Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Doorloop alle onderstaande stappen om je in te schrijven voor de Master Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs Duits (eerstegraads lerarenopleiding).
Inschrijfproces
  • 1. Check de deadlines
    • De inschrijfperiode voor de collegestart in februari loopt van 15 september tot en met 31 oktober.
    • De inschrijfperiode voor de collegestart in september loopt van 15 februari tot en met 30 april.
  • 2. Check de toelatingseisen

    2.1 Toelatingseisen per opleidingstraject

    2.1.1 Post-master of postdoctorale variant

    Je voldoet aan de volgende voorwaarde: 

    • je bent in bezit van een doctoraal diploma of van een universitair masterdiploma, waarbij tijdens de vooropleiding (bachelor en/ of master) minimaal 120 EC aan vakinhoud op wetenschappelijk niveau is behaald die aansluit op het schoolvak van de te volgen masteropleiding. Als je maximaal 18 EC onder de genoemde 120 EC zit, is een vakapplicatieprogramma mogelijk.
    • Voor sommige schoolvakken worden aanvullende eisen gesteld, zie punt 2.4 hieronder.

    Als je meer informatie wenst over de toelatingseisen, kun je contact opnemen met de Onderwijsbalie van afdeling Pedagogische en Onderwijswetenschappen.

    2.1.2. Tweedegraads naar eerstegraads

    Je voldoet aan beide onderstaande voorwaarden: 

    • je bent in het bezit van een doctoraaldiploma of van een universitair masterdiploma, waarbij tijdens de vooropleiding (bachelor en/of master) minimaal 120 EC aan vakinhoud op wetenschappelijk niveau is behaald die aansluit op het schoolvak van de te volgen masteropleiding. Als je maximaal 18 EC onder de genoemde 120 EC zit, is een vakapplicatieprogramma mogelijk.
    • én je bent in het bezit van een tweedegraadsbevoegdheid voor het betreffende schoolvak. 

    2.1.3. Mastertraject met onderwijservaring: Eerder Verworven Competenties (EVC)

    Je voldoet aan alle onderstaande voorwaarden:

    • je bent in het bezit van een voor het betreffende schoolvak relevant doctoraal diploma of van een universitair masterdiploma, waarbij tijdens de vooropleiding (bachelor en/ of master) minimaal 120 EC aan vakinhoud op wetenschappelijk niveau is behaald die aansluit op het schoolvak van de te volgen masteropleiding. Als je maximaal 18 EC onder de genoemde 120 EC zit, is een vakapplicatieprogramma mogelijk.
    • én je hebt minimaal drie jaar gemiddeld 8 lesuren per week gegeven op een Nederlandse school voor VO;
    • én deze lesgeefervaring is niet langer dan 3 jaar geleden.

    2.1.4. Zij-instromer in het beroep-traject (ZIB)

    Je voldoet aan alle onderstaande voorwaarden: 

    • je hebt een aanstelling als docent in het voortgezet onderwijs, maar je beschikt niet over een onderwijsbevoegdheid;
    • én je beschikt over een doctoraal diploma of een universitair masterdiploma, waarbij tijdens de vooropleiding (bachelor en/ of master) minimaal 120 EC aan vakinhoud op wetenschappelijk niveau is behaald die aansluit op het schoolvak. Als je maximaal 18 EC onder de genoemde 120 EC zit, is een vakapplicatieprogramma mogelijk.
    • én de school waar je werkzaam bent als docent draagt je voor een Geschiktheidsonderzoek voor bij de Interfacultaire Lerarenopleidingen van de Universiteit van Amsterdam via de onderwijsbalie van afdeling Pedagogische en Onderwijswetenschappen. Op grond van de Geschiktheidsverklaring en het opleidingsadvies wordt door de examencommissie een opleidingstraject vastgesteld;
    • én zowel het opleidingstraject (d.w.z. de lerarenopleiding) als het eventuele vakinhoudelijke inhaalprogramma moeten binnen twee jaar afgerond kunnen worden;
    • én de school waar je werkt, vraagt subsidie aan bij DUO ter financiering van dit opleidingstraject.
    • Voor het zij-instromer-in-beroep-traject mag je in de voorgaande twee jaar niet ingeschreven hebben gestaan bij een lerarenopleiding.

