Na het succes van Art Spiegelmans ‘Maus’
16 oktober 2019
Spanjers keek naar Art Spiegelmans Maus, Peter Pontiacs Kraut, Shigeru Mizuki’s Onward Toward Our Noble Deaths, en Magneto: Testament van Grek Pak en Carmine Di Giandomenico. Hij promoveert op vrijdag 1 november aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).
Nooit eerder waren er zo veel manieren beschikbaar om de Tweede Wereldoorlog te herinneren als tegenwoordig: je kunt naar een museum gaan, naar verhalen van familieleden luisteren, boeken lezen, podcasts beluisteren, monumenten bezoeken, films en documentaires bekijken, onderwijs volgen, computergames spelen enz. Ondanks de alomtegenwoordigheid van de oorlog in ons culturele geheuden wordt de Tweede Wereldoorlog tegelijkertijd gezien als een riskant onderwerp voor populaire media. Zo werd van stripverhalen lange tijd gedacht dat ze niet geschikt zijn om deze zware geschiedenis op een ‘juiste’ manier te verbeelden. Art Spiegelman bracht met Maus (1980-1991) verandering in dat beeld met een vlijmscherpe ‘verstripping’ van zijn vaders ooggetuigenverslag van Auschwitz. Naast het traumatische verleden, draait Spiegelmans strip om de verlammende impact van het verleden op het heden en het werd zo aanleiding voor theorievorming rondom intergenerationeel trauma.
Spanjers keek naar de oorzaken en gevolgen van het succes van Maus en analyseert drie andere stripverhalen over de Tweede Wereldoorlog. ‘Ik zie strips als het tussenstation tussen op tekst gebaseerde historische cultuur - zoals we deze kennen uit geschiedenisboeken en klassieke lesboeken op school - en op beeld gerichte cultuur - zoals films, televisieseries en computerspellen’, vertelt Spanjers. ‘Het in beeld brengen van geschiedenis zorgt ervoor dat je een andersoortig perspectief op het verleden krijgt dan in tekst. In strips komen de mogelijkheden en beperkingen van deze beide vormen samen.
De door Spanjers bestudeerde werken laten zien op welke manieren de vorm van het verhaal invloed heeft op de geschiedenis die erin wordt verteld. Spanjers laat zien hoe Pontiac in Kraut, een verhaal over zijn in de oorlog collaborerende vader, de visuele kenmerken van tekst zichtbaar maakt. Door verschillende types teksten te combineren, zoals handschiften en gedrukte teksten, maakt Pontiac in zijn strip aannames over de transparantie en neutraliteit van tekst zichtbaar.
In Magneto: Testament gaat het, aldus Spanjers, zorgelijk fout. Magneto: Testament is een fictioneel Holocaust-verhaal, waarin het Magneto-personage van X-Men centraal staat. Spanjers: ‘De makers van Magneto: Testament lijken het fictionele hoofdpersonage te willen compenseren met een overtrokken rigoureuze historische accuratesse. Zo worden veel van de tekeningen op foto’s gebaseerd en werd voor de strip samengewerkt met grote Amerikaanse herinneringsorganisaties. Maar al dit historisch geschut kan niet voorkomen dat deze strip in de kern een superheldenstrip is. In plaats van deze fictionele kern te gebruiken om het onderwerp vanuit een nieuw perspectief te bezien, kiezen de makers van Magneto: Testament voor een wel erg clichématige verbeelding van de Shoah.’
Het werk van Mizuki, tot slot, is een gefictionaliseerde reconstructie van de ervaring van Mizuki als Japanse voetsoldaat tijdens de Tweede Wereldoorlog. Mizuki maakt in zijn strip de lezer bewust van de impact van grafische stijl. De Japanese striptekenaar is een van de weinige striptekenaars die in staat is om in verschillende stijlen te werken. Maar wat Onward bijzonder maakt is niet de aanwezigheid van grafische stijlen, maar dat deze verschillende grafische stijlen - van realistisch tot cartoonesk - een belangrijke component zijn van de vertelstrategie van de strip. Zo laat Mizuki als geen ander zien hoe onze blik op het verleden verandert wanneer de manier waarop dit verleden is verbeeld, verandert. Juist in een cultuur waarin het verleden een steeds meer multimediaal karakter krijgt, zijn de lessen die deze strips ons leren volgens Spanjers van groot belang.
Rik Spanjers: Comics Realism and the Maus Event: Comics and the Dynamics of World War II Remembrance. Promotoren zijn prof. dr. T.L. Vaessens en prof. dr. Y. van Dijk. Copromotor is dr. D.A. Hassler-Forest.
De promotie vindt plaats op vrijdag 1 november, om 11.00 uur.
Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.