27 november 2023
Er is nog altijd veel dat we niet weten over hoe pasgeboren baby’s muziek waarnemen, onthouden en verwerken’, vertelt auteur Henkjan Honing, hoogleraar Muziekcognitie aan de UvA. ‘Maar in 2009 vonden we al wel duidelijke aanwijzingen dat baby’s van slechts een paar dagen oud het vermogen hebben om een regelmatige puls in muziek, de beat, te kunnen horen, een eigenschap die essentieel geacht wordt voor het maken en waarderen van muziek.
Omdat het eerdere onderzoek van Honing en zijn collega’s tot nu toe ongerepliceerd bleef en ze zelf nog veel vragen hadden, sloegen de UvA en het HUN-REN Research Centre for Natural Sciences (TTK) opnieuw de handen ineen – gebruikmakend van een nieuw paradigma. In een experiment met 27 pasgeboren baby’s manipuleerden de onderzoekers de timing van drumritmes om te kunnen zien of er bij baby’s een onderscheid is tussen het leren van de volgorde van de geluiden in een drumritme (statistisch leren) en het kunnen herkennen van een beat (beat-inductie).
Via een koptelefoon kregen de baby’s twee versies gepresenteerd van een drumritme. In de eerste versie was de timing isochroon: de afstand tussen de geluiden was steeds hetzelfde. Dit maakt het mogelijk dat je een puls of beat hoort in het ritme. In de andere versie werd precies hetzelfde drumpatroon gepresenteerd, maar met een willekeurige timing (ge-jittered). Hierdoor was in deze versie geen beatperceptie mogelijk, maar kon wel de opeenvolging van de geluiden geleerd worden. Dit maakte het de onderzoekers mogelijk om een onderscheid te maken tussen beat-perceptie en statistisch leren.
Omdat gedragsreacties bij pasgeboren baby’s niet geobserveerd kunnen worden, werd het onderzoek gedaan met hersengolfmetingen (EEG) terwijl de baby’s sliepen. Op die manier konden de onderzoekers de hersenreacties van de baby’s bekijken. Die reacties lieten zien dat de baby’s de beat hoorden als het tijdsinterval tussen de slagen steeds gelijk was. Maar toen de onderzoekers hetzelfde patroon lieten horen met onregelmatige tijdsintervallen, namen de baby’s geen beat waar.
‘Dit cruciale verschil bevestigt dat het kunnen horen van de beat aangeboren is en niet simpelweg het gevolg is van aangeleerde geluidsreeksen’, aldus mede-auteur István Winkler, hoogleraar aan het Institute of Cognitive Neuroscience and Psychology van TTK. ‘Onze bevindingen suggereren dat het een specifieke vaardigheid is van pasgeborenen en maken duidelijk hoe belangrijk baby- en kinderliedjes bijvoorbeeld zijn voor de auditieve ontwikkeling van jonge kinderen. Meer inzicht in het vroege waarnemingsvermogen is van groot belang om meer te weten te komen over de cognitie van baby’s en de rol die muzikale vaardigheden mogelijk spelen in de vroege ontwikkeling.’
Honing vult aan: ‘De meeste mensen kunnen gemakkelijk de beat in muziek oppikken en beoordelen of de muziek sneller of langzamer wordt. Dat lijkt een triviale vaardigheid. Echter, het besef dat het waarnemen van deze regelmaat in muziek ons in staat stelt om samen te dansen en muziek te maken, maakt het tot een minder triviaal fenomeen. In feite kan het waarnemen van de beat worden beschouwd als een fundamentele menselijke eigenschap die een cruciale rol moet hebben gespeeld in de evolutie van onze menselijke muzikale capaciteit.’
Gábor P. Háden, Fleur L. Bouwer, Henkjan Honing en István Winkler: ‘Beat processing in newborn infants cannot be explained by statistical learning based on transition probabilities’, in: Cognition, Volume 243, 2024. Doi 10.1016/j.cognition.2023.105670 https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0010027723003049
István Winkler, Gábor P. Háden, Olivia Ladinig en Henkjan Honing: ‘Newborn infants detect the beat in music’, in: Proceedings of the National Academy of Sciences, 17 februari 2009.
https://doi.org/10.1073/pnas.0809035106