3 september 2019
De Starting Grant is een persoonsgebonden subsidie van ongeveer 1,5 miljoen euro, waarmee getalenteerde wetenschappers vijf jaar lang onderzoek kunnen doen.
Marija Bartl (Center for the Study of European Contract Law): Law as a Vehicle for Social Change: Mainstreaming Non-Extractive Economic Practices
In ons huidige economische model ligt de focus exclusief op onophoudelijke economische groei. Dit heeft desastreuze gevolgen voor het milieu en leidt ook tot sociale problemen. Er zijn radicale voorstellen - zoals ‘welvaart zonder groei’, de circulaire economie of de ‘donut economie’ - om een sociaal-ecologische transitie te bewerkstelligen. Maar dergelijke voorstellen hebben tot dusver slechts bescheiden politieke aandacht weten te trekken. Maria Bartl wil laten zien hoe wetgeving kan bijdragen aan het politiek geloofwaardig maken van transformatieve projecten. Ze gaat in op de vraag hoe het recht, en dan met name het privaatrecht, kan worden gebruikt voor het voeden van reeds bestaande economische praktijken die uitdrukking geven aan de milieu- en sociale ambities van grote, radicale verandertrajecten. Bartl wil komen tot een set van juridische instrumenten en beleidsvoorstellen die het aantrekkelijker maken om praktijken als sociale coöperaties en solidaire financiële instellingen van de grond te krijgen. Daarnaast heeft ze als doel te theoretiseren hoe het recht schijnbaar utopische projecten voor sociaal-ecologische verandering kan omzetten in een realistisch juridisch-politiek project.
Cristóbal Bonelli (Amsterdam Institute for Social Science Research): Worlds of Lithium: A Multi-Sited and Transnational Study of Transitions towards Post-Fossil Fuel Societies
Cristóbal Bonelli gaat antropologisch onderzoek doen naar de overgang van fossiele brandstoffen naar elektrisch transport op lithium-ion-accu’s. Dat doet hij in Chili, de grootste lithiumproducent ter wereld, China, wereldleider in de productie van lithium-ion-accu’s, en Noorwegen, onderweg om 's werelds eerste land te worden met nul emissie uit voertuigen. Er is veel aandacht voor de belofte van elektrische voertuigen, want dat betekent dat er minder olie nodig is voor wegtransport. Wat echter buiten zicht blijft, zijn de ontwrichtende veranderingen in landschappen en samenlevingen die lithiumtransport teweeg kan brengen. Bonelli wil deze veranderingen met zijn project publiekelijk zichtbaar maken. Hiermee geeft hij een vroegtijdige antropologische waarschuwing aan Europese beleidsmakers die zich bezighouden met de elektrificatie van transport, en wil hij een beter geïnformeerde discussie stimuleren over de duurzaamheid van de processen die momenteel de ongelijke ‘werelden van lithium’ aandrijven.
Thomas Buser (Amsterdam School of Economics): Competition, Time Pressure, Public Speaking and Multitasking: The Role of Willingness and Ability to Cope with Pressure in Explaining Individual Differences and Inequality in Career Outcomes
Hoe vormt de persoonlijkheid van een individu zijn of haar onderwijs- en carrièrepad? En omgekeerd, hoe wordt je persoonlijkheid gevormd door je omgeving? Deze vragen staan centraal in het project van Thomas Buser. Buser richt zich op de bereidheid en het vermogen van mensen om in competitieve omgevingen te presteren, onder tijdsdruk te werken, in het openbaar te spreken en te multitasken. Op die manier wil hij meer inzicht krijgen in hoe individuen tot verschillende carrières komen en wil hij ook de verschillen tussen bevolkingsgroepen verklaren. De onderzoeksresultaten kunnen helpen bij het in kaart brengen van de kenmerken van werk- en onderwijsomgevingen die personen die op zich gekwalificeerd zijn afwijzen - wat ten koste kan gaan van zowel de productiviteit als de diversiteit. Voorbeelden hiervan zijn cruciale examens waarin eerder het werken onder tijdsdruk dan daadwerkelijke kennis beloond wordt, of werkomgevingen die competitiviteit belonen in plaats van samenwerking.
