Het best bereikbaar ben ik met e-mail.
De nadruk bij mijn onderzoek ligt op het gebied van de negentiende eeuw. Mijn studies op het gebied van de Nederlandse literatuur van de negentiende eeuw zijn voor een deel bij elkaar gebracht in Nederlandse literatuur in de Romantiek. In De gemaskerde eeuw heb ik mijn opvattingen over de mentaliteit van de negentiende eeuw beschreven. Voor editeurs en degenen die zich verdiepen in de editiewetenschap stelde ik Naar de letter samen, waarin ik theorie en praktijk van het editeren verbind. Hiervan verscheen in 2010 een nieuwe druk met een toelichting. Hoewel dit boek nog gebruikt wordt, is het toch op veel gebieden gedateerd. Op het gebied van de moderne letterkunde publiceerde ik studies over Harry Mulisch en Hans Faverey. Ter gelegenheid van de aktie Nederland leest heb ik een studie over Twee vrouwen van Harry Mulisch gepubliceerd, waaraan toegevoegd een studie over zijn hele oeuvre. Tevens was ik in 2008 op de website van De Bezige Bij beschikbaar als `Mulisch-consulent'. Sinds zijn overlijden ben ik een van de drie executeurs-testamentair van zijn nalatenschap. Dat ben ik ook voor de dichter Hans Faverey. Onder mijn redactie is verschenen: Boeken onder druk. Censuur en pers-onvrijheid in Nederland sinds de boekdrukkunst. Eind 2013 verscheen de cultuurhistorische monografie Historiezucht. De obsessie met het verleden in de negentiende eeuw. In Teylers Museum was er een tentoonstelling aan gewijd. Ik werkte ook mee aan een studie over pornografie in Nederland, Onder de toonbank (2018). In 2018 is de biografie van Jacob van Lennep verschenen , onder de titel Jacob van Lennep, een bezielde schavuit. Het boek werd erg gewaardeerd, hoorde bij de tien beste historische boeken van 2018 en bij de vijf beste biografieen van 2017-2018. Tevens verscheen een heruitgave van de voetreis van Jacob van Lennep in 1823: De zomer van 1823 (2018). In 2021 is de studie L. De lezer van de 19de eeuw uitgekomen. Hierin probeer ik te achterhalen wat er werkelijk gelezen werd in de 19de eeuw. Ik vermeng hier een fictioneel lezersdagboek met onderzoek (duidelijk van elkaar onderscheiden. Op het moment werk ik aan een biografie van Betje Wolff.
In elk studiejaar ben ik beschikbaar voor gastonderwijs en voor cursussen bij de Illustere School. Tutorial-studenten kunnen zich in overleg met hun mentor bij mij aanmelden, met name als het gaat om edities en om negentiende-eeuw studies. Ik heb tutorials begeleid over Willem Kloos, Willem Witsen, de Vereeniging voor Oude Letterkunde etc. Scripties begeleid ik op dezelfde gebieden, maar ook alleen in overleg met de mentor.
Vanaf september 2004 begeleidde ik het NWO-project The construction of the literary past. Hieraan waren verbonden de aio's Karin Hoogeland, Francien Petiet, Jan Rock en de post-doc Lotte Jensen. De laatste drie hebben hun onderzoek afgerond, Karin Hoogeland rondde haar onderzoek niet af vanwege ziekte. In het kader van dit project verscheen het boek Historiezucht. De obsessie met het verleden in de negentiende eeuw. Op 19 september 2008 is Saskia Pieterse bij mij cum laude gepromoveerd op een studie over de Ideen van Multatuli. De promoties van Bert Vreeken op Museum Willet en Bram Noot over het katholiek leesonderwijs hebben in 2010 plaatgevonden. Jan Rock promoveerde op 12 november 2010. Zowel Saskia Pieterse als Jan Rock werden promovendus van het jaar. Francien Petiet promoveerde eind 2011 en kreeg belangstelling in de landelijke pers voor haar onderwerp. Behalve aio's begeleid ik ook buitenpromovendi, voor wie ik regelmatig werkbijeenkomsten organiseer. Eerder was ik als promotor of copromotor betrokken bij de promoties van o.a. Lisa Kuitert, Annemarie Doornbos, Goffe Jensma, Lex van de Haterd, Yra van Dijk, Ruud Poortier, Peter Janzen en Frans Oerlemans, Henk Eijssens. Kees Fens en Harry Mulisch kregen uit mijn handen een eredoctoraat aan de Universiteit van Amsterdam. In 2011 werd ik bekroond tot supervisor van het jaar door het onderzoeksinstituut ICG.
