26 August 2024
Tegenwoordig is 97% tot 99,9% van de klimaatwetenschappers het erover eens dat klimaatverandering plaatsvindt en dat menselijke activiteit de belangrijkste oorzaak is. Sinds een tiental jaren onderzoeken wetenschappers ook de effecten van het communiceren van deze overweldigende consensus – met veelbelovende resultaten. Tot nu toe zijn dergelijke studies echter voornamelijk in de Verenigde Staten uitgevoerd.
Onder leiding van milieupsychologen Bojana Većkalov van de Universiteit van Amsterdam en Sandra Geiger van de Universiteit van Wenen brengt een internationaal team nu uitgebreid en gedetailleerd de effecten van het communiceren van wetenschappelijke consensus buiten de Verenigde Staten in kaart. ‘De veelbelovende resultaten uit de Verenigde Staten blijken over de hele wereld te gelden,’ stelt Većkalov.
Het internationale onderzoeksteam legde verschillende boodschappen over de wetenschappelijke consensus voor aan meer dan 10.500 mensen en vroeg hen vervolgens naar hun mening over klimaatverandering. In alle 27 landen reageerden mensen op vergelijkbare wijze op de wetenschappelijke consensus over het bestaan en de oorzaken van klimaatverandering.
Geiger legt uit: 'Voordat mensen over de consensus onder klimaatwetenschappers lazen, schatten ze deze consensus veel lager in dan die in werkelijkheid is. Na het lezen hierover, pasten ze hun eigen percepties aan, geloofden meer in klimaatverandering en maakten zich er meer zorgen over.'
88% van de klimaatwetenschappers is het er ook over eens dat klimaatverandering een crisis vormt. Hoe reageren mensen op deze extra boodschap van crisisconsensus? Interessant genoeg heeft dit extra stukje informatie geen toegevoegde waarde: het doet niet meer mensen anders over klimaatverandering denken.
Većkalov legt uit: 'We denken dat het verschil tussen de werkelijke consensus en de consensus die men denkt dat er is een rol speelt. Kijken we naar de consensus over het bestaan en de oorzaken van klimaatverandering, dan zien we dat respondenten de wetenschappelijke consensus lager inschatten dan deze in werkelijkheid is. Hierdoor passen ze hun overtuigingen aan na het zien van onze boodschappen. Bij de crisisconsensus ligt de schatting van de respondenten aanzienlijk dichter bij de werkelijke consensus. Deze kloof is waarschijnlijk niet groot genoeg om de overtuigingen over klimaatverandering te veranderen.'
De studie vond tot slot dat beide consensusboodschappen effectiever zijn voor doelgroepen met minder vertrouwdheid met dergelijke klimaatboodschappen en meer misvattingen, waaronder mensen met minder vertrouwen in klimaatwetenschappers en rechtse ideologieën.
Volgens de auteurs onderschrijft hun studie hoe belangrijk het is om consensus onder klimaatwetenschappers te blijven benadrukken en communiceren. 'Vooral in het licht van de toenemende politisering van wetenschap en desinformatie over klimaatverandering, helpt universeel bewustzijn van de wetenschappelijke consensus om het publieke begrip van het probleem te bewaken', voegt medeauteur Sander van der Linden van de Universiteit van Cambridge toe.
Naast Bojana Većkalov waren ook František Bartoš, Bastiaan Rutjens, Frenk van Harreveld, Berkan Akın en Alaa Aldoh van de Universiteit van Amsterdam betrokken bij deze studie. Bijzonder uniek is de betrokkenheid van studenten en beginnende onderzoekers van het Junior Researcher Programme (JRP) en het Global Behavioural Science (GLOBES) programma aan Columbia University.
Većkalov, B., Geiger, S. J., Bartoš, F., White, M. P., Rutjens, B. T., van Harreveld, F., … Ruggeri, K. & van der Linden, S. (2024). 'A 27-country test of communicating the scientific consensus on climate change.' Nature Human Behaviour. https://www.nature.com/articles/s41562-024-01928-2 (Ga naar het artikel voor een volledige lijst met auteurs)