Corentin Coulais (Institute of Physics): Extreme Mechanics of Metamaterials: From Ideal to Realistic Conditions
Mechanische metamaterialen zijn kunstmatig gefabriceerde materialen met speciale structuureigenschappen, die nuttige toepassingen vinden bij bijvoorbeeld het maken van protheses en in de lucht- en ruimtevaartindustrie. Zulke materialen zijn veelbelovend voor het gericht ontwerpen van ‘extreme’ functionaliteiten. Deze vooruitgang is tot dusver echter alleen gerealiseerd in ideale omstandigheden door gebruik te maken van een zuiver meetkundig raamwerk, wat het potentieel van metamaterialen dramatisch beperkt. Corentin Coulais stelt voor de aandacht te verleggen naar een diametraal anders maar cruciaal aspect van metamaterialen: hun extreme mechanica onder realistische omstandigheden. Hij wil een compleet nieuw kader ontwikkelen waarin afwijkingen van geïdealiseerde scenario's bestudeerd kunnen worden. Dit zal leiden tot krachtige gereedschappen om de gevoeligheid voor inhomogene randvoorwaarden, geometrische imperfecties en dynamische effecten te voorspellen. Door het verkennen van verstoringen in metamaterialen, zal Coulais de grenzen van de mechanica van vaste stoffen verleggen en wegen openen voor het ontwerp van robuuste geavanceerde functionaliteiten die zijn afgestemd op realistische complexe scenario's, toepasbaar op tal van gebieden, van de prothetische geneeskunde tot de ruimtevaart.
Ursula Daxecker (Amsterdam Institute for Social Science Research): Elections, Violence, and Parties
Ondanks hun doel om vreedzaam macht over te dragen, gaan verkiezingen in ontwikkelingslanden vaak gepaard met fors geweld. Zo stierven meer dan honderd mensen tijdens de verkiezingen eerder dit jaar in Nigeria. Ursula Daxecker ontwikkelt een nieuwe, partijgerichte theorie om de aard, organisatie en gevolgen van verkiezingsgeweld te verklaren. Politieke partijen zijn cruciale actoren die politici en burgers verbinden. Daxecker schrijft dan ook een centrale rol toe aan de organisatorische en sociale banden van partijen. Ze onderzoekt haar nieuwe theorie in India en Nigeria, twee van 's werelds grootste opkomende democratieën. Daxecker kijkt naar de variatie binnen deze landen in politieke instituties, sociale steun en verkiezingsgeweld. Hiertoe combineert ze verschillende onderzoeksmethodes, van interviews in het veld tot analyses van kwantitatieve data en survey-experimenten.
Jana Krause (Amsterdam Institute for Social Science Research): Social Resilience, Gendered Dynamics, and Local Peace in Protracted Conflicts
Jana Krause richt zich in haar project op de vraag hoe burgers zichzelf beschermen in gewapende conflicten en lokaal vrede opbouwen. Zij analyseert hoe gemeenschappen die veerkrachtig zijn tegen conflictdynamiek dat kunnen blijven, ondanks dat ze te maken hebben met aanhoudende en meerlaagse conflicten, en hoe ze kunnen bijdragen aan duurzame vrede. De behoefte aan een grotere analytische focus hierop is groot, aangezien er internationaal onvoldoende bereikt wordt als het gaat om vredesopbouw en de bescherming van burgers. Krause streeft dan ook naar een empirisch gefundeerde onderzoeksagenda naar sociale veerkracht. Ze gaat een vergelijkende analyse maken van de ontwikkeling van sociale veerkracht en de barrières die vrede in de weg staan in Zuid-Sudan, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Kenia en Nigeria. Hierin combineert Krause onderzoek naar de gevolgen die de internationale inspanningen voor vredesopbouw hebben voor lokale vrede en de empowerment van vrouwen, met een kwalitatieve analyse van de (vaak onbedoelde) gevolgen van sociale veerkracht en verborgen barrières voor het veranderen van genderrelaties en vrede.
Thomas Leopold (Amsterdam Institute for Social Science Research): Uncovering the Kinship Matrix: A New Study of Solidarity and Transmission in European Families
Wat mensen als hun familie beschouwen, is meestal een groot netwerk: kinderen, ouders, grootouders, broers en zussen, tantes en ooms, neven en nichten, nichtjes en neefjes, stiefouders en stiefbroers en -zussen. In onderzoek wordt echter meestal maar naar een klein deel van dit netwerk gekeken, naar het kerngezin van ouders en kinderen. Thomas Leopold brengt hier verandering in door familienetwerken in ongekende omvang en detail in kaart te brengen. Met zijn team gaat hij data verzamelen van 10.000 families in vijf Europese landen, die hij zal combineren met big data uit genealogische bronnen en nationale registers. Met al deze data laat hij familie niet als een kerneenheid zien maar als een verwantschapsmatrix - een groot, divers en multi-generationeel web van relaties. Op basis van deze benadering bestudeert Leopold het belang van familie, als een privé-vangnet bij gezondheidsproblemen en financiële moeilijkheden, als een sociaal netwerk dat beschermt tegen geïsoleerd raken en eenzaamheid, en als bron van kapitaal die onderwijs en carrières stimuleert.
