19 februari 2015
Franssen laat zien dat vertalingen uit het Engels zoals verwacht dominant zijn in de Nederlandse boekenproductie in fictie en poëzie. Maar de toppositie van het Engels verandert langzaamaan. Waar de dominantie van het Engels steeds groter wordt tijdens de jaren tachtig en piekt in de jaren negentig, is er na 2003 een relatieve afname van de hoeveelheid Engelse vertalingen ten opzichte van andere vertalingen. Vanaf dat jaar groeit ook het aandeel van origineel Nederlandse boeken relatief harder. ‘Deze ontwikkeling is nog pril, maar het is duidelijk dat kleinere talen in de lift zitten sinds 2003. Ook worden er, relatief gezien, meer boeken gepubliceerd die zijn geschreven in het Nederlands’, licht Franssen toe. ‘De afname van het Engels is wel zeer minimaal en de dominantie van het Engels over alle andere talen - inclusief origineel Nederlandse boeken - is nog steeds overduidelijk. In de meeste genres worden meer boeken vertaald uit het Engels dan geschreven in het Nederlands’
In verschillende delen van het literaire veld, bij verschillende typen boeken, is de positie van talen anders. ‘Dat komt omdat aan de vertalingen individuele beslissingen van uitgevers en redacteuren ten grondslag liggen. Zo hebben uitgevers van spannende boeken de neiging zich meer te richten op het Anglo-Amerikaanse literaire veld, maar hun aandacht lijkt zich de laatste jaren ook steeds meer op Europa te vestigen, in het bijzonder op de Scandinavische literatuur’, aldus Franssen.
In de poëzie is de positie van het Engels veel minder sterk. Gemiddeld is slechts 3,1% van het totaal aantal gepubliceerde poëzietitels vertaald uit het Engels, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld romantische fictie. ‘In dit genre, waaronder bijvoorbeeld de boeken van uitgeverij Harlequin vallen, is gemiddeld 92,3% van de boeken vertaald uit het Engels. In literaire fictie wordt de positie van het Engels steeds sterker gedurende de jaren negentig en de jaren nul; binnen de categorie spannende fictie echter zien we vanaf het midden van de jaren negentig een omgekeerde trend.’ Het aantal verschillende talen van waaruit vertaald wordt, is veel hoger in poëzie dan bijvoorbeeld in thrillers en detectives. Maar voor elk genre geldt dat er steeds meer verschillende talen worden vertaald.
Uit zijn bevindingen concludeert Franssen dat de intensivering van de culturele globalisering sinds de jaren tachtig niet heeft geleid tot een ongebreidelde groei van het aandeel vertalingen. Daarbij tekent hij aan dat het aandeel vertalingen al op een hoog niveau stond aan het begin van de jaren tachtig. Franssens analyse maakt ook duidelijk dat er geen sprake is van een steeds maar verder oprukkend cultureel imperialisme of tot een onbegrensde groei van de culturele diversiteit , maar dat vertalingen gemedieerd worden door transnationale netwerken van uitgevers, redacteuren, vertalers en scouts.
Dhr. T.P. Franssen: How Books Travel. Translation Flows and Practices of Dutch Acquiring Editors and New York Literary Scouts, 1980-2009. Promotor is prof. dr. G.M.M. Kuipers. Copromotor is dr. O.J.M. Velthuis.
De promotieplechtigheid vindt plaats op vrijdag 6 maart om 10.00 uur. Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.