15 februari 2024
De meeste Nederlanders (60%) weten niet waar zij zorgen over digitale technologieën kunnen uiten. Terwijl vrijwel niemand aangeeft zich ‘geen enkele zorgen’ te maken over de rol van digitale technologieën in de samenleving en ruim de helft aangeeft zich (veel) zorgen te maken. Privacy en cyberveiligheid zijn de grootste reden tot zorg (71%), gevolgd door het gebruik van persoonsgegevens en informatie door bedrijven (57%).
‘Die plekken zijn er wel degelijk’, volgens Stefania Milan, hoogleraar Critical Data Studies aan de UvA en programmaleider van IN-SIGHT. ‘Maar ze zijn slecht vindbaar of hebben een te hoge drempel voor burgers te hebben om zich er daadwerkelijk te melden.’
Iets minder dan de helft van de Nederlanders is volgens het onderzoek in te delen in een groep die minder zelfredzaam is bij het gebruik van digitale technologie. Deze groep neemt bijvoorbeeld minder vaak maatregelen om zichzelf te beschermen. Denk aan het aanpassen van wachtwoorden, het inzetten van een VPN of het verwijderen van cookies. Maar de groep maakt zich daarentegen wel vaker zorgen over het gebruik van digitale technologieën en geeft ook vaker aan zo min mogelijk gebruik te willen maken ervan. De groep schat haar eigen kennis van digitale technologieën vaak lager in en is relatief vaak jong (18 tot 24 jaar), vrouw en hoger opgeleid.
We zetten de stap om te handelen naar ons wantrouwen richting digitale technologie te weinigStefania Milan, Hoogleraar Critical Data Studies
Als het aankomt op het ontwerp van digitale technologieën, wordt veiligheid en beveiliging dan ook gezien als de belangrijkste waarde (68%). Ook privacy en gegevensbescherming moeten voor een grote groep centraal staan in het ontwerp van die technologie (57%). Vier op tien Nederlanders vindt dat er meer aandacht voor mensenrechten mag zijn bij het ontwerpen van digitale technologieën een eenzelfde groep denkt dat digitale technologie discriminerend kan werken.
Technologische hulpmiddelen en diensten moeten voldoen aan bepaalde standaarden die veilig gebruik, interoperabiliteit en bijvoorbeeld het klimaatvriendelijk ontwikkelen van diensten en producten garanderen. Volgens Milan zijn ze de kern van de veilige en toegankelijke ontwikkeling van diensten. Toch geeft de helft van de Nederlanders aan nog nooit van die standaarden gehoord te hebben. Deelnemers werd gevraagd of ze het gevoel hadden invloed te hebben op de ontwikkeling van DigiD en 5G. 7% geeft aan dat gevoel te hebben bij DigiD en 6% bij 5G, bij die laatste wordt vooral gewezen naar techbedrijven (71%) en bij DigiD naar de overheid (76%). Opvallend, volgens Milan. ‘Er zijn inspraakmogelijkheden voor digitale identiteitstandaarden bijvoorbeeld, maar ze zijn te weinig bekend.’
Volgens Milan is het zaak dat gebruikers beter geletterd worden in digitale diensten. ‘Daar ligt een verantwoordelijkheid voor overheden en de industrie, maar net zo goed ook bij de gebruikers zelf’, zegt ze. ‘We zeggen het apparaat waar we eindeloos veel van onze eigen informatie instoppen tot op zekere hoogte ook te wantrouwen, maar zetten over het algemeen nog niet de stap om daarnaar te gaan handelen.’
Neem voor meer informatie contact op met UvA Persvoorlichting.