Roep van de O'o

Lessen van uitgestorven dieren

Bijzondere dieren in het Allard Pierson

Op de prent lijkt hij nog elk moment weg te kunnen vliegen: de Kauai O’o. Deze uitgestorven vogel staat centraal in de tentoonstelling ‘De roep van de O’o’ in het Allard Pierson, gebaseerd op de natuurhistorische collecties uit de rijke Allard Pierson Artis bibliotheek. UvA-wetenschappers nemen je mee langs belangrijke werken uit de tentoonstelling die kantelpunten bleken in de manier waarop de mens naar de natuur kijkt.

Hans Mulder, oud-conservator van de natuurhistorische collecties van de UvA, vertelt over de Quagga, waarvan de laatste van zijn soort in de stallen onder de Artisbibliotheek leefde. Aardwetenschapper Kenneth Rijsdijk, die een massagraf vol met dodo’s vond, neemt ons mee in het verhaal van deze uitgestorven soort. En hoogleraar Astrid Groot legt uit waarom het werk van natuuronderzoekster en insecten- en bloemenschilder Maria Sibylla Merian zo bijzonder is.  

Blauw Jan verzamelt

We starten bij de Menagerie Blauw Jan, een 18e -eeuwse menagerie bij 'Herberg Blauw Jan' aan de Kloveniersburgwal 87 in Amsterdam, zo genoemd omdat de herbergier ook blauwverver was. 'Blauw Jan' verzamelde en huisvestte allerlei exotische vogels en wilde dieren, die op VOC-schepen naar Amsterdam waren vervoerd. Herbergbezoeker Jan Velten legde deze dieren vast in een prentenboek.

'Voordat ze verkocht werden, konden bezoekers de levende dieren in de tuin van Blauw Jan bekijken', zegt Hans Mulder. 'De menagerie lag vlak naast het Oost-Indisch Huis van de VOC en via die route werden de dieren meegebracht.'  

'We weten het niet zeker, maar het schijnt zelfs dat de bekende Russische Tsaar Peter de Grote hier op de afbeelding staat. Hij zou de menagerie meerdere malen hebben bezocht.' 

Merian bestudeert en schildert

Van de prenten van Jan Velten gaan we naar de werken van natuuronderzoekster en insecten- en bloemenschilder Maria Sibylla Merian (1647-1717).  Werk met een vooruitstrevende blik op de wereld: ze was een van de eersten die een heel ecosysteem op prent vastlegde. 'Wat zo bijzonder aan haar prenten is, is dat zij heel duidelijk de hele keten laat zien. Dat zien we hier goed: de eieren, de rupsen, de poppen, de volwassenen', vertelt bioloog Astrid Groot, 'en ook de natuurlijke vijanden, de parasitaire wespen, bracht ze in beeld.’

Maria Sibylla Merian, insecten en tak van meidoorn.

Linnaeus deelt in

Het ecosysteem werd ook door de beroemde arts en plantkundige Carl Linnaeus (1707-1778) vastgelegd en is het volgende onderdeel in de Allard Pierson tentoonstelling. Hans Mulder: ‘Al op 28-jarige leeftijd plaatste Linnaeus de mens voor het eerst in het dierenrijk. En het systeem wat hier te zien is, wordt nog steeds gebruikt. Het duurde wel lang voordat dit besef, dat de mens onderdeel is van het dierenrijk, was ingedaald.’ 

Het systeem van Linnaeus is verre van tijdsbestendig. 'Dit classificatiesysteem draaide om uiterlijke kenmerken. De mens is bijvoorbeeld ingedeeld in 4 soorten: wit, zwart, geel en rood. Dat is natuurlijk vreselijk achterhaald, maar het systeem heeft wel de basis gelegd voor het indelen van planten- en dierensoorten', aldus Mulder.

In de rij 'Paradoxa' werden wezens opgenomen die niet te verklaren waren, zoals draken, eenhoorns en andere mythologische wezens. ‘Deze dieren werden in geleerde boeken beschreven. De draak werd zelfs in de bijbel genoemd. Linnaeus durfde ze niet te verzwijgen. Daarom kregen de mythische wezens een aparte plaats', legt Mulder uit.

Deze sterke verbondenheid tussen religie en natuuronderzoek blijkt ook uit de betekenis die aan de pelikaan werd gegeven en die, heel opvallend, ook in de Paradoxa rij staat ingedeeld. 'Door zijn rode snavel lijkt het alsof hij bloedt wanneer hij zijn snavel tegen z’n borst legt. Hierdoor ontstond de mythe dat pelikanen hun jongen met hun eigen bloed voeden, en zelfs dode jongen weer tot leven wekken', vertelt Mulder. 'De pelikaan werd hierdoor in verband gebracht met de offerdood en wederopstanding van Christus. Dat ging Linnaeus wat te ver.'

Image of zoom on magnetar

Von Humboldt laat de
verwevenheid zien

Een volgend bijzonder en bepalend werk in de collectie is een prent die alle gewassen, en het klimaat waarin ze groeien, in de vorm van een berg verbeeldt. 'Onderaan staan de namen van planten die in een warm klimaat groeien. Hoe hoger we komen, hoe kouder het klimaat. Daar zie je ook minder gewassen tot aan de top, waar geen planten meer groeien', vertelt Mulder.

De prent laat zo in één klap zien welke gewassen er zijn, van de evenaar tot aan de polen. Als je nu scrolt, zie je op de afbeelding hoe de huidige grens waar de groei van gewassen ophoudt, door klimaatopwarming is verschoven.

