De begroting biedt inzicht in hoe alle plannen en ambities passen binnen de financiële kaders die zijn beschreven in de Kaderbrief.
De conceptbegroting 2025 van de UvA is op 8 oktober 2024 door het College van Bestuur vastgesteld.
De begroting 2024 bevat naast het UvA-brede beeld zoals hieronder afgebeeld, ook de begrotingen van de faculteiten, diensten en overige eenheden als ook de actualisatie Huisvestingsplan 2024 en het meerjaren uitvoeringsplan ICT projectenportfolio 2024. In de begroting 2024 is rekening gehouden met de uitgangspunten in de kaderbrief 2024. (Alle bedragen x EUR 1.000)
Op 19 maart 2024 heeft het College van Bestuur de begroting voor 2024, inclusief geactualiseerd Huisvestingsplan en ICT-projectportfolio, vastgesteld. De Raad van Toezicht heeft de begroting goedgekeurd. Met de instemming op de hoofdlijnen van de begroting van de Gezamenlijke Vergadering (GV) van CSR en COR na een zorgvuldig doorlopen proces en afstemming over de bespreekpunten is het begrotingsproces nu afgerond.
De begrote baten van de UvA zijn in 2024 opnieuw sterk toegenomen ten opzichte van de begrote baten in 2023. De verwachte rijksbijdrage is geactualiseerd op basis van de definitieve 1e rijksbijdragebrief 2024. Dit leidt tot een hogere verwachte rijksbijdrage dan in de kaderbrief. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn de loon-/prijsbijstellingen en nieuwe toekenningen.
De UvA heeft geen winstoogmerk en streeft naar een nulresultaat. Dit betekent dat we dankzij de hogere baten in de begroting 2024 ook hogere lasten kunnen ramen. De extra financiële ruimte wordt vooral gebruikt om hogere cao-lonen te dekken. Ook bij de overige lasten zijn er prijsstijgingen die betaald moeten worden, hoewel de inflatie in de aankomende periode waarschijnlijk minder hoog zal zijn dan de afgelopen tijd.
Er zijn nieuwe ontwikkelingen die een drukkend effect zullen hebben op de inkomsten komende jaren. De wetsvoorstellen voor extra regulering van de internationale instroom zullen bij invoering zorgen voor een lagere instroom van studenten. De druk op de overheidsfinanciën in Nederland kan een negatief effect hebben op de inkomsten van de UvA. Er zal naar worden gestreefd om de dalende inkomsten zo veel als mogelijk op te vangen door andere inkomsten te verhogen. Tegelijkertijd zal na 2024 een einde komen aan een lange periode van financiële groei.
Op 29 november 2022 heeft het College van Bestuur de begroting voor 2023 vastgesteld, inclusief een geactualiseerd Huisvestingsplan en ICT-projectportfolio. Daarna heeft de Raad van Toezicht de begroting op 15 december goedgekeurd. De Gezamenlijke Vergadering (GV) van CSR en COR heeft op 21 februari 2023 ingestemd met de hoofdlijnen van de begroting 2023. Hiermee is het begrotingsproces afgerond.
Afgelopen zomer is het Bestuursakkoord 2022 hoger onderwijs en wetenschap afgesloten. Voor de UvA leidt dit tot aanzienlijk meer baten te ontvangen uit de rijksbijdrage. Dit is goed zichtbaar in de begroting 2023 en de raming voor de jaren 2024-2026. De extra baten zijn beschikbaar voor sectorplannen, startersbeurzen voor beginnende universitaire docenten en stimuleringsbeurzen voor overige wetenschappers. Ook de baten uit collegegelden, contractonderwijs en -onderzoek en overige activiteiten stijgen ten opzichte van 2022.
De UvA heeft geen winstoogmerk en streeft naar een nulresultaat. Dit betekent dat we dankzij de hogere baten in de begroting 2023 ook hogere lasten kunnen ramen. De extra financiële ruimte wordt vooral gebruikt voor het aannemen van extra personeel, maar ook de huisvestings- afschrijvings- en overige lasten stijgen als gevolg van inflatie en groei van de universiteit.
Op 30 november 2021 heeft het College van Bestuur de begroting voor 2022 vastgesteld, inclusief een geactualiseerd Huisvestingsplan en ICT-projectportfolio. Daarna heeft de Raad van Toezicht de begroting op 15 december goedgekeurd. De Gezamenlijke Vergadering (GV) van CSR en COR heeft op 31 januari 2022 ingestemd met de hoofdlijnen van de begroting 2022. Hiermee is het begrotingsproces afgerond.
De UvA begroot voor 2022 hogere baten van 6%. Dit is met name te danken aan een hogere Rijksbijdrage, de voornaamste inkomstenbron. Een deel van de stijging van de Rijksbijdrage valt weg tegen lagere inkomsten door de tijdelijke halvering van het wettelijk collegegeldtarief. Ook verwachten we in 2022 meer studenten. De middelen die aan de UvA zijn toegekend uit het Nationaal Programma Onderwijs zullen na een start in 2021 ook in 2022 en latere jaren worden ingezet.
De UvA begroot ook hogere lasten van 6% ten opzichte van begroting 2021. Personele lasten hebben het grootste aandeel in de stijging. Dit komt grotendeels door een toename van personele inzet. De afschrijvingslasten zullen komende jaren toenemen door de realisatie van het Huisvestingsplan (HvP). In 2022 is ook investeringsruimte opgenomen voor een financiële impuls voor de doelstellingen van het Instellingsplan.
De inkomsten van de UvA nemen toe ten opzichte van 2021, maar dit is niet voldoende om alle ambities van de UvA voor 2022 en verder te realiseren. Net als alle universiteiten geldt voor de UvA dat ze te weinig geld ontvangt voor de kwaliteit die wordt geleverd. In het regeerakkoord zijn extra middelen opgenomen voor het onderwijs en onderzoek. Een groot deel daarvan zal aan de universiteiten worden toegekend. Op dit moment is nog niet bekend in weke omvang en onder welke eventuele voorwaarden dat zal zijn. De UvA bereidt zich erop voor deze middelen zo snel mogelijk in te kunnen zetten en daarmee de druk op medewerkers en studenten te kunnen verlagen.