9 maart 2023
Machiel Keestra: ‘We hebben inspirerende en leerzame activiteiten op de planning staan. Het programma is gemaakt in samenwerking met wetenschappers, studenten, studentenorganisaties en collectieven die zich inzetten tegen racisme en discriminatie en vindt plaats op verschillende UvA-locaties. Zo is bijvoorbeeld op het Amsterdam UMC de expositie ‘Racisme in Nederland: blinde vlekken, zere plekken’ van fotograaf Marjolein Annegarn te zien. We gaan op het Roeterseiland in gesprek over institutioneel racisme en democratisering tijdens een dialoogavond en op het Science Park over racisme in AI en algoritmes. En in de Doelenzaal organiseren twee studieverenigingen een Diep Duik Sessie over Zwart verzet door de jaren heen.’
Ook buiten de muren van de universiteit kunnen UvA-studenten en medewerkers zich verdiepen in het onderwerp, tijdens een stadswandeling met twee Far Too Close-gidsen. Zij maakten eerder de podcast Far Too Close, waarin ze op zoek gaan naar het koloniale verleden van zes gebouwen in het Amsterdamse Universiteitskwartier. Hun wandeling neemt je mee naar de koloniale geschiedenis van de plekken waar UvA-studenten en -medewerkers dagelijks werken en studeren. Voor wie zelf aan de slag wil zijn er meerdere workshops geprogrammeerd.
Waarom is het belangrijk dat we hier als universiteit aandacht aan besteden?
Keestra: ‘De UvA is met bijna 50.000 studenten en medewerkers een minimaatschappij. Binnen een grote instelling als de onze met zoveel nationaliteiten en een grote diversiteit aan mensen en meningen, zijn racisme en discriminatie helaas ook aanwezig. We hebben natuurlijk een formele structuur in de vorm van een gedragscode, vertrouwenspersonen en de ombudsfunctionaris waarmee we proberen bij te dragen aan minder ongelijkheid en een inclusieve omgeving. Desondanks kunnen racisme en discriminatie in alledaagse ontmoetingen op de universiteit een rol spelen, variërend van vervelende ‘grapjes’ tot vormen van (mogelijk onbedoelde) uitsluiting.’
‘Deze week is bedoeld om ons allemaal weer even alert te maken’, vervolgt hij. ‘We willen via workshops, panels en lezingen ons allemaal er weer van doordringen dat racisme helaas ook binnen de UvA voorkomt.’
Heeft één week aandacht voor racisme en de gevolgen wel nut?
Keestra: ‘We gaan het probleem natuurlijk niet in 1 week oplossen, maar een landelijke actieweek helpt wel om een nog sterkere schijnwerper op het probleem te zetten. Omdat het om impliciete en onbewuste processen gaat is het goed om ons weer eens expliciet bewust te worden van onze vooroordelen en stereotypen. Dat beogen we te doen met de activiteiten tijdens deze Week Tegen Racisme, er expliciet aandacht voor vragen en ook onszelf in de spiegel aankijken. Bovendien hopen wij dat we het probleem van racisme en discriminatie zo ook weer bespreekbaar maken, ook voor studenten en medewerkers die niet deelnemen aan het programma.’
We zien ook in de rest van het land steeds meer aandacht voor de verschillende aspecten van racisme en organisaties die kijken naar hun rol hierin. Premier Rutte bood namens de regering excuses aan voor het Nederlandse slavernijverleden, de gemeente Amsterdam en de Nederlandse Bank onderzochten hun eigen (koloniale) geschiedenis en ook de UvA start hier nu mee.
Keestra: ‘Dat klopt: we zijn heel blij dat het CvB ons voorstel tot zo’n onderzoek omarmd heeft. Het is heel belangrijk dat we dit als UvA doen, zodat we de feiten kennen en rekenschap kunnen geven van onze eigen rol in de koloniale en slavernij-geschiedenis en stilstaan bij de mogelijke erfenis daarvan. We zijn op meerdere fronten actief als UvA om te zorgen voor een universiteit die divers en inclusief is. Dat doen we onder andere door de Week tegen Racisme te organiseren, maar dus ook door andere vormen van zelfonderzoek en -reflectie.’