31 August 2021
Krzemiński is gespecialiseerd in beslag- en executierecht, zekerhedenrecht en procesrecht. Het executie- en beslagrecht biedt regels waarmee rechterlijke uitspraken ten uitvoer kunnen worden gelegd en vorderingen kunnen worden verhaald, onder meer via beslaglegging. Het is essentieel voor het goed functioneren van de rechtstaat; burgers moeten er immers van uit kunnen gaan dat rechterlijke uitspraken worden uitgevoerd, afspraken worden nagekomen en schulden worden voldaan. Tegelijkertijd spelen bij beslag en executie belangrijke maatschappelijke kwesties, bijvoorbeeld rondom de brede schuldenproblematiek en de complexiteit en hoge kosten voor verhaal van onbetwiste vorderingen. Dit alles raakt tevens de positie van de deurwaarder. De deurwaarder neemt in het executie- en beslagrecht een centrale rol in. Als onafhankelijk ambtenaar is de deurwaarder belast met de uitvoering van beslag- en executiemaatregelen, waarbij de balans tussen rechtshandhaving en rechtsbescherming moet worden bewaakt.
Als bijzonder hoogleraar aan de UvA gaat Krzemiński onderzoek doen en onderwijs geven op het gebied van het executie- en beslagrecht, met een focus op de positie van de deurwaarder. Hij zal deze deeltijdsfunctie vervullen naast zijn praktijk als advocaat. In zijn onderzoek zal Krzemiński zich onder meer richten op de fundamentele rechtsbescherming van zowel schuldeisers als schuldenaren, de effectiviteit van het executierecht voor de verwezenlijking van materiële rechten, en de aanpak van praktische knelpunten in bestaande regelingen van executie- en beslagrecht, mede vanuit internationaal en rechtsvergelijkend perspectief. In het onderwijs van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid is veel aandacht voor de wijze waarop recht in de praktijk werkt en effecten kan sorteren. Vanuit zijn praktijkervaring als advocaat kan Krzemiński studenten inzicht geven in het verschil tussen ‘law in books’ en ‘law in action’ in de civiele rechtspleging.
‘Juist deze combinatie van praktijk en wetenschap is in het executie- en beslagrecht belangrijk’, zegt Krzemiński. ‘Het gaat om de feitelijke verwezenlijking van recht in de praktijk, zo nodig met de inzet van dwangmiddelen. Dit raakt aan vragen over goede rechtsbedeling, rechtsbescherming en toegang tot recht; onderwerpen die juist een meer fundamentelere benadering vragen. Het executie- en beslagrecht is bovendien volop in beweging en onderwerp van breed maatschappelijk debat. Ik kijk ernaar uit met mijn onderzoek hieraan een bijdrage te leveren.’
‘Kasper is een van de meest vooraanstaande advocaten binnen ons toonaangevende litigation & arbitration team. Hij is als geen ander in staat om in complexe zaken met juridisch innovatieve oplossingen te komen, en beschikt over het doorzettingsvermogen dat nodig is om ingewikkelde vragen grondig uit te zoeken. Mede hierdoor behoort hij tot de top van zijn vakgebied, en we zijn er van overtuigd dat deze vaardigheden hem ook van pas komen in zijn academische carrière. Ons kantoor moedigt het combineren van de advocatuurlijke praktijk met de academische wereld van oudsher aan. Studenten profiteren van de context uit de praktijk, en onze cliënten van een breder perspectief dankzij onze academische ervaring’, aldus Jaap Jan Trommel, managing partner NautaDutilh.
Sjef van der Putten, vicevoorzitter KBvG en lid curatorium van de leerstoel: ‘Er is nu een leerstoel met bijzondere aandacht voor de positie van de gerechtsdeurwaarder. En die hoort natuurlijk thuis in het Amsterdam Center on the Legal Professions and Access to Justice (ACLPA) van de UvA. Toegang tot het recht is immers de kerntaak van de deurwaarder. Enerzijds door het oproepen van partijen en het toegankelijk maken van het recht door uitleg aan de deur. Anderzijds door het afdwingen van de beslissing van een rechter als niet vrijwillig wordt voldaan. We verheugen ons op de bijdragen van Krzemiński in het wetenschappelijk en maatschappelijk debat en zijn ervan overtuigd dat daarmee mooie stappen gezet gaan worden in het executie- en beslagrecht en naar een meer rechtvaardige en effectieve rechtshandhaving in Nederland.’
Krzemiński (1981) is advocaat (partner) bij NautaDutilh in Rotterdam, waar hij zich richt op de civiele procespraktijk en arbitrage. Hij combineert de advocatuur met een brede wetenschappelijke interesse. In 2013 promoveerde hij - als buitenpromovendus - cum laude aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Sindsdien publiceert en doceert hij regelmatig over het beslag- en executierecht, zekerhedenrecht en procesrecht. Hij is onder meer auteur in de Asser-serie en Tekst & Commentaar Burgerlijke Rechtsvordering. Daarnaast is hij sinds 2019 secretaris-generaal van P.R.I.M.E. Finance, een internationaal arbitrageinstituut voor complexe financiële geschillen. NautaDutilh is een internationaal advocatenkantoor met vestigingen in Amsterdam, Rotterdam, Brussel, Londen, Luxemburg, en New York.