Vassilis Dafnomilis is FdR Docent van het Jaar 2022
14 June 2022
‘Happy, honored and grateful by the fact that the energy, time and devotion to teaching have been recognized by those who are the centre of my educational activities, my students’.
Dit is de eerste reactie van Vassilis op het verkrijgen van de titel FdR Docent van het Jaar. Tijdens zijn workshops aan Nederlandse masterstudenten schakelt hij vaak tussen Nederlands en Engels, tot hilariteit van de studenten. Maar dit heeft ook een voordeel, aldus Vassilis. ‘Mijn ervaring is dat "switching between languages" de studenten stimuleert, waardoor ze alert blijven. En de studenten helpen me om mijn Nederlands te verbeteren. Zo wordt de onderwijservaring wederzijds, en tegelijkertijd verkleint het de afstand tussen de studenten en mij.’
Deze laagdrempeligheid, en het contact met de studenten, is wat hem typeert als docent. 'De meeste studenten zeggen dat ik een enthousiaste docent ben, en passie heb voor mijn vak. Ik vind dat ik een toegankelijke docent ben die op een vriendelijke manier de studenten stimuleert om vragen te stellen, binnen en buiten de collegezaal. Ik geef echt om de ontwikkeling van mijn studenten en ik maak graag tijd voor ze vrij.'
Dat Vassilis van doceren houdt en alles eruit wil halen wat erin zit, is overduidelijk. Als hij onderwijs geeft, probeert hij zich in te leven in de manier hoe studenten een vraagstuk benaderen. Volgens studenten bezit hij de 'magie' om moeilijke concepten begrijpelijk te maken, door voorbeelden te geven, of bepaalde feiten te veranderen om een vraag moeilijker of makkelijker te maken. Tijdens zijn colleges beweegt Vassilis zich vaak van de ene hoek van de zaal naar de andere, of van het podium naar de tafel van een student en beweegt hij zijn handen als een dirigent. Vassilis: ‘Als ik een lezing of presentatie geef, heb ik het gevoel dat ik op een podium sta, net als bij een concert. In plaats van te zingen, geef ik les.’
‘Kijk ik naar mijn studenten, dan denk ik aan mezelf, acht jaar geleden, toen ik vanuit Griekenland naar Nederland verhuisde. Ik moest omgaan met nieuwe situaties en uitdagingen en het was, zeker in het begin, niet altijd makkelijk. Een nieuwe groep studenten doet me denken aan die jongere Vassilis. Maar ik zie ook de oudere, hopelijk wijzere, Vassilis die er nu is om deze studenten te helpen.’
Vassilis verkent ook graag innovatieve onderwijsmethoden. Zo introduceerde hij voor de International Tax Law Moot Court van dit jaar (onderdeel van de Amsterdam Law Practice, red.) videotrainingen voor studenten. Hij neemt de pleitnota's op, en geeft feedback. De studenten kunnen hun pleidooien bekijken en evalueren hoe ze presteren - 'soms confronterend, maar wel een heel goede leerschool'.
Wat zijn de lastige dingen van onderwijs geven, vragen we Vassilis. ‘Het is nu eenmaal zo dat sommige studenten alleen willen leren hoe ze examenvragen moeten oplossen. Ze willen hun tentamens halen en afstuderen, klaar. Daar is niets mis mee, toen ik student was, waren er ook vakken waarvoor ik gewoon wilde slagen. Maar ik denk dat een docent zelfs onder deze omstandigheden studenten kan inspireren en motiveren en hen kan helpen verder te kijken dan het tentamen van een vak. Het ethische aspect van belastingrecht is bijvoorbeeld iets waar ik studenten graag bewust van maak. Wat is de scheidslijn tussen aanvaardbare en niet aanvaardbare belastingplanning? Of onder welke omstandigheden discrimineert de fiscus op een onethische manier? Daarom hebben we in de Advanced master International Tax Law drie seminars over fiscale ethiek opgenomen.’
Als ik een lezing of presentatie geef, heb ik het gevoel dat ik op een podium sta, net als bij een concert
Sommige situaties tijdens zijn colleges blijven Vassilis altijd bij, en bezorgen hem zelfs kippenvel. 'Het was een van mijn eerste colleges aan de huidige groep van de Advanced master International Tax Law, een groep van 25 internationale studenten. Deze lezing had de vorm van een ‘Technical Meeting’, een vernieuwende collegevorm waarbij de docent een kort college geeft en daarna de discussies van de studenten begeleidt. In feite zijn het de studenten die het college geven.
Ik doceerde over successierechten, een onderwerp dat ook deel uitmaakte van mijn promotieonderzoek, maar helaas is dit onderwerp niet zo populair bij studenten. Ik moest dus een manier bedenken om het interessant te maken. Ik besloot de groep in tweeën te delen: voor- en tegenstanders van successierechten, en we hielden een klein debat. Na een uur zag ik dat de studenten de stof zelfstandig konden verwerken en dat ze konden antwoorden op de argumenten van de andere groep. Ik had op dat moment echt kippenvel. Ik realiseerde me dat de studenten het onderwerp begrepen, dat ze het konden analyseren, en zelfs mijn onderzoeksbevindingen aan de kaak stelden!’