7 juni 2017
Gedragsmanipulatie van plaaginsecten is een milieuvriendelijke manier in de geïntegreerde bestrijding. ‘Hoewel er een aantal succesvolle gedragsmanipulatiemethoden bekend zijn, zoals verstoring van de paring, monitoring en afstoten-en-aantrekken, moet voor een aantal plaaginsecten nog een efficiënte methode ontwikkeld worden’, vertelt Hosseini. Hij richtte zich op de twee belangrijkste plaaginsecten en hun zoek- en paringsgedrag: de johannesbroodmot, Ectomyelois ceratoniae (Zeller) (Lepidoptera: Pyralidae), en de tabaksmot Heliothis virescens (Fabricius) (Lepidoptera: Noctuidae)
De johannesbroodmot is wereldwijd een verwoestende plaag in hoogwaardige gewassen, zoals dadels, amandelen, granaatappels en pistachenoten, legt Hosseini uit. ‘Helaas ontbreekt nog steeds een efficiënte, op het vrouwelijke seksferomoon gebaseerde, lokstof’, vertelt de promovendus.
Hosseini bepaalde dankzij onder meer experimenten met plakvallen in granaatappelboomgaarden welke geurbronnen het meest aantrekkelijk zijn voor johannesbroodmotten. Hij vond dat ‘breuken’ granaatappels gevoelig maken voor aantasting door de johannesbroodmot. Hosseini: ‘Ook vonden we dat geurstoffen van granaatappels alleen of in combinatie met het vrouwelijke seksferomoon de moeite waard zijn om ingezet te worden tegen johannesbroodmotten. Plakvallen met stukken granaatappels kunnen eenvoudig gebruikt worden voor het monitoren van de plaagpopulaties.’ Deze methode is ook nog eens veel gemakkelijker, goedkoper en effectiever dan de huidige, commerciële seksferomoonvallen die nauwelijks werken omdat het seksferomoon van deze mot instabiel is.
Voor de bestrijding van de tabaksmot richtte Hosseini zich op mannelijke seksferomonen. Hij testte de hypothese dat het mannelijk seksferomoon van de tabaksmot de vrouwtjes parfumeert en op deze wijze als anti-afrodisiacum functioneert. Hij vond inderdaad dat maagdelijke vrouwtjes, die hij geparfumeerd had met mannelijk feromoonextract significant minder paarden dan controlevrouwtjes, en dat dit effect twee opeenvolgende nachten aanhield. Daarmee kan deze anti-afrodisiacummethode ook gunstig zijn voor het bestrijden van de tabaksmot.
Dhr. S.A. Hosseini: Chemical Ecology of Moths. Roles of Semiochemcials in Host Location by Ectomyclois Ceratoniac and Mate Guarding by Heliothis Virescens. Promotor is prof. dr. S.B.J. Menken. Copromotoren zijn dr. A.T. Groot en dr. S.H. Goldansaz (University of Teheran).
Dinsdag 20 juni, 16.00 uur. Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.