Op dit moment mag ik geen hoofdpromotor meer zijn van een dissertatie. Wel kan ik optreden als tweede promotor en lid zijn van promotiecommissies
Voor de Illustere School van de Universiteit van Amsterdam organiseer en geef ik cursussen over Nederlandse letterkundige onderwerpen.
Tot mijn bestuurswerkzaamheden behoren: bestuur Stichting J.I. de Haan, adviesraad Menno ter Braak Stichting, adviesraad Stichting Willem Witsen, bestuur Stichting Ons Erfdeel, beoordelingscommissies NWO, peer review beoordelingen De Negentiende Eeuw, beoordelingen Fonds voor de Letteren, lid History of Humanities, adviesraad Limburgs Portaal, voorzitter Stichting Harry Mulisch Huis, lid biografiecommissie Fonds voor de Letteren.
Vertrouwenspersoon
Vanaf 15 februari 2020 ben ik een van de vertrouwenspersonen ongewenst gedrag voor de Faculteit Geesteswetenschappen.
De uitstraling van een vak als Nederlandse Letterkunde naar een breed publiek is belangrijk, ook voor de Universiteit. Daarom richt ik me geregeld tot een brede kring van lezers. Ik schreef columns en schrijf artikelen voor NRC, ik geef lezingen door het land, ik ben betrokken bij Spui 25, ik schrijf af en toe voor Het Parool en De Groene, ik nam interviews af voor Het Gesprek en ik neem deel aan openbare discussies. Verder heb ik, samen met enige leden van mijn onderzoeksgroep de website 19e eeuw van de Literatuurgeschiedenis DBNL verzorgd. In mijn pamflet De afwezigheid van het verleden klaag ik de manier waarop in Nederland met het openbare en particuliere verleden omgegaan wordt aan. Voor de componist Joan Berkhemer schreef ik de tekst van de cantate `De dood van Michiel de Ruyter' voor bariton, koor en orkest. Voor Home Academy nam ik een reeks colleges over de negentiende-eeuwse Nederlandse literatuur, over het oeuvre van Harry Mulisch en over De hang naar historie, op. In de Hanlo-lezing 2009 houd ik een pleidooi voor meer creativiteit in de stijl van de wetenschap. De Huizinga-lezing 2009 had als titel: De historische sensatiezucht. In 2010 hield ik in Gent de Pacificatie-lezing. In hetzelfde jaar sprak ik de eerste Jacob van Lennep-lezing uit, onder de titel Het uitwendig schrijverschap. Een aantal van mijn lezingen, columns en essays is gebundeld in Verliefd op het verleden en Vroeger is ook mooi (2011). Het essay Seks in Limburg (2012) over mijn jeugdervaringen trekt de nodige aandacht, evenals De Limburger als de ander . Ik schreef een uitgebreid artikel over de veranderde natuurbeschouwing in Kasteel Groeneveld. Buitenplaats voor stad en land ( 2012 ). In China gaf ik op 31 augustus 2012 een lezing over Harry Mulisch. Zie http://www.chinawriter.com.cn/news/2012/2012-08-31/139810.html . In mijn boek Historiezucht, (Vantilt, 2013) dat een uitwerking is van het NWO-project The Construction of the Literary Past, probeer ik een academische benadering te combineren met een toegankelijke stijl en verwerking. In de biografie Jacob van Lennep. Een bezielde schavuit heb ik dat ook gedaan. In 2020 verscheen de Homeruslezing onder de titel ' Krimp in het Latijn', over het verdwijnen van het Latijn uit de academische wereld. Ik publiceerde in 2022 een bloemlezing uit het werk van Hans Faverey (Verborgen in het zichtbare).
Op 30 oktober 2009 heb ik een openbaar college gehouden in verband met het bereiken van de pensioenverplichte leeftijd. De titel van mijn college was: De bevrijding van de albatros. Ik blijf beschikbaar voor onderwijs aan de Universiteit: tutorials, begeleiding van scripties, gastcolleges. Ter gelegenheid van het emeritaat is onder redactie van Lotte Jensen en Lisa Kuitert het boek Geluk in de negentiende eeuw samengesteld (uitgeverij Bert Bakker). Tevens werd mij een album aangeboden: `Geloof mij Uw oprechte en dankbare Vriend', Brieven uit de Nederlandse letteren . Dit is gepubliceerd op de DBNL (zie de link hieronder). Ook werd ik toen benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.
In NRC publiceerde ik maandelijks een column, vaak over onderwijs en universiteit. Ik ben daarmee gestopt vanwege het bereiken van de pensioenverplichte leeftijd en omdat ik er steeds minder ruimte kreeg, zowel qua omvang als qua inhoud. Hieronder vindt u een selectie van die columns. Sinds 2009 (sept.) zijn die ook op het web te vinden.