    2.2 Nederlandse taalvaardigheid

    • De master Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs is een Nederlandstalige opleiding. Dit betekent dat de hoor- en werkcolleges in het Nederlands zijn, een deel van de vakliteratuur Nederlandstalig is en dat alle opdrachten in het Nederlands geschreven dienen te worden. Om toegelaten te kunnen worden tot de opleiding, moet je aantonen dat je beschikt over voldoende Nederlandse taalvaardigheid om onderwijs te kunnen verzorgen aan Nederlandstalige leerlingen.
    • Indien je het vwo in Nederland hebt afgerond, dan wordt ervan uit gegaan dat je aan de taalvaardigheidseis voldoet (taalniveau F4).
    • Kandidaten die Nederlands  niet als eerste taal hebben, moeten minimaal taalniveau C1 (near native) hebben. Aan deze eis kan worden voldaan door vóór aanvang van het collegejaar (1 februari of 1 september) in het bezit te zijn van het Examen TUL-gevorderd (Toelatingsexamen Universiteit Leiden – gevorderd) van het Academisch Talencentrum van de Universiteit Leiden. Voor het onderdeel spreekvaardigheid moet minimaal een 7,5 worden behaald. 
      Ook het succesvol afronden van de volgende cursussen geldt als voldoende bewijs voor deze voorwaarde:
      NT2 vergevorderden 1 of NT2 vergevorderden 2 aan de Universiteit van Amsterdam;
      Professioneel Nederlands aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
      De examencommissie kan, al dan niet op verzoek van de student, een ander examen aanwijzen.

    2.3 Nederlandse onderwijscultuur

    Indien je buiten Nederland op de middelbare school hebt gezeten, dien je een korte cursus te volgen over de Nederlandse onderwijscultuur. Je kunt deze cursus gelijktijdig met de opleiding volgen. Indien dit voor jou van toepassing is. ontvang je hier aan het begin van het collegejaar meer informatie over.

    2.4 Aanvullende toelatingseisen

    Voor een aantal tracks (schoolvakken) worden aanvullende toelatingseisen gesteld:

    Aardrijkskunde

    De verzoeker dient tijdens de bachelor of master minimaal 120 EC op wo-niveau aan vakinhoud op het gebied van Aardrijkskunde te hebben behaald. Hiervan moet minimaal 18 EC op het gebied van fysische geografie en minimaal 18 EC op het gebied van sociale geografie zijn behaald.

    Arabisch

    Taalvaardigheid één ERK-niveau hoger dan vwo-eindexamen van de doeltaal. Om het taalniveau vast te stellen kan een deel van het toelatingsgesprek in de doeltaal worden gevoerd. Ook kan de verzoeker gevraagd worden een taaltest te overleggen.

    Duits

    Taalvaardigheid één ERK-niveau hoger dan vwo-eindexamen van de doeltaal. Om het taalniveau vast te stellen kan een deel van het toelatingsgesprek in de doeltaal worden gevoerd. Ook kan de verzoeker gevraagd worden een taaltest te overleggen.

    Engels

    Masterscriptie geschreven in de doeltaal.

    Taalvaardigheid één ERK-niveau hoger dan vwo-eindexamen van de doeltaal. Om het taalniveau vast te stellen kan een deel van het toelatingsgesprek in de doeltaal worden gevoerd. Ook kan de verzoeker gevraagd worden een taaltest te overleggen.

    Frans

    Taalvaardigheid één ERK-niveau hoger dan vwo-eindexamen van de doeltaal. Om het taalniveau vast te stellen kan een deel van het toelatingsgesprek in de doeltaal worden gevoerd. Ook kan de verzoeker gevraagd worden een taaltest te overleggen.

