Van de UvA-studenten heeft 5 à 9 procent een functiebeperking of een chronische ziekte. Over het algemeen is er een verdeling te maken tussen fysieke en psychische functiebeperkingen, dyslexie en chronische ziektes. Een functiebeperking of chronische ziekte hoeft geen belemmering te zijn om een diploma te halen of een baan te vinden. In sommige gevallen kan een aanpassing nodig zijn zodat de student de studie naar behoren kan volgen. De UvA biedt (financiële) ondersteuning in de vorm van extra begeleiding voor degenen die dit op grond van hun beperking of chronische ziekte nodig hebben.