3 september 2018
De hoeveelheid informatie om ons heen is de afgelopen decennia exponentieel gestegen. Met gebruik van artificiële intelligentie kan geleerd worden van de interactie tussen informatiesystemen en gebruikers om zowel de informatie dynamisch aan te passen aan de gebruiker als het systeem te verbeteren. De Rijke gaat zich als universiteitshoogleraar richten op het ontwikkelen van nieuwe algoritmes om mensen van informatie te voorzien. Het gaat hierbij om methodes die leren van het gedrag van gebruikers om de aangeboden informatie dynamisch bij te stellen: ‘zelflerende zoekmachines, aanbevelingssystemen en conversationele agenten’. Inzet is om met behulp van AI-technieken te komen tot een nieuwe algoritmiek, die inzetbaar is in een groot aantal gebieden.
Kennisuitwisseling op het terrein van AI – met de faculteiten en met de drie andere nieuwe universiteitshoogleraren – neemt een belangrijke plaats in binnen de leeropdracht. De Rijke’s onderzoeksresultaten zullen vanzelfsprekend ook hun weg vinden naar het UvA-onderwijs in de artificiële intelligentie. Nieuwe ontwikkelingen worden toegepast in het onderwijs. De Rijke zal ook de brede discussie rondom AI binnen en buiten de universiteit stimuleren.
‘Door zijn wetenschappelijke prestaties en de naam die hij daarmee binnen het raakvlak van de AI en Information Retrieval heeft gemaakt in binnen- en buitenland, is Maarten de Rijke bij uitstek geschikt om dit universiteitshoogleraarschap op zich te nemen’, aldus rector magnificus Karen Maex. ‘Hij gaat de expertise van verschillende onderzoekers en onderzoeksgroepen, en vooral die van de andere universiteitshoogleraren, koppelen om zo te komen tot een UvA-brede, interdisciplinaire benadering voor de studie van AI en haar impact. Daarmee brengt De Rijke kennis vanuit de bètawetenschap samen met die uit de geneeskunde, rechtsgeleerdheid en geesteswetenschappen’.
Over Maarten de Rijke
Maarten de Rijke (1961) is sinds 1998 verbonden aan de UvA, sinds 2004 als hoogleraar Information Retrieval aan het Instituut voor Informatica van de UvA. Sinds 2018 is hij tevens directeur van het Innovation Center for Artificial Intelligence (ICAI), dat gericht is op de gezamenlijke ontwikkeling van AI-technologie door middel van industrie-labs met bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen. Ook is De Rijke programmaleider van het programma ‘De Digitale Samenleving’ van de VSNU. In 2017 ontving hij de Tony Kent Strix Award, een erkenning voor zijn bijzondere bijdragen aan het vakgebied Information Retrieval. De Rijke is lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en zit in de het bestuur van eHumanitesNL, een nationaal platform dat expertise en onderzoek samenbrengt op het gebied van ontwikkeling en gebruik van digitale technologieën in de geestes- en sociale wetenschappen.
De Rijke was van 2014 tot 2017 directeur van Amsterdam Data Science, aan samenwerking tussen UvA, VU, HvA en het Centrum voor Wiskunde & Informatica (CWI) op het gebied van Data Science. Van 2011 tot 2016 leidde hij ook een nationaal onderzoeksteam op het gebied van Information Retrieval binnen het publiek-private onderzoeksprogramma COMMIT. De Rijke verwierf onder meer een Pionier Personal Innovation Grant, een Warwick Research Fellowship, en een groot aantal beurzen van NWO en industriële partijen.
Universiteitshoogleraren aan de UvA
De UvA heeft op dit moment vier universiteitshoogleraren: Robbert Dijkgraaf, Alexander Rinnooy Kan, Patti Valkenburg en Frank Vandenbroucke. Naast Maarten de Rijke worden nog drie universiteitshoogleraren op het gebied van AI geworven: AI and Medical Imaging (gelieerd aan het AMC), Humanities and AI (gelieerd aan Faculteit der Geesteswetenschappen), en Law and Technology with special emphasis on AI (gelieerd aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid). De procedures voor deze leerstoelen lopen nog. Met het instellen van de vier leerstoelen wil de UvA een extra impuls geven aan het AI-onderzoek en -onderwijs aan de UvA. De nieuwe universiteitshoogleraren krijgen naast hun universiteitsbrede opdracht ook een facultaire opdracht. Ze worden geacht een impuls te geven aan wetenschappelijke ontwikkelingen die de traditionele disciplines overstijgen en zo een belangrijke bijdrage te leveren aan de profilering van de universiteit.