Crystal McMichael (Institute for Biodiversity and Ecosystem Dynamics): Assessing Legacies of Past Human Activities in Amazonian Forests
De bossen in de Amazone dragen bij aan de vitaliteit van ecosystemen, bijvoorbeeld aan het behoud van de biodiversiteit en het opslaan van grote hoeveelheden koolstof. Het is duidelijk dat verstoringen door menselijk ingrijpen in het Amazonegebied in de afgelopen 2.000 jaar, zoals brand en ontbossing, in sommige gebieden van grote invloed is geweest. Die verstoringen hebben zeer waarschijnlijk geleid tot veranderingen in de vegetatiedynamiek. Crystal McMichael gaat op betrouwbare wijze bepalen of menselijke verstoringen hebben plaatsgevonden op locaties die de basis vormen van de wereldwijde koolstofmodellen waarmee veranderingen in het klimaat voorspeld worden. Ze brengt ecologische, paleo-ecologische, archeologische, chemische en biogeografische analyses samen om te beoordelen in welke mate menselijke verstoringen uit het verleden de diversiteitspatronen en koolstofdynamiek in de Amazonewouden van nu beïnvloeden. De onderzoeksresultaten zullen de eerste kwantificering opleveren van herstelprocessen op lokale schaal in tropische bossen, en over een periode van meer dan 100 jaar. Ook zal duidelijk worden of de waargenomen dynamiek van de bossen wordt veroorzaakt door verstoringen die plaatsvonden voordat het moderne ecologische onderzoek begon.
Bastiaan Rutjens (Psychology Research Institute): Developing and Testing the Psychological Distance to Science Model
De toename van wetenschapsscepsis onder het publiek is een probleem dat belangrijke gevolgen heeft voor onder meer het milieu en de publieke gezondheid. Hoewel recent onderzoek heeft aangetoond dat specifieke uitingen van wetenschapsscepsis - zoals ontkenning van klimaatverandering of het weigeren van vaccinaties - samenhangen met bepaalde overtuigingen en ideologieën, is er tot nu toe geen verenigend psychologisch principe gevonden dat algemeen toepasbaar is op wetenschapsscepsis. In zijn project gaat Bastiaan Rutjens de rol onderzoeken die psychologische afstand ten opzichte van wetenschap speelt, toegepast op domeinen als klimaatwetenschap, vaccinaties en kunstmatige intelligentie, maar ook op algemeen vertrouwen in wetenschap.
Franciska de Vries (Institute for Biodiversity and Ecosystem Dynamics): Ecosystem Response to Drought: Unravelling the Unexplored Role of Plant-Soil Feedback
Zoals we de afgelopen jaren overal op de wereld hebben kunnen zien, neemt extreme droogte toe met klimaatverandering. Die droogte beïnvloedt plantengroei: planten worden bruin en kunnen doodgaan. Uiteindelijk kunnen onze ecosystemen zo sterk veranderen in hun plantensamenstelling dat dit niet meer teruggedraaid kan worden. Tegen de verwachting in zien we vaak dat planten die eigenlijk kwetsbaar zouden moeten zijn, juist snel terugkomen na een droogte en zelfs kunnen gaan domineren. In haar project gaat Franciska de Vries uitzoeken of die ‘kwetsbare’ planten gebruikmaken van schimmels en bacteriën in de bodem om hun eigen hergroei te bevorderen, en of dit een blijvende verandering in plantengemeenschappen kan veroorzaken. Haar doel is meer inzicht in de mechanismen die veranderingen in plantengemeenschappen veroorzaken, zodat we de effecten van droogte beter kunnen voorspellen en tegengaan.
Ook Zeynep Akata, nu nog werkzaam bij het Instituut voor Informatica, krijgt een Starting Grant toegekend voor haar project ‘Deeply Explainable Intelligent Machines’. Akata gaat het onderzoek uitvoeren aan de Eberhard Karls Universität Tübingen in Duitsland, waar zij vanaf oktober 2019 hoogleraar wordt.