Hoewel voor een aantal gebarentalen woordenboeken beschikbaar zijn, waarin soms ook regionale variatie weergegeven wordt, zijn gedetailleerde grammatica’s zelfs voor de grotere Europese gebarentalen nog niet beschikbaar. Binnen het project zullen voor de volgende gebarentalen online grammatica’s worden geschreven: Duitse Gebarentaal (DGS), Catalaanse Gebarentaal (LSC), Spaanse Gebarentaal (LSE), Italiaanse Gebarentaal (LIS), Nederlandse Gebarentaal (NGT) en Turkse Gebarentaal (TID). Het schrijfproces zal de richtlijnen voor het samenstellen van grammatica’s volgen die in de context van een eerder Europees project zijn ontwikkeld: de COST SignGram Action IS1006 Unraveling the Grammars of European Sign Languages: Pathways to Full Citizenship of Deaf Signers and to the Protection of their Linguistic Heritage (https://parles.upf.edu/llocs/cost-signgram/welcome).
Elke grammatica zal de meest belangrijke eigenschappen van de fonologie, het lexicon, de morfologie, de syntaxis en de semantiek/pragmatiek beschrijven. Hoe gedetailleerd een bepaald aspect in de online grammatica’s kan worden beschreven hangt af van de actuele kennis op het moment van schrijven – van volledige beschrijvingen, als de relevante eigenschappen reeds goed onderzocht zijn, tot voorlopige beschrijvingen, als het fenomeen wel gedocumenteerd maar nog niet nauwkeurig onderzocht is.
Een belangrijke doelstelling van SIGN-HUB is echter ook om onderzoek te bevorderen op gebieden die tot nu toe niet of nauwelijks zijn onderzocht. Hierbij wordt een eerder ontwikkelde checklist (in de COST SignGram Action samengesteld) als richtlijn gebruikt. De zes online grammatica’s zullen dezelfde algemene structuur bevatten en zullen op hetzelfde digitale platform geïmplementeerd worden.
De gebarentaalatlas zal een belangrijk hiaat in typologisch onderzoek vullen. Verbanden, universalia en de mate van typologische variatie in talen kunnen alleen maar worden begrepen als (talen uit) beide modaliteiten grondig bestudeerd worden. Gebaseerd op de verschillende online grammatica’s zal een online omgeving gebouwd worden die het mogelijk maakt om de inhoud van de online grammatica’s in de vorm van een atlas weer te geven. De atlas is gebaseerd op de online grammatica’s omdat deze al de kenmerken bevatten die voor de beschrijving van typologische variatie relevant zijn. Tiijdens het project zal de atlas uitgebreid worden door het integreren van nieuw verworven kennis over andere gebarentalen. De atlas kan op verschillende kenmerken worden doorzocht en zal ook voorbeelden (videos en afbeeldingen) bevatten. De zoekresultaten zullen worden weergegeven door middel van interactieve kaarten.
Het feit dat gebarentalen vaak onder bijzondere (en in vergelijking met gesproken talen atypische) omstandigheden worden verworven, dat wil zeggen, vaak zonder dove moedertaalgebaarders als taalmodel, vormt een uitdaging voor het diagnosticeren van talige beperkingen in bepaalde populaties. Dit geldt voor bijvoorbeeld kinderen met een taalontwikkelingsstoornis, mensen met afasie en ouderen bij wie ouderdomseffecten niet altijd goed te onderscheiden zijn van een vroeg stadium van neurodegeneratieve aandoeningen.
Het streven is om betrouwbare testen te ontwikkelen om taalstoornissen te diagnosticeren en om interventie binnen bepaalde subpopulaties van gebaarders te vergemakkelijken. De uitkomsten van het SIGN-HUB project zullen ook bruikbaar zijn met betrekking tot gebarende kinderen met een cochleair implantaat. In dit specifieke geval van tweetaligheid, is het belangrijk om betrouwbare middelen te hebben om zowel de gesproken taal als de gebarentaal van het kind te kunnen testen. Momenteel zijn dit soort testen echter alleen beschikbaar voor gesproken talen. De implementatie op de online platform is erop gericht om afname zowel via computer als via mobiele middelen (bijv. tablets) mogelijk te maken.
Een belangrijk onderdeel van SIGN-HUB is om het Europese linguïstische en culturele erfgoed van oudere doven te documenteren en te bewaren. Om dit te bereiken zullen we een digitaal archief van levensverhalen van oudere doven aanleggen, ondertitelen, analyseren en online beschikbaar maken. Deze levensverhalen zullen individuele en collectieve herinneringen van verschillende Europese Dovengemeenschappen bevatten. Het archief zal een unieke stap zijn om de geschiedenis van deze gemeenschappen sinds het midden van de 20e eeuw vast te leggen, evenals taalveranderingen die gaande zijn sinds die generatie. Door het taalgebruik en het erfgoed van oudere doven systematisch vast te leggen wordt dit behouden en kennis hierover verspreid – dit zal gebeuren in Duitsland, Italië, Nederland, Spanje en Turkije (Frankrijk en Israël zullen hun bestaande archieven digitaliseren en/of uitbreiden). Naast het wetenschappelijk bestuderen van de data, richt het project zich ook op de productie van documentaires, gemaakt met opmerkelijke fragmenten uit de interviews met oudere doven. Hierdoor wordt aandacht besteed aan aspecten van het leven van minderheden in het Europese verleden. De documentaires zullen over verschillende onderwerpen gaan, namelijk (i) het leven in doveninstituten door heel Europa; (ii) de impact van WO 2, de holocaust, burgeroorlogen, of de koude oorlog op de Dovengemeenschap; (iii) de positie van vrouwen binnen de Dovengemeenschap; (iv) de positie van minderheden binnen de Dovengemeenschap (etnisch, homoseksueel); (v) de eerste ontmoeting met een doof persoon uit een ander (Europees) land.
Het primaire doel is het creëren van een online platform waarop resultaten uit de deelprojecten beschikbaar kunnen worden gemaakt. De inhoud in de vorm van video’s, afbeeldingen en tekst zal op verschillende manieren toegankelijk worden gemaakt (websites, archieven, en streaming). Het platform zal zo worden opgezet dat een connectie mogelijk is met gebaren-avatars en met hulpmiddelen zoals kunstmatige handen die de communicatie met doofblinden via tactiele gebarentaal mogelijk maken.