UvA leidt nationaal consortium dat gaat bijdragen aan duurzame verbetering van de wereldvoedselvoorziening
30 augustus 2019
De zwaartekrachtsubsidie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) is toegekend aan een ambitieus consortium van Nederlandse levenswetenschappers die met de nieuwst beschikbare technieken de interactie tussen planten en hun wortelmicrobioom willen bestuderen. Het wortelmicrobioom is het geheel aan bacteriën en schimmels die leven in, op en rond de wortels van planten. De bacteriën en schimmels helpen nutriënten vrij te maken uit de bodem, beschermen de plant tegen bijvoorbeeld droogte en zijn belangrijk voor de gezondheid van de plant. Toch is er nog heel weinig bekend over hoe planten deze gunstige micro-organismes aantrekken en hoe ze de plant helpen en beschermen.
Het project is MiCRop gedoopt en is een samenwerking tussen de Universiteit van Amsterdam (projectleider prof. dr. Harro Bouwmeester), Wageningen Universiteit (prof, dr. Christa Testerink en prof. dr. Marcel Dicke), Vrije Universiteit Amsterdam (prof. dr. Toby Kiers), Universiteit Utrecht (prof. dr. ir. Corné Pieterse), en het Nederlands Instituut voor Ecologisch Onderzoek (prof. dr. Jos Raaijmakers). Karen Maex, rector van de Universiteit van Amsterdam: ‘Dit onderzoek zal leiden tot grensverleggende inzichten over de rol van micro-organismen in het welzijn van planten. De uitkomsten zullen een belangrijke bijdrage leveren aan de duurzame voorziening van gezonde voeding, een van de grootste huidige maatschappelijke uitdagingen.’
Het project wordt geleid door Harro Bouwmeester, hoogleraar Plant Hormone Biology aan de Universiteit van Amsterdam. Hij licht toe: ‘Onder de planten die we gaan onderzoeken zijn wilde planten, maar ook veel belangrijke voedselgewassen, zoals: kool, aardappel, tomaat, bonen, granen, komkommer en pompoen. We gaan met de nieuwste technieken bestuderen hoe onder suboptimale omstandigheden - zoals droogte, een voedselarme grond, of de aanwezigheid van ziektes en insecten - de samenwerking tussen de plant en de bacteriën en schimmels op hun wortels verandert. Vervolgens gaan we tot op detailniveau uitzoeken welke mechanismes de plant gebruikt om die nuttige microben aan te trekken en met welke processen de microben op hun beurt de plant helpen de stress te doorstaan.’
Het gaat de onderzoekers niet alleen om het opdoen van fundamentele kennis, maar ook om het toepassen ervan. Bouwmeester: ‘We werken samen met zo’n vijfentwintig industriële partners uit de wereld van zaadverdeling en biologicals. Maar wat voor ons ook heel belangrijk is, is de samenwerking met acht CGIAR instituten.’ CGIAR (Consultative Group for International Agricultural Research) is een wereldwijde, intergouvernementele organisatie die zich inzet voor de verbetering van landbouw en de wereldvoedselvoorziening, vooral in zich ontwikkelende landen. Bouwmeester: ‘Er valt met name in deze landen nog zo veel te winnen als het gaat om het resistenter maken van planten tegen allerlei stressoren, zoals droogte en plagen. Wij hopen daar met ons onderzoek een belangrijke bijdrage aan te leveren.
Naast het consortium onder leiding van Bouwmeester, zijn er nog twee consortia waarin UvA-wetenschappers deelnemen, die een Zwaartekrachtsubsidie ontvangen. Deze consortia gaan onderzoek doen naar een radicaal nieuwe benadering van psychische aandoeningen en naar de ontwikkeling van hybride intelligentie, een combinatie van kunstmatige en menselijke intelligentie.