Betere hechting ouder-baby door lezen gedachten en gevoelens
22 januari 2018
Baby’s hechten zich aan hun ouders om vanuit een evolutionair oogpunt te kunnen overleven. Een baby die veilig gehecht is, ervaart de ouder als een veilige basis en thuishaven. Wanneer een baby stress, pijn of andere negatieve gevoelens ervaart, zoekt het daarom steun bij de ouder en kan zich door het contact met de ouder laten kalmeren. Daarnaast voelt een veilig gehechte baby zich in de buurt van de ouder vrij om de omgeving te verkennen en te exploreren. Orthopedagoog Moniek Zeegers: ‘Er zijn grote verschillen te observeren in de kwaliteit van gehechtheid tussen kinderen, en deze verschillen zijn op hun beurt weer ontzettend belangrijk gebleken voor het snappen van verschillen in de ontwikkeling en de mentale gezondheid van mensen. Veilig gehechte kinderen zijn onder andere beter in het reguleren van emoties, hebben een positiever beeld van zichzelf en anderen, en minder emotionele en gedragsproblemen’.
Door middel van een meta-analyse toetsten de onderzoekers of er een relatie is tussen de neiging van ouders om de gevoelens en gedachten van hun baby te lezen en een veilige gehechtheid van de baby aan de ouder. Daarnaast onderzochten zij of er een relatie bestaat tussen de neiging van ouders om de gevoelens en gedachten van hun baby te lezen en sensitief opvoedgedrag van ouders.
Eerdere onderzoeken lieten al zien dat er grote verschillen zijn tussen ouders in de mate waarin zij mentaliseren. Ouders die mentaliseren, bedenken steeds weer welke autonome gevoelens, gedachten, wensen en voorkeuren van de baby, diens gedrag zouden kunnen verklaren. Zeegers: ’Een mentaliserende ouder ziet bijvoorbeeld aan welk speelgoed de baby de voorkeur geeft, of ziet wanneer de baby overprikkelt raakt van een kiekeboe spelletje, of wanneer de baby nieuwsgierig is naar een kat die langsloopt. Een ouder die moeite heeft met mentaliseren, laat vertekeningen zien in het lezen van de signalen van de baby. De ouder projecteert bijvoorbeeld zijn/haar eigen angst of frustratie op de baby, of heeft weinig oog voor de eigen wensen/voorkeuren van de baby. Het verkeerd lezen van signalen van de baby komt bij iedere ouder voor, maar wanneer dit de overhand heeft tijdens interacties, kan het de ontwikkeling van de baby negatief beïnvloeden’.
Het verkeerd interpreteren van de signalen van de baby kan allerlei oorzaken hebben, zoals het moeilijk vinden om te accepteren dat de baby negatieve emoties heeft, stress bij de ouder, of het over- of onderschatten van de vaardigheden van de baby. Daarnaast linkt het mentaliseren van de ouder ook aan hoe de ouder zelf is gehecht aan zijn/haar ouder. Een ouder die zelf onveilig gehecht is, heeft een verhoogd risico op moeite met mentaliseren op latere leeftijd.
Op basis van de meta-analyse concludeerden de onderzoekers dat ouders die vaak en op goed afgestemde wijze mentaliseren beter in staat zijn om gepast te reageren op het gedrag van hun baby, wat vervolgens weer een hogere kans op een veilige gehechtheid voorspelt. Het vermogen van de ouder om de signalen van de baby te kunnen lezen blijkt dus een sterke aanwijzing voor een positieve start van de ontwikkeling van het kind.
Momenteel is het aanbod van op gehechtheid gerichte interventies om het mentaliserend vermogen van ouders te stimuleren en/of te veranderen nog beperkt, maar laat wel veelbelovende resultaten zien. De onderzoekers adviseren dan ook dat gezinsbehandeling gericht op het bewerkstelligen van een veilige gehechtheidsrelatie tussen kind en ouder niet alleen gericht moet zijn op het verbeteren van sensitieve reacties (gedragsverandering), maar ook op het versterken van het mentaliserend vermogen van ouders. Ook is voorlichtingsmateriaal voor nieuwe ouders nu sterk gericht op gedrag van ouders. Dit materiaal zou ook gericht moeten worden op de bewustwording van ouders over wat er in hun baby omgaat en hoe zij dit kunnen waarnemen.
Zeegers, M. A. J., Colonnesi, C., Stams, G.-J. J. M., & Meins, E. (2017). Mind matters: A meta-analysis on parental mentalization and sensitivity as predictors of infant–parent attachment. Psychological Bulletin, 143(12), 1245-1272.