1 oktober 2024
‘Het is best bijzonder dat ik aan een universiteit promoveer’, stelt Fijn. Hij is namelijk geen wetenschapper aan een universiteit, maar een zeevogelonderzoeker bij een ecologisch adviesbureau. ‘Ik ben bijvoorbeeld ook verantwoordelijk voor de tweemaandelijkse tellingen van zeevogels op zee in Nederland.’ Dankzij zijn begeleider prof. dr. Judy Shamoun-Baranes heeft Fijn zijn jarenlange onderzoek naar grote sterns vast kunnen leggen in een proefschrift.
Het gedrag van zeevogels vertelt ons veel over de ‘gezondheid’ van zeeën en oceanen. Waar vinden ze hun prooi, wijken ze uit voor menselijke activiteiten of sterven ze door andere niet-natuurlijke oorzaken? ‘Er wordt veel onderzoek gedaan naar zeevogels die honderden kilometers ver over oceanen vliegen en dagen onderweg zijn’, legt Fijn uit. ‘Ook weten we al veel over vogels die heel dicht bij de kust en in een klein gebied blijven.’
Maar we wisten nog weinig over zeevogels die 10 tot 15 kilometer van het kustgebied op zoek zijn naar voedsel. En juist die vogels noemt Fijn interessant. ‘Zij bewegen zich in een heel dynamisch deel van het mariene milieu met ondiepe kustzeeën, stromingen, riviermondingen en ook de hoogste concentratie van menselijke activiteit. Vlak onder de kust of juist heel ver op zee heb je bijvoorbeeld nauwelijks zeevaart en geen windparken.’
In Nederland vinden we enkele grote kolonies grote sterns. ‘Sinds de jaren ‘70 groeide hun populatie gestaag, maar twee jaar terug zijn er veel dood gegaan door de vogelgriep en is een hele buffer aan vogels weg. Deze soort staat hier dus enigszins onder druk, ook door de vele menselijke activiteiten in hun leefomgeving. En een afname van deze toppredator heeft natuurlijk impact op het hele ecosysteem.’
Allereerst leerden Fijn en zijn team hoe ze sterns van een zender konden voorzien. ‘In 2009 had niemand dit nog gedaan. Tijdens onze eerste poging lijmden we een zender op de rug van een vogel vast, maar de vogels peuterden deze al na een paar dagen weer los. Pas in 2012 hadden we de methode goed uitgevogeld, dankzij de allereerste hele kleine GPS-loggers en een slim harnas.’
Met deze GPS-loggers heeft Fijn veel nieuwe kennis over het gedrag van grote sterns opgedaan. ‘Nu weten we dat ze veel verder vliegen dan altijd werd aangenomen. Niet een paar kilometer, maar tot wel 30 kilometer uit de kust. Ook weten we nu dat ze hele specifieke vissen voor zichzelf en voor hun kuikens vangen en hier flinke afstanden voor kunnen afleggen. Dat konden we goed zien doordat sterns de vis in hun bek houden tijdens het vliegen, wat we in de kolonie met een camera konden vastleggen. En we weten nu ook langs welke route grote sterns naar Zuid-Afrika trekken.’
Deze kennis over vlieggedrag paste Fijn toe op het windturbinevraagstuk. ‘Een windpark zorgt voor verstoring en we zien dan ook dat grote sterns windparken vermijden als ze heen en weer vliegen. Zelfs hele stukken zee achter windparken ontwijken ze, wat tot meer functioneel habitatverlies leidt. We kunnen nu goed inschatten waar een windpark het minste effect heeft. Maar tegelijkertijd blijkt het niet zo’n 1-op-1 relatie. Als sterns voedsel zoeken, dan lijken ze juist wel windparken in te vliegen. Dus klaarblijkelijk is daar ook iets aantrekkelijk qua voedsel.’
Ruben Fijn, 2024, 'Tracking Terns. Year-round movement ecology of Sandwich Terns in a changing marine environment'. Promotor is prof. dr. J.Z. Shamoun-Baranes. Copromotor is dr. ir. E.E. van Loon.
Donderdag 10 oktober, 13.00-14.30, Agnietenkapel, Amsterdam