waarin de uitgangspunten en de visie voor het nieuwe Instellingsplan kort zijn beschreven.
De tweede fase liep van januari t/m mei 2020: daarin zijn de uitgangspunten van fase 1 vertaald naar de contouren voor het nieuwe Instellingsplan.
In februari en maart is de contourennota voorgelegd voor reacties.
Medewerkers en studenten van de UvA konden tot en met 12 maart reageren op 'Countouren voor het instellingsplan 2021 - 2016' via denkmee.uva.nl.
In deze fase is tegelijkertijd gewerkt aan deel 2 van het instellingsplan, waarin verdere invulling is gegeven aan de contouren. Ook kwam het plan nog steeds regelmatig terug op de agenda van decanen en medezeggenschap en er werd er in deze fase om de mening en input van de academische gemeenschap gevraagd.
In fase 2 begonnen de faculteiten bovendien met hun eigen vertaling van de uitgangspunten in een Facultair Strategisch Plan; het tijdpad verschilt per faculteit, maar het doel is dat alle faculteiten eind 2020 voor hun faculteit een plan klaar hebben.
Er is een Werkdocument Instellingsplan opgesteld, waarin de Contouren (inclusief alle feedback daarop) en de Agendapunten voor de komende jaren zijn samengebracht.
Het Werkdocument Instellingsplan is besproken met decanen en directeuren, medezeggenschap en adviescommissies. Ook is ruimte genomen om de gevolgen van de coronacrisis -voor bijvoorbeeld de Rijksbijdrage en instroom- te betrekken bij het afronden van het plan. De feedback uit de gesprekken is, samen met de informatie van Prinsjesdag, gebruikt om het concept-Instellingsplan 2021-2026 te maken.
Op 20 oktober 2020 heeft het College van Bestuur het concept-Instellingsplan voorlopig vastgesteld. Het concept-Instellingsplan is op 23 oktober voor instemming aangeboden aan de Gezamenlijke Vergadering (GV) van COR en CSR. Definitieve vaststelling gebeurde eind 2020.
Eind december 2020 heeft de medezeggenschap ingestemd met het Instellingsplan genaamd 'Inspiring Generations' en is het plan goedgekeurd door de Raad van Toezicht. Hiermee is de uitvoeringsfase van het IP begin 2021 begonnen.
In het concept-Instellingsplan zijn opmerkingen verwerkt die zijn gegeven op het Werkdocument, dat voor de zomer is verspreid en na die tijd besproken met de medezeggenschap. Daarnaast heeft deze consultatieronde commentaar opgeleverd van commissies als de UCO en UOC. Ook andere personen en groepen binnen de UvA, zoals de directeuren bedrijfsvoering van de faculteiten, hebben nog voorstellen gedaan voor de tekst. Al deze commentaren zijn zo goed mogelijk verwerkt in het concept-Instellingsplan zoals dat is vastgesteld en formeel voor instemming aangeboden aan de medezeggenschap. Na de instemming van de medezeggenschap heeft de Raad van Toezicht heeft het Instellingsplan goedgekeurd, waarna het door het CvB is vastgestel.
Op verschillende momenten en manieren hebben medewerkers en studenten meegepraat, feedback gegeven en bijgedragen aan de invulling van het instellingsplan, zie voorbeelden bij fase 1 en 2. In fase 3 ‘instemming en goedkeuring’ verloopt de inspraak via de medezeggenschap (COR en CSR). In de faculteiten werd intussen gewerkt aan de Facultaire Strategische Plannen. Informatie over deze plannen loopt via de faculteiten.
Op deze pagina vind je informatie over de inrichting van het proces en activiteiten die gepland worden. Het volledige Instellingsplan 2021 – 2026: Inspiring Generations kun je hier lezen.
Of lees voorgaande instellingsplannen terug:
Een Instellingsplan (IP) geeft duidelijkheid over de koers van de UvA: wat willen we de komende jaren bereiken en hoe willen we dat gaan doen. Daarbij is de visie van de UvA de stip aan de horizon en vormen de missie en kernwaarden het vertrekpunt. Ook geeft het inzicht in externe factoren en strategische keuzes die we moeten maken. Een goed Instellingsplan geeft daarmee duidelijkheid over de richting van de organisatie en fungeert als een leidraad bij keuzes die gemaakt moeten worden over wat we wel en niet gaan doen en hoe we dat doen.