De bacheloropleiding duurt drie jaar. Het eerste jaar is vaak oriënterend van aard. Je volgt onderwijs, maar studeert ook veel zelf. Het onderwijs is verdeeld over twee periodes, genaamd semesters, waarin je colleges volgt.
Afhankelijk van de opbouw van de lesstof krijg je onderwijs via hoorcolleges, werkcolleges en practica:
Voor elk onderdeel van je opleiding dat je met succes afrondt, krijg je studiepunten. Je krijgt bijvoorbeeld studiepunten voor een tentamen waarvoor je een voldoende haalt, of een opdracht die je goed afrondt.
Het systeem van studiepunten wordt ECTS genoemd: European Credit Transfer and Accumulation System. In heel Europa, de VS en Canada wordt met dit studiepuntensysteem gewerkt. Zo zijn diploma’s in heel Europa evenveel waard en kun je ook een deel van je opleiding in het buitenland doen. De studiepunten die je elders verdient, tellen in principe mee voor je opleiding.
Alle eerstejaarsstudenten krijgen een Bindend studieadvies (BSA). In het eerste jaar moet je een bepaald aantal studiepunten halen: (ongeveer) de helft van het totale aantal dat je volgens het studieschema in één jaar kunt halen. Vervolgens heb je nog een of twee jaar (dit verschilt per opleiding) om te slagen voor de rest van de eerstejaarsvakken. Lukt je dat niet, dan kun je je studie aan de UvA niet voortzetten.
Als vwo-er lijkt het vaak vanzelfsprekend dat je aan de universiteit gaat studeren. Toch is het belangrijk om uit te zoeken of de universiteit bij je past. Een hbo-opleiding is niet minder dan een wo-opleiding. Ze vallen allebei onder het hoger onderwijs en hebben een verschillende insteek.