De tragiek
van de Dodo

Van een onschuldige vogel met te kleine vleugels tot eerste notatie over de uitsterving van een soort. De Dodo, in de collectie van het Allard Pierson zeker niet overgeslagen, liet met zijn uitsterven de Europese kijk op het verdwijnen van diersoorten veranderen. 

Een van de afbeeldingen van de Dodo uit de collectie is het werk van Joris Joostensz Laerle. Het is de eerste en enige tekening van een Dodo die ooit op Mauritius werd gemaakt en op papier lijkt het dier nog te lopen. Wat maakt de Dodo nog steeds zo speciaal voor onderzoekers? 

Wat de Dodo zo bijzonder maakt:

‘Eerste notatie van uitsterving’

De Dodo was een eye-opener. Er was wel bekend dat diersoorten konden uitsterven, maar in Europa was het uitsterven van de Dodo de eerste keer dat het uitsterven werd vastgelegd door wetenschappers. Aardwetenschapper Kenneth Rijsdijk ontdekte zelf een massagraf vol met resten van de Dodo op het vulkanische eiland Mauritius.

‘Verwondering over imperfectie’

Volgens Rijsdijk verwonderden mensen zich ook over de imperfectie van de Dodo: een grote, gedrongen vogel met kleine vleugels die niet meer geschikt waren om te vliegen. 'De Dodo had geen natuurlijke vijanden op het eiland waar het leefde en zijn vleugels evolueerden daardoor langzaam weg', legt Rijsdijk uit, 'tot ze te klein waren om het grote lijf te kunnen dragen. Zo’n imperfecte vogel was trouwens nog best een clash met het beeld dat men toen had over Gods creaties.'

'Toen er toch vijanden in zijn leefgebied kwamen, namelijk honden, varkens en andere dieren die Nederlanders meebrachten toen ze dit eiland koloniseerden, betekende dit het einde van de Dodo.' De Dodo heeft door zijn uiterlijk en uitsterven nog lang het imago van een sullig en komisch dier gehad, en werd in populaire cultuur zelfs symbool voor domheid, zoals in de film Ice Age. Rijsdijk: 'Die reputatie is onterecht.'

Soorten verdwijnen

Een andere uitgestorven diersoort die we in de tentoonstelling kunnen bewonderen, zelfs opgezet, is de Quagga. Dit was een soort steppezebra die op de Zuid-Afrikaanse vlaktes leefde, maar wiens leefgebied door de bouw van boerderijen steeds kleiner werd. Ook het vlees en de huid van het dier waren erg gewild. Hierdoor stierf de Quagga langzaam uit.

Dankzij zijn aparte vacht was de Quagga populair in dierentuinen en het toeval wil dat de allerlaatste Quagga zich in de stallen onder de Artis-bibliotheek bevond. Hans Mulder: 'Men ontdekte pas later dat deze Quagga de allerlaatste van haar soort was'.

Deze allerlaatste Quagga is opgezet en maakt deel uit van de tentoonstelling in het Allard Pierson. 'Naast het tekenen van dieren was het opzetten van dieren ook een manier om grip te krijgen op de natuur', legt Mulder uit. 

Image of zoom on magnetar

Nieuw UvA-onderzoek

Dat de mens continu impact heeft op de natuur, tot het uitsterven van dieren aan toe, is een centraal thema in de tentoonstelling. Ook in het huidig onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam staat de impact van menselijke activiteit op de natuur centraal.

Astrid Groot onderzoekt hoe toenemende lichtvervuiling het nachtleven van dieren verstoord, waardoor dieren zoals motten hun nachtritme kwijtraken. Of hoe door klimaatopwarming de populatie van insecten de afgelopen jaren met 70% is gedaald.

Rijsdijk onderzoekt de invloed van mens en landschap op eilandnatuur die meestal erg kwetsbaar en zeer bedreigd is. In 2005 ontdekte hij samen met Frans Bunnik, op het vulkanische eiland Mauritius, een massagraf vol met resten van de dodo en andere uitgestorven dieren. Door deze toevallige ontdekking richtte hij zijn aandacht op hoe de mens vaak onbedoeld een ramp kan vormen voor de eilandnatuur.

Onderzoekers

Hans Mulder

Drs. H. Mulder

Hans Mulder is voormalig curator bij de Universiteit van Amsterdam en heeft de tentoonstelling van het Allard Pierson samengesteld. Mulder publiceerde eerder over hoe in de westerse samenleving in de loop van de tijd de kijk op de natuur veranderde.

Kenneth Rijsdijk

Dr. K. Rijsdijk

Kenneth Rijsdijk is aardwetenschapper bij IBED. Momenteel doet hij onderzoek op eilanden, in het specifiek naar de rol van landschappen op natuurontwikkeling. Eerder ontdekte Rijsdijk samen met collega’s een massagraf vol met dodo’s. 

Astrid Groot

Prof. dr. A. Groot

Astrid Groot haar expertise is op het gebied van soortvorming. Specifiek doet Groot onderzoek naar nachtvlinders, gericht op seksuele aantrekking onder soorten. 

Andere artikelen

Snelle radioflitsen

Niemand weet wat ze veroorzaakt, maar ze helpen het heelal tot in de verste uithoeken in kaart te brengen: Snelle Radioflitsen.

De slimme stad

Overheden en andere partijen leren kennen wie wij zijn, waar we zijn en wat we graag doen.

© Universiteit van Amsterdam
Artwork by Objekt Studio
Images via Collectie Allard Pierson