15 december 2023
De verrassende observatie is een nieuw resultaat van Operatie Nachtwacht, het meest omvangrijke onderzoeks- en conserveringsproject in de geschiedenis van Rembrandts meesterwerk. Het volgt uit geavanceerde analyse van een echt verfmonster van het historische schilderij. Eerste auteur van het artikel is Fréderique Broers, onderzoeker bij het Rijksmuseum en promovendus bij de hoogleraren Katrien Keune (Universiteit van Amsterdam), Koen Janssens (Universiteit Antwerpen) en Florian Meirer (Universiteit Utrecht). Haar onderzoek maakt deel uit van het onderzoeksproject 3D Understanding of Degradation Products in Paintings van het Netherlands Institute for Conservation+Art+Science+ (NICAS), gefinancierd door NWO. Broers en collega's gebruikten een combinatie van röntgenfluorescentie en ptychografie om chemische verbindingen op submicroschaal in de onderste lagen van het doek te identificeren en te visualiseren. Via onderzoek aan het kleine verffragment uit de Nachtwacht bij DESY (Deutsches Elektronen-Synchrotron, Hamburg) ontdekten ze de loodrijke laag onder de kwarts-klei grondlaag van het doek.
Uit eerdere studies was al bekend dat Rembrandt een kwarts-klei ondergrond had gebruikt op de Nachtwacht. In vroegere schilderijen had hij dubbele gronderingen gebruikt, bestaande uit een eerste grondering met rode aardpigmenten gevolgd door een tweede grondering met loodwit. Wellicht koos hij nu vanwege het grote formaat van De Nachtwacht voor het goedkopere, minder zware en meer flexibele kwarts-klei. Een ander probleem dat hij moest oplossen had te maken met de plaatsing van het schilderij: een vochtige buitenmuur van de grote zaal van de Kloveniersdoelen (een schietbaan voor de schutterij) in Amsterdam. Er waren berichten dat onder vochtige omstandigheden de gebruikelijke methode om het doek te prepareren, met behulp van dierenlijm, niet voldeed. Een publicatie uit die tijd over schildertechnieken, geschreven door Théodore de Mayerne, beschrijft impregnatie met loodrijke olie als alternatief. Dit kan Rembrandt hebben geïnspireerd tot zijn ongebruikelijke impregnatieprocedure om de duurzaamheid van zijn meesterwerk te verbeteren.
De aanwezigheid van de loodhoudende 'laag' werd ontdekt door de allereerste toepassing van gecorreleerde röntgenfluorescentie en ptychografische nanotomografie op een historisch verfmonster. Dit werd uitgevoerd bij de PETRA III synchrotron lichtbron van DESY. Röntgenfluorescentie wordt gebruikt om de verdeling van relatief zware elementen (calcium en zwaarder) te onderzoeken. Ptychografie, een computationele techniek gebaseerd op experimenteel verkregen datasets, brengt lichte elementen en organische fracties in beeld.
Bij de analyse van het verfmonster uit De Nachtwacht troffen de onderzoekers gedispergeerd lood aan, maar alleen aan de kant van het schilderijdoek. Dit was een intrigerende observatie aangezien de kwarts-klei grondlaag normaal gesproken geen lood bevat. De resultaten werden vervolgens gecombineerd met data over de looddistributie in de volledige Nachtwacht, verkregen via röntgenfluorescentie-scans van het schilderij in het Rijksmuseum. Deze scans laten zien dat er over het hele oppervlak van het schilderij lood aanwezig is. Het ziet er bovendien naar uit dat het lood afkomstig is van een applicatie met brede halfronde kwaststreken. Dit ondersteunt de veronderstelling van een loodhoudende impregnatieprocedure. De looddistributie laat zelfs een afdruk zien van het spanraam waarop het doek was gespannen toen de voorbereidende lagen werden aangebracht. Zo biedt het onderzoek nieuw inzicht in Rembrandts creatieve proces bij het schilderen van De Nachtwacht, en in de huidige staat van het schilderij.
Fréderique T.H. Broers, Ige Verslype, Koen W. Bossers, Frederik Vanmeert, Victor Gonzalez, Jan Garrevoet, Annelies van Loon, Esther van Duijn, Anna Krekeler, Nouchka De Keyser, Ilse Steeman, Petria Noble, Koen Janssens, Florian Meirer, Katrien Keune: Correlated x-ray fluorescence and ptychographic nanotomography on Rembrandt’s The Night Watch reveals unknown lead “layer”. Science Advances, 15 December 2023. DOI: 10.1126/sciadv.adj939