Kanker bestrijden,
levens verbeteren

Preventie, opsporing, behandeling
Kanker is wereldwijd een van de belangrijkste doodsoorzaken en treft elk jaar miljoenen mensen. Door kanker beter te voorkomen, op tijd te ontdekken en effectief te behandelen, kunnen we talloze levens redden. Dankzij doorbraken in kankeronderzoek zijn sommige vormen van kanker, die eerder als ongeneeslijk werden beschouwd, nu beter te behandelen. Aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) werken artsen en onderzoekers uit verschillende vakgebieden aan de volgende generatie kankerdoorbraken: van diagnose en behandeling tot zorg en ondersteuning.
Gerichte therapie
Kanker is niet een enkele ziekte, maar een verzamelnaam voor honderden soorten, elk met unieke gedragingen, genetische mutaties en reacties op behandelingen. Door deze verschillen te begrijpen, kunnen behandelingen beter op de patiënt worden afgestemd, wat de kans op succes vergroot.
Binnen de Faculteit der Geneeskunde van de UvA bestuderen specialisten in experimentele oncologie en radiobiologie de diverse subtypen van darmkanker om de verschillen beter te begrijpen en gerichte behandelingen te ontwerpen. Professor Jan Paul Medema, hoogleraar Experimentele Oncologie en Radiobiologie, legt uit:
‘Tien jaar geleden hebben we met een wereldwijd consortium een belangrijke studie gepubliceerd waarin we vier hoofdsubtypes van darmkanker vaststelden. Sindsdien proberen we te begrijpen hoe deze subtypen verschillen, hoe die verschillen ontstaan en of we gerichte behandelingen kunnen ontwikkelen. Is het puur toeval welk subtype iemand krijgt, of speelt levensstijl een rol?’
Kanker te slim af zijn
‘Op dit moment is chemotherapie de standaardbehandeling voor darmkanker’, vervolgt Medema. ‘Patiënten ondergaan meestal eerst een operatie en krijgen daarna chemo, terwijl we weten dat 50% van hen dit eigenlijk niet nodig heeft. Van de andere 50% die chemo wél nodig heeft, slaat de behandeling slechts bij de helft aan. Dit betekent dat 25% van de patiënten toch een terugval krijgt.’
.
Volgens Medema is de uitdaging om beter te voorspellen welke patiënten baat hebben bij een bepaalde behandeling. ‘Zo kunnen we bestaande therapieën afstemmen op specifieke subtypen en effectievere nieuwe behandelingsstrategieën ontwikkelen. Misschien ligt de toekomst in doelgerichte therapieën die zich richten op de unieke biologische kenmerken van een tumor.’
De verbinding met Geesteswetenschappen
Jan Paul Medema is wetenschappelijk directeur van het Oncode Institute. Dit instituut brengt onderzoekers uit heel Nederland samen om innovatieve kankertherapieën te ontwikkelen. Met een gespecialiseerde tech transfer-afdeling wordt onderzoek omgezet in praktijk, bijvoorbeeld via startups en samenwerkingen met de industrie. Ze zijn nu zeven jaar actief en beginnen al de eerste echt impactvolle veranderingen in de klinische praktijk te zien.
Kankeronderzoek gaat verder dan alleen de ziekte zelf. Het richt zich ook op de impact op het dagelijks leven van patiënten, wat tot verrassende samenwerkingen kan leiden.
De verbinding met Geesteswetenschappen
Professor Michiel van den Brekel, hoofd-halschirurg bij het Nederlands Kanker Instituut, heeft bijvoorbeeld een leerstoel aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van de UvA. ‘Dat lijkt misschien vreemd, maar als hoofd-halschirurgen behandelen we organen die belangrijk zijn voor communicatie, zoals de tong en het strottenhoofd. Operaties of bestralingen kunnen tot spraakproblemen leiden, omdat hierdoor bijvoorbeeld een deel van de tong of het strottenhoofd ontbreekt, en daarom werken we ook samen met specialisten in taal en communicatie.’