    Griekse en Latijnse Taal en Cultuur

    De verzoeker dient tijdens de bachelor en  master tezamen minimaal 200 EC op wo-niveau aan vakinhoud op het gebied van Griekse en Latijnse Taal en Cultuur te hebben behaald.

    Hebreeuws

    Taalvaardigheid één ERK-niveau hoger dan vwo-eindexamen van de doeltaal. Om het taalniveau vast te stellen kan een deel van het toelatingsgesprek in de doeltaal worden gevoerd. Ook kan de verzoeker gevraagd worden een taaltest te overleggen.

    Italiaans

    Taalvaardigheid één ERK-niveau hoger dan vwo-eindexamen van de doeltaal. Om het taalniveau vast te stellen kan een deel van het toelatingsgesprek in de doeltaal worden gevoerd. Ook kan de verzoeker gevraagd worden een taaltest te overleggen.

    Spaans

    Taalvaardigheid één ERK-niveau hoger dan vwo-eindexamen van de doeltaal. Om het taalniveau vast te stellen kan een deel van het toelatingsgesprek in de doeltaal worden gevoerd. Ook kan de verzoeker gevraagd worden een taaltest te overleggen.

    2.4 Aanvullende toelatingseisen

    Voor de Master Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs Duits wordt de volgende aanvullende toelatingseis gesteld:

    • Taalvaardigheid één ERK-niveau hoger dan vwo-eindexamen van de doeltaal. Om het taalniveau vast te stellen kan een deel van het toelatingsgesprek in de doeltaal worden gevoerd. Ook kan de verzoeker gevraagd worden een taaltest te overleggen.

  • 3. Check het collegegeld

    Wie in Nederland studeert aan een hogeschool of universiteit, betaalt daarvoor jaarlijks collegegeld. Er zijn verschillende collegegeldtarieven: het wettelijke collegegeld en het instellingstarief. Hoeveel collegegeld je betaalt, hangt af van je nationaliteit, de opleiding die je volgt en of je voltijd, in deeltijd of duaal studeert.

    Via de Collegegeldmeter hieronder kun je de hoogte van het collegegeldtarief bepalen.
    Let op: de collegegeldmeter werkt niet in Safari.

    Overige studiekosten

    • De kosten voor boeken en ander studiemateriaal bedragen ongeveer € 600.
    • Kijk op de website van het NIBUD voor meer informatie over financiën tijdens je studie.
  • 3a. Tegemoetkomingen voor studenten aan de Lerarenopleiding

    Als student aan de lerarenopleiding kan je in aanmerking komen voor financiële regelingen om je tegemoet te komen bij het betalen van je opleiding. Alle informatie over deze regelingen en de aanvraagformulieren vind je op de website van Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) van de Rijksoverheid. 

    Extra studiefinanciering voor leraren in spé

    Studenten die aan bepaalde voorwaarden voldoen kunnen een jaar extra studiefinanciering ontvangen. 

    Tegemoetkoming voor Leraren

    Voor degenen die geen recht hebben op studiefinanciering bestaat er de mogelijkheid een tegemoetkoming voor de lerarenopleiding aan te vragen bij DUO. De tegemoetkoming bestaat uit twee delen, in het collegegeld en in de schoolkosten.

    Lerarenbeurs

    Voor bevoegde docenten die werkzaam zijn in het voortgezet onderwijs bestaat er de mogelijkheid om de Lerarenbeurs aan te vragen ter financiering van het collegegeld, studiemiddelen en reiskosten.

    Kijk voor meer informatie over deze regelingen en voor de aanvraagformulieren op de website van DUO.

  • 4. Schrijf je in via Studielink
  • 5. Activeer je UvAnetID

    Nadat je je hebt ingeschreven in Studielink, ontvang je een e-mail met je UvAnetID. Activeer je UvAnetID volgens de instructies. Je hebt je UvAnetID nodig om je in te schrijven bij de UvA.

  • 6. Doe een verzoek tot toelating

    Na je formele aanmelding in Studielink, dien je het aanmeldformulier van de opleiding in te vullen. Hierin wordt meer informatie opgevraagd die onder andere nodig is voor het praktijkdeel van de opleiding.

