23 november 2023
Met de subsidie kunnen de onderzoekers zich vestigen als onafhankelijk onderzoeksleider. In totaal kent de ERC dit jaar aan 308 onderzoekers een Consolidator Grant toe. De subsidies zijn onderdeel van het Horizon Europe-programma van de Europese Unie.
De gehoneerde projecten:
Dr. Wouter van den Bos (Psychology Research Institute): Computational Mechanisms of Social Media Use in Youth
Jongeren brengen ongeveer even veel tijd door op sociale media als op school. Hoewel sociale media voldoen aan de behoefte van jongeren tot verbinding, brengen ze ook risico's met zich mee. Zo zouden likes kunnen leiden tot compulsief gebruik en eindeloos scrollen tot depressie, en kan misleidende informatie jongeren op verkeerde ideeën brengen. Het is tot nu toe moeilijk geweest om dergelijke verbanden aan te tonen. Eerder onderzoek was voor een groot deel gebaseerd op de mate van schermtijd, maar hoeveel tijd jongeren spenderen op sociale media zegt zeer weinig over wat ze op hun telefoon doen en hoe ze reageren op de dingen die zij zien. Van den Bos wil daar verandering in brengen door met zijn onderzoek ons begrip te verdiepen van hoe jongeren omgaan met sociale media. Hij gaat daartoe computationele modellen ontwikkelen en gebruikmaken van echte sociale-mediadata, in combinatie met experimentele taken en neuro-imaging om deze modellen te verfijnen.
Dr. Willem Boterman (Amsterdam Institute for Social Science Research): Protein Landscapes: The Political Geography of the Production and Consumption of Animal Proteins
Ondanks de ontwrichtende effecten van de vlees- en zuivelindustrie op het klimaat en het milieu, is de productie en consumptie van dierlijke eiwitten hoger dan ooit. Boterman wil deze eiwitparadox begrijpen en verklaren. Hij veronderstelt dat, vergelijkbaar met de dynamiek rond klimaatverandering, de productie en consumptie van vlees en zuivel onderdeel worden van bredere processen van politieke-ruimtelijke polarisatie. Met een nieuwe politiek-geografische benadering gaat hij daarom onderzoeken voor wie en waar de eiwitparadox ontstaat; waar, voor wie en waarom dierlijke eiwitten politiek worden en deel uitmaken van bredere processen van politieke-ruimtelijke polarisatie; en hoe de governance van de eiwittransitie wordt belemmerd door processen van polarisatie. Hiertoe combineert Boterman een unieke mix van methoden in een vergelijkende studie van Tsjechië, Denemarken, Portugal en Nederland.
Dr. Suzanne Dikker (Amsterdam Center for Language and Communication): It Takes a Village: An Interdisciplinary Community Neuroscience Approach to Characterize Multigenerational Interactions
Onze hersenen veranderen door de jaren heen. Hoe beïnvloeden zulke veranderingen de communicatie tussen verschillende leeftijdsgroepen? Hoewel multigenerationele vraagstukken vaak centraal staan in het publieke debat, zijn neurobiologische leeftijdsfactoren grotendeels onderbelicht gebleven. In haar onderzoeksproject brengt Dikker neurowetenschappers, taalkundigen, kunstenaars, scholen en buurtbewoners samen om te onderzoeken hoe de ritmes van onze hersenen en lichamen het wederzijds begrip tussen kinderen, volwassenen en ouderen kunnen belemmeren dan wel bevorderen. Via deze 'community neuroscience'-benadering brengt zij het lab naar de buurt – en omgekeerd de buurt naar het lab – om intergenerationele communicatie in kaart te brengen en te helpen verbeteren.
Prof. dr. Christina Eckes (Amsterdam Centre for European Law and Governance): Strategic Climate Litigation’s Direct and Indirect Consequences for Democracies
Strategisch procederen over het klimaat is een sterk toenemend fenomeen. Het beïnvloedt het democratisch proces, in een tijd waarin de democratie wereldwijd al in verval is. Net als bij andere strategische rechtszaken spelen bij klimaatzaken vele actoren – ngo's, media, politici – een rol, en de zaken hebben verschillende directe en indirecte gevolgen. Ze creëren autoritaire narratieven, framen percepties en 'legaliseren' het debat. In haar onderzoek ontwikkelt Eckes het ontbrekende theoretische kader om de verschillende gevolgen bij elkaar te brengen. Ze kijkt niet alleen hoe strategisch ‘klimaatprocederen’ het democratisch proces beïnvloedt, maar ook hoe het (verwaarloosde) democratische potentieel ervan gerealiseerd kan worden. Eckes maakt daarbij gebruik van casestudies in vier nationale (Duitsland, Frankrijk, Nederland, Verenigd Koninkrijk) en twee Europese (EU en EVRM) rechtsgebieden.
Dr. Leonie Schmidt (Amsterdam School for Cultural Analysis): Eco-Islam in Indonesia: Media, Institutions, Publics
Innovatieve oplossingen voor het klimaatvraagstuk worden vaak gezocht binnen de natuurwetenschappen, in technische oplossingen zoals geo-engineering. Maar klimaatverandering is ook een probleem waar de geesteswetenschappen zich mee bezig moeten houden, stelt Schmidt. In haar project gaat ze daarom onderzoek doen naar culturele benaderingen. Daarbij richt ze zich specifiek op de ‘Global South’, dat zich in de frontlinie van klimaatverandering bevindt. Terwijl we juist in de Global South veel creatieve experimenten en culturele benaderingen van klimaatkwesties kunnen vinden, is daar tot dusver weinig aandacht voor geweest in onderzoek. In Indonesië bijvoorbeeld is binnen de islam een eco-beweging ontstaan waarin door popartiesten en in films, op tv en op sociale media de Koran wordt gelezen als een groen boek en moslims worden aangesproken als rentmeesters van de aarde. Schmidt onderzoekt het potentieel van deze en andere culturele benaderingen uit de Global South.
Dr. Sanjukta Sunderason (Amsterdam School for Cultural Analysis): ENTANGLED FREEDOMS: Decolonial Modernisms as Transnational Relations of Resistance, 1940s-1980s
Hoe hebben kunstenaars en denkers in de dekoloniserende 20ste-eeuwse werelden van Azië, Afrika en het Midden-Oosten zich vrijheid voorgesteld, in het bijzonder in relatie tot de tegenstrijdige betekenissen ervan tijdens de Koude Oorlog? In haar onderzoek haalt Sunderason het begrip vrijheid uit de hegemoniale tegenstellingen van 'Eerste Wereld'-waarden tegenover die van de 'Tweede Wereld'. In plaats daarvan leest ze vrijheid via (artistieke) interventies en verbeeldingen van onafhankelijkheid, bevrijding en emancipatie in de 'Derde Wereld'. Sunderason stelt voor om van 'dekoloniale modernismen' – modernistische kunst die uniek opkwam binnen de 20ste-eeuwse dekolonisatie – kritische historische archieven te maken. Met haar projectteam gaat Sunderason diverse geschiedenissen en meertalige archieven verbinden om zo nieuwe methodologieën te ontwikkelen voor theorievorming over dekolonisatie via dialogen en solidariteiten en ook via verschillen en tegenstellingen die de ‘Global South’ vormgeven.