Een van hun projecten richt zich op patiënten bij wie het strottenhoofd is verwijderd. Zij moeten een nieuwe manier van spreken aanleren, maar zijn vaak ontevreden over hun stem. Daarom ontwikkelen onderzoekers samen met externe ontwikkelaars een app die iemands stem bijna in real-time kan aanpassen naar een gewenste stem.
‘Als een patiënt opnames van zijn oude stem heeft, kunnen we die nabootsen. Hiervoor zijn momenteel nog microfoons en headsets nodig, dus het is vooral ideaal voor telefonische of online persoonlijke communicatie. Maar misschien is in de toekomst een volledig geïntegreerde oplossing mogelijk’, zegt Van den Brekel.
Daarnaast wordt in deze samenwerking onderzocht hoe spraakherkenningstechnologie verbeterd kan worden voor mensen met een stemhandicap, proberen de onderzoekers te voorspellen hoe de stem van een patiënt na de operatie zal klinken voor gebruik in therapie vooraf, en analyseren ze gesprekken tussen patiënten en oncologen om te begrijpen hoe communicatie in de zorg beter kan.
Epigenetische bewerking
Een opwindend nieuw onderzoeksgebied is epigenetische editing. Deze futuristisch klinkende techniek biedt het potentieel om de manier waarop genen aan de groei van kanker bijdragen te beïnvloeden en terug te draaien.
Pernette Verschure is hoogleraar Functionele Dynamiek van het Epigenoom aan de Faculteit der Natuurwetenschappen van de UvA en de afdeling Medische Biochemie van het Amsterdam UMC: ‘Epigenetica is als een controlelaag bovenop ons DNA die bepaalt welke genen in een cel actief of inactief zijn. Dit helpt cellen hun identiteit te behouden, zodat bijvoorbeeld een levercel zich niet ineens als een zenuwcel gaat gedragen, ook al hebben ze hetzelfde DNA. Epigenetica stelt cellen ook in staat zich aan te passen aan veranderingen in de omgeving door genactiviteit te wijzigen zonder het DNA zelf te veranderen. Zo kunnen huidcellen die blootstaan aan UV-straling via epigenetische aanpassingen DNA-herstelgenen activeren.’
Ongewenste veranderingen terugdraaien
Omdat de epigenetische laag in onze cellen omkeerbaar is, kan deze dan ook met wetenschap worden beïnvloed? Kunnen we ongewenste veranderingen terugdraaien, en welke genen moeten we hiervoor aanpakken? In haar onderzoek richt Verschure zich hierbij op borstkanker, en specifiek op de meest voorkomende vorm: hormonale borstkanker. Hoewel deze goed te behandelen is, krijgt 30 tot 40% van de patiënten na 5 tot 10 jaar toch een terugval. Op dat moment is de ziekte veel moeilijker te behandelen en verspreidt de kanker zich vaak naar andere delen van het lichaam.
‘We willen begrijpen hoe dit komt. Zijn er epigenetische veranderingen die de kanker resistent maken tegen behandeling? En kunnen we die terugdraaien om cellen weer gevoelig te maken voor therapie?’
Om dit te onderzoeken, gebruikt haar team de zogenaamde CRISPR-technologie, een precisietechniek waarmee wetenschappers DNA kunnen bewerken door specifieke genen gericht te knippen of te wijzigen. Maar in plaats van genen te knippen, koppelt het team het aan een speciale enzym om een specifiek gen gericht te bewerken.
Epigenetische editing is veelbelovend, maar roept ook ethische en veiligheidsvragen op. ‘De mogelijkheden zijn enorm, maar we moeten goed begrijpen wat de langetermijngevolgen zijn voordat we dit grootschalig toepassen’, aldus Verschure.
Andere artikelen
Enhancing access to cancer treatments: unraveling the impact of transparency
Hoe strijdlustige taal rond kanker anders kan
Spin-off UvA haalt investering van 1 miljoen op voor innovatie in immunotherapie
© Universiteit van Amsterdam
Artwork by Objekt Studio
Images via Unsplash