    De link naar het aanmeldformulier is hieronder alleen zichtbaar tijdens de inschrijfperiode (zie ook deadlines in stap 1).

De rest van de stappen die hieronder worden beschreven, zijn alleen van toepassing wanneer je je tijdens de vastgestelde inschrijfperiodes hebt ingeschreven voor de Lerarenopleiding via Studielink èn een verzoek tot toelating hebt gedaan.

  • 7. Voer een toelatingsgesprek

    Nadat je het formulier hebt ingevuld, nodigt de vakdidacticus van je vak je uit voor een gesprek. In een aantal gevallen is het ook noodzakelijk met de studieadviseur te spreken. We toetsen altijd of je voldoet aan de formele toelatingscriteria.

  • 7a. Voer een gesprek met het NT2-team

    Indien bij de intake met de vakdidacticus of op een ander moment in de toelatingsprocedure wordt geconstateerd dat je Nederlandse taalvaardigheid - ondanks dat je voldoet aan de formele taaleisen - mogelijk onvoldoende is om je in de lessen op school en op de UvA goed te kunnen redden, dan word je uitgenodigd voor een gesprek met het NT2-team.  Je kunt hier ook zelf om vragen. In dat gesprek wordt bekeken welke extra ondersteuning we je kunnen bieden en welke stappen je zelf nog moet zetten.

    Zie stap 2.1 hierboven voor details met betrekking tot de eisen aan de Nederlandse taalvaardigheid.

  • 7b. Doe mee met de Check-in

    Voorafgaand aan start van de opleiding is er op de Interfacultaire Lerarenopleidingen en de opleidingsscholen een Check-in. De Check-in is verplicht voor studenten die de opleiding met een stage gaan volgen en nog geen eerdere ervaring in het voortgezet onderwijs hebben.

Na (voorwaardelijke) toelating
  • 8. Meld je aan voor vakken

    Om onderwijs te kunnen volgen, moet je je elk semester tijdens de aanmeldperiode aanmelden voor vakken. Dit kan alleen als je je hebt ingeschreven als masterstudent via Studielink (zie stap 2). Je kunt geen onderwijs volgen als je je niet hebt aangemeld voor vakken.

    De aanmeldperiode voor de vakken die in september van start gaan, is in juni. De vakaanmelding voor de vakken die in februari starten, is in december. Respectievelijk eind mei of eind november ontvang je van de onderwijsadministratie meer informatie over de vakaanmelding.

  • 9. Doe mee aan de startdagen

    Als je in september start met de opleiding, zijn er in augustus al twee startdagen. Bij de start in februari vinden er twee startdagen plaats in januari. Tijdens de startdagen maak je kennis met je docenten, je medestudenten en het programma. Ook volg je workshops die je voorbereiden op de lespraktijk. Je wordt verwacht aanwezig te zijn op deze dagen.

  • 10. Vraag je collegekaart aan

    Een collegekaart is een persoonlijke kaart die je onder andere gebruikt als identificatie tijdens tentamens en bij het lenen van boeken. Na je voorwaardelijke toelating ontvang je van de centrale studentenadministratie van de UvA meer informatie over het aanvragen van een collegekaart.

  • 11. Betaal het collegegeld

    Om je inschrijving te voltooien moet je het collegegeld betalen.

  • 12. Collegedagen

    Voor studenten die in september met de master Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs starten, is donderdag de vaste lesdag op de UvA. Voor studenten die in februari starten, is dinsdag de vaste lesdag op de UvA. Je dient dan van 09.00 tot 17.00 uur op de UvA aanwezig te zijn. Voor studenten die een opleidingstraject met vrijstellingen volgen, kan de opleidingsdag afwijken.

    De colleges op de UvA beginnen in de eerste week van september of van februari. In de week voor de start van de colleges zijn er twee startdagen; aanwezigheid is verplicht. Afhankelijk van de start van het schooljaar in het middelbaar onderwijs kan het zijn dat je stage begint voordat de UvA-colleges beginnen.