For best experience please turn on javascript and use a modern browser!
You are using a browser that is no longer supported by Microsoft. Please upgrade your browser. The site may not present itself correctly if you continue browsing.
Sinds een paar weken is Yvonne Donders - behalve UvA-hoogleraar internationale mensenrechten en lid van het VN Mensenrechtencomité - voorzitter van de ad-hocwerkgroep die zich buigt over de vraag of er aanvullingen nodig zijn op het bestaande beleidskader rond de samenwerking met derden.

De afgelopen weken hebben rondetafelbijeenkomsten plaatsgevonden bij alle faculteiten. Maandag 24 juni is er een online townhall meeting waaraan alle studenten en medewerkers kunnen meedoen. Wat is de bedoeling van deze online meeting? En welke stappen zet de werkgroep verder? Yvonne beantwoordt een aantal vragen.

Waarom is de werkgroep ingesteld?

Yvonne: ‘De protesten hebben ons met de neus op de feiten gedrukt. We moeten opnieuw serieus naar ons bestaande kader samenwerking met derden kijken. Als internationale academische gemeenschap zijn we ingebed in de wereld en werken we samen met instituten en mensen van over de hele wereld. Daarom moeten we - naast naar academische vrijheid en naar kansen - ook kijken naar verantwoordelijkheden en mogelijke grenzen aan samenwerking.’

Wat is jullie taak als werkgroep?

‘Wij zijn gevraagd als ad hoc-werkgroep om het College van Bestuur en de decanen te adviseren over de vraag of er aanvullingen nodig zijn op het bestaande kader. De werkgroep bestaat uit mensen van verschillende faculteiten met ervaring in verschillende universitaire organen en expertise in onderwerpen zoals internationaal recht, internationale betrekkingen en mensenrechten.’

Wat zou er aan het huidige kader kunnen worden aangepast?

‘Naar aanleiding van de huidige discussie kijken we naar mogelijke aanvullingen van het huidige kader, dat in 2022 is opgesteld naar aanleiding van de discussie over kennisveiligheid. Zo gaat het huidige kader alleen over onderzoekssamenwerking, wat de vraag oproept of ook onderwijssamenwerkingen moeten worden opgenomen. Want, wat doen we bijvoorbeeld met studentenuitwisselingen?

Verder gaat het huidige kader alleen over projecten en niet over het niveau van instellingen. En het huidige kader gaat alleen over nieuwe samenwerkingen. Wij kijken of we ook bestaande samenwerkingen een plek willen geven in het kader. Een andere belangrijke vraag is over welke situaties we het hebben. Kijken we naar instellingen in landen of regio’s in oorlog of conflict, of ook naar instellingen op plekken waar grove en systematische mensenrechtenschendingen plaatsvinden? Over dat soort vragen moet de werkgroep zich buigen.’

Wat heeft de werkgroep tot nu toe gedaan?

‘We zijn de afgelopen drie weken een aantal keer met de werkgroep bij elkaar gekomen en hebben veel dilemma’s, voorbeelden en informatie gedeeld. Op basis van onze gesprekken hebben we een agenda opgesteld waarmee we input konden ophalen bij de faculteiten in rondetafelbijeenkomsten. We zien dat er over samenwerking met derden en mogelijke dilemma’s die dat met zich meebrengt, veel wordt nagedacht op alle faculteiten. Ook is er veel ervaring en inhoudelijke expertise waar we gebruik van kunnen maken.’

Wat zijn de volgende stappen?

‘Naast de rondetafelbijeenkomsten van de afgelopen weken organiseren we aanstaande maandag een online townhall meeting voor de hele UvA-gemeenschap. Hiermee willen we zoveel mogelijk studenten en medewerkers de mogelijkheid geven om hun input te geven. Iedereen kan zich aanmelden en ik hoop dat velen dit zullen doen.

De agenda voor de townhall meeting is in principe dezelfde als bij de rondetafels. We vragen deelnemers om mee te denken over het bestaande kader samenwerking met derden: moet ook onderwijssamenwerking worden opgenomen in het kader? Op welk niveau moet samenwerking worden beoordeeld? Op welke situaties zou dit kader van toepassing moeten zijn?’

Hoe gaat het daarna verder?

‘Voor de zomer komt er nog een consultatie via DenkMee, waar iedereen input kan geven. Uiteindelijk zullen wij op basis van alle informatie en input een advies geven aan het College van Bestuur en de decanen. Hoe snel dit zal gaan en in welke vorm, zal de werkgroep de komende tijd bepalen. Ik wil daar geen tijd op zetten omdat dit zorgvuldig moet gebeuren.

Wij zullen in elk geval geen finale versie van een nieuw kader presenteren. Ons advies concentreert zich op de vraag of en in hoeverre aanvullingen op het bestaande kader wenselijk of nodig zijn. Het is daarmee dus ook zeker niet het einde van de discussie, want de tijd is te kort om alle aspecten van dit onderwerp zorgvuldig